UTRECHT – William Spaaij presenteert maandag 29 september op het Nederlands Film Festival zijn eerste lange speelfilm, de zwarte komedie 30 Milligram. Vijf vragen aan de acteur.
Waar gaat 30 Milligram over? “Dieter Jansen en ik spelen twee ambtenaren die in opdracht van de overheid babyboomers vermoorden om de crisis tegen te gaan. Het verhaal levert kritiek op de manier waarop we tegenwoordig met die generatie ouderen omgaan, maar ook op de lulligheid en ambtenarij die we hier in Nederland hebben. De film schetst een toekomstbeeld dat steeds dichterbij komt, vrezen wij: per 1 januari worden belangrijke medicijnen voor mensen boven een bepaalde leeftijd al niet meer vergoed. Dat is toch een verkapte vorm van zeggen: jij kost teveel geld, ga maar dood.”
Je maakt in 30 Milligram je speelfilmdebuut. Je hebt het ook geproduceerd en geschreven. Waarom dan ook nog die hoofdrol? “Ik denk dat het een puur praktische reden had. Regisseur Melvin Simons heeft de rol wel een beetje op mijn lijf geschreven. En het was wel handig, want ik had de rol al in de preproductie vrijwel uit mijn hoofd leren kennen. Maar het was geen noodzaak dat ik per se die rol zou spelen. Ik heb mij wel tijdens die draaiperiode alleen maar geconcentreerd op het acteren. Ik heb toen mijn rol als producent even laten varen.”
Er zitten veel grote namen in de film: van Tom Jansen tot Pamela Teves, van Hajo Bruins tot Johnny Kraaykamp jr. Hoe hebben jullie die gestrikt? “Allemaal hebben ze geheel belangeloos meegewerkt. Dat geldt ook voor de crew: de editor, het camerawerk. We hebben alleen geld uitgegeven aan het eten op de set, en een paar kledingstukken. En de harde schijven die we hebben gebruikt, dat waren de grootste kosten. Het hele budget bedroeg 5000 euro.”
Dit project kwam voort uit 48 Hours, waarin jij en regisseur Simons eerder samenwerkten. Heeft deze guerilla-manier van filmmaken de toekomst? “Wij geloven in gewoon doen: be fearless, create! En dan zien we wel waar het schip strandt. Iedereen heeft tussen zijn echte betaalde werkzaamheden meegedaan. Veel mensen roepen dat ze iets willen doen, maar blijven steken bij mooie woorden. Wij wilden dat niet en hebben gewoon doorgezet. Dat is overigens gemakkelijker gezegd dan gedaan. Maar het kan wel. We hopen dat de film opvalt, en dat zich misschien een producent of distributeur meldt die met ons in zee wil gaan voor een project waarmee we wel een beetje geld kunnen verdienen en de mensen kunnen betalen.”
We zien je dit jaar niet in het theater. Waarom niet? “Ik heb zeven jaar lang onafgebroken op het toneel gestaan. Ik ben nu even heel hard aan het werk achter de schermen, als creative assistent en regie-assistent bij Albert Verlinde Producties. Dat is ontzettend leerzaam, en ik vind het heel leuk om het vak eens van die kant te leren kennen. Regie is ook echt iets waar ik in de toekomst verder in wil groeien. Maar ik zal zeker niet van het podium verdwijnen: vroeger of later komt er zeker weer een droomrol langs waarvoor ik weer op tournee wil, misschien al wel sneller dan je denkt.”