De legendarische Renault 5 lijkt inmiddels gereïncarneerd in de hagelnieuwe Renault Twingo, die bijna nog revolutionairder is dan de bestorming van de Bastille. 

De locatie voor de internationale introductie van de Renault Twingo is perfect gekozen. Ik bevind mij in Nantes aan de oevers van de Loire, waar op een voormalige scheepswerf een soort 19de eeuws en vooral magisch realistisch pretpark is gecreëerd. Pièce de résistance blijkt hier een zinsbegoochelende kermiscarrousel van drie verdiepingen en dik 25 meter hoogte; een waarlijk wonder van hydraulica en creatieve waanzin. Eurodisney meets Jules Verne en Leonardo Da Vinci meets de Dogtroep. En terwijl ik hier dus het aan mij toegewezen Renault Twingo-tje over het testparcours door dit mechanische wonderland stuur, zet vlak boven mij een Airbus A300-600ST Beluga de daling in.

U denkt wellicht: een Airbus A300-600ST Beluga? So what? Welnu, voor mij is dit haast een Harry Mulisch-achtig signaal van het Opperwezen. Want het kan geen toeval zijn dat dit zéér zeldzame transportvliegtuig – dat met zijn enorme potvis-bult op de romp en met zijn laaddeuren bóven de cockpit het halve Museumplein kan vervoeren – juist nu door het Bretonse zwerk klieft. Net als dit Mathilde Willink-eske attractiepark hier in Nantes, is de Beluga namelijk een exponent van Franse techniek, durf en vernuft. En  – je voelt hem al aankomen – dat geldt ook voor deze Twingo, de sexy nummer drie van dit innovatieve toptrio, hier bij het surrealistische terrein van Les Machines de l’île. Ondertussen zakt de zon rood in de Atlantique. Ja, als dit  stukje een roman was, zou ik het nu acuut ‘De Ontdekking Van De Twingo’ noemen.

‘Je kunt er nog net geen pirouette mee draaien, maar inparkeren is een abc-tje en de dames hoeven geen laksporen meer achter te laten in parkeergarages’

Om te beginnen is deze generatie van de Twingo zo’n beetje revolutionairder dan de bestorming van de Bastille. Bij Renault beseften ze slim genoeg dat je een ontwerp beter op vers canvas kan beginnen, dan dat je gaat kliederen in bestaande schetsen. Dit resulteerde onder meer in een motor(tje) achterin de auto en – uiteraard –  de daarbij horende achterwiel-aandrijving. Winst is daarbij dat de voorwielen de handen vrij hebben en dat ze nu een slag van liefst 45 graden kunnen maken. Zie dit karretje gerust als het motorische equivalent van Sjoukje Dijkstra en Joan Haanappel. Goed, goed, je kunt er nog net geen pirouette mee draaien, maar inparkeren is een abc-tje en de dames hoeven geen laksporen meer achter te laten in parkeergarages.

De bagageruimte ligt – samen met de krachtbron – ook nog steeds achterin en die is voor deze klasse (het zogeheten A-segment) riant. Ook slim: om dat extra kratje bier samen met de Bugaboo te vervoeren, kan je de iets naar achteren hellende achterbank helemaal verticaal zetten. Geloof het of niet, dat scheelt enorm.

Klap je de passagiersstoel naar beneden, dan kan je easy met je Twingo zelfstandig een Billy afhalen bij de Ikea. Echt. Het is haast alsof de ingenieurs van Renault de auto om de Zweedse kast heen ontworpen hebben. Toch is ie niet langer dan de vorige versie, uh, korter zelfs. Maar de wielen zijn nu echter nog meer in de hoeken geplaatst, waardoor Michael Jordan gestrekt (geen grapje!) rustig een dutje in deze Twingo zou kunnen doen.

