Afgelopen week plaatