UTRECHT – De tragikomedie Aanmodderfakker van Michiel ten Horn, die dinsdag in première gaat op het NFF, vertelt over dertigers die maar niet volwassen willen worden. Zeven vragen aan hoofdrolspeler Gijs Naber.
Je bent als acteur een kameleon: elke rol zie je er anders uit. Is dat een bewuste keuze of iets dat gewoon aan je uiterlijk kleeft?
“Mijn uiterlijk laat het goed toe om verschillende rollen te spelen. Maar ik ben ook iemand die graag probeert zover mogelijk onder de publieke radar te blijven. Ik wil graag een mysterie blijven, ik koester een zekere onbekendheid: ik zeg ook altijd nee tegen programma’s als Waku Waku en Wie is de mol. Ik vind het fijn dat mensen soms pas achteraf beseffen dat ze mij hebben gezien in een film of serie.”
Onbekendheid kan een nadeel zijn. Denken castingdirectors wel genoeg aan je?
“Misschien dat ik wel eens rollen misloop. Maar ik heb over werk niet te klagen, dus ik ervaar het niet als een probleem. Ik vind het heerlijk om steeds in totaal verschillende personages te duiken: naast Storm in hitserie Penoza staat Hilton in de komedie Lang en Gelukkig. Ik hou er ook van om met zoveel mogelijk totaal verschillende makers te werken: de guerrillamanier waarop Diederik van Rooijen de afleveringen Penoza draait is een wereld van verschil met de manier waarop Pieter Kramer de verfilming van een familievoorstelling maakt.”
Wat trok je zo aan in Aanmodderfakker?
“Michiel ten Horn is een jonge regisseur met een heel eigen, dwingende beeldtaal. Hij weet een op zich heel normale situatie nét een beetje uit de realiteit te tillen en heeft enorm veel oog voor detail. Hij laat zich totaal niet afleiden door wat anderen denken of vinden of willen. De manier waarop hij heel geestdriftig over zijn project praatte, maakte mij direct enthousiast.”
Je bent zelf 34, net iets ouder dan je personage. Herken je de problemen waar hij mee worstelt wel?
“Je zoekt bij elke rol naar aspecten die overeenkomen met je eigen leven. Maar ja, het gevoel waar Thijs mee worstelt is denk ik voor veel dertigers heel herkenbaar. Het is een grote stap om verantwoordelijkheden te accepteren die bij het echte volwassen leven horen. Je kan het doorhakken van heikele knopen over de toekomst heel lang uitstellen, maar vroeger of later moet het toch gebeuren.”
Eigenlijk is je personage een enorme hufter. Kostte het je veel moeite hem toch enigszins sympathiek te maken?
“Je hebt gelijk, dat was een enorme uitdaging. Eigenlijk is het een enorm nukkige, chagrijnige, zelfingenomen hufter. Maar ik wilde er toch iemand van vlees en bloed van maken, waarvan je begrijpt waarom hij zo worstelt met die stap naar volwassenheid. Ik weet zeker dat er heel veel mensen zijn die de problematiek waar hij mee worstelt wel herkennen, alleen dan minder uitvergroot.”
Het is een film die de tijdgeest heel goed weet te vatten. Wat is het toch met die worstelende moderne mannen? Waarom kunnen ze niet gewoon gelukkig worden?
“Voor mijn generatie lag alles voor het oprapen. Onze ouders hebben ervoor gezorgd dat het ons aan niets ontbreekt: we hebben alle mogelijkheden, en daarom worden we eigenlijk niet gedwongen om echt keuzes te maken. Relaties zijn vluchtiger, we hoppen van baan naar baan. En we weten van gekkigheid niet meer hoe en wanneer we definitieve keuzes moeten maken. Het is ook angst denk ik: wat nou als ik de verkeerde keuze maak?”
Veel acteurs van jouw generatie wagen de overstap naar het buitenland. Denk jij daar wel eens over na?
“Ja. Maar dan zou ik daar een keer echt de tijd voor moeten nemen: ik zou mijn hele agenda leeg moeten maken en een aantal maanden echt daar aan moeten werken. Maar de tijd voelt voor mij nog niet rijp om dat te gaan proberen. Het lijkt me geweldig om mijn blikveld te verbreden. Maar ik heb vooralsnog niet te klagen over werk hier. Als ik het gevoel heb dat ik mezelf ga herhalen, denk ik dat het tijd wordt eens bewust verder te gaan kijken.”