En omdat Renault sinds de Espace, Scénic en de Kangoo het merk is van de slimme, soms onvindbare opbergvakjes, ontdekken we ónder de achterbank ook nog wat stash, voor een paraplu bijvoorbeeld, of 5 kilo coke. Toch hebben ze zichzelf weer overtroffen, daar in Boulogne-Billancourt. In wuftere Twingo-modellen wordt het dashboard-kastje gevormd door een uitneembare tas in hippe kleurtjes. Handig? Nee. Een leuke gimmick. Ja! En de Twingo ziet er misschien uit als een – zij het wat waterhoofdig – coupé-tje, toch blijkt het een volwassen vijfdeurs, waarbij de hendels van de achterportieren net zo effectief zijn verstopt als de gemiddelde ISIS-gijzelaar.

In de neus van de auto zit trouwens geen opbergruimte, maar huizen de vloeistoffen (ach ja, boeiuh). Open maken mag, maar begin er vooral niet aan, dat is met al die hendels en speciale til-manoeuvres net zo ingewikkeld als het opzetten van een De Waard-tent.

Qua motoren is er een keuze tussen een 1.0 driecilinder van 70 PK en ééntje van 0.9 liter met 90 PK, dankzij een enthousiaste turbo. Bedenk wel dat je in vergelijking met het instapmodel (á 9990 euro) zo’n 2000 euro méér voor deze vlottere motorisering moet betalen, terwijl de 70 PK-versie uitstekend voldoet, zeker in het vlakke Nederlandse verkeer. Al kun je, geef ik toe, dan beter op een 80 kilometerweg achter die vrachtwagen blijven hangen.

‘Door zijn prijsstelling en fidele opties gaat de Twingo de concurrenten in het overbevolkte A-segment straks flink pijn doen’

Door zijn prijsstelling en fidele opties (een stoffen dakje voor 895 euro extra), gaat de Twingo de concurrenten in het overbevolkte A-segment straks flink pijn doen. Marktleider is momenteel de Volkswagen Up, maar vergeleken met de flair en brille van de Twingo is dat meer een huishoudelijk apparaat, dan een voertuig. Vermoedelijk gaat deze Twingo die positie op termijn dan ook overnemen, mede dankzij de stoutmoedige en volledige re-set van eerdere Renault-designs.

Hoewel? Er zit een citaatje in van de vintage Renault 5-turbo. Denk dan (vaag) aan de contouren van de (brede) 5-turbo-kont. Ook het kakelbonte kleurenpalet, waarmee destijds de Renault Cinq in de vrijgevochten seventies werd gelanceerd, is bij wijze van beleefde buiging één op één overgenomen. Het gevolg is wel dat de Twingo nu eveneens in Derrick-geel en Politbureau-rood verkrijgbaar is.

Viva La France, Viva la Twingo? Tuurlijk! Laten we dit máákland (TGV, Concorde en dat vliegdekschip voor Poetin) niet te kort doen, maar het is wellicht boeiend om te weten, dat het designteam van deze Twingo onder leiding stond van een – tátá – Nederlander: Laurens van den Acker. Daarnaast wordt de Twingo gebouwd in Slovenië. Het Zwitserland van de Balkan, dat gelukkig wel.

‘De nieuwe Twingo is als de omhaal van Marco van Basten in 1986 tegen FC Den Bosch’

Conclusie? Uhm, beschouw het merk Renault vooral als die onberekenbare, soms luie spits, die een heel seizoen kan blunderen (de eerste serie Laguna’s), die soms geniale, doch rendementsloze passeerbewegingen maakt (de Avantime) en die briljant kan scoren (de Espace, de oude Safrane, met die heerlijke vijfcilinder 2.5). Kortom, een sterspeler á la Zlatan Ibrahimović, lekker gék (de Captur, de Twizy) dus. Joh, als ik er nog een voetbal-metafoor op los mag laten (dat mag, eindred.): de nieuwe Twingo is als de omhaal van Marco van Basten in 1986 tegen FC Den Bosch. Zo fraai worden ze (een doelpunt/een auto) niet vaak gemaakt. Oui, deze Renault is een instant classic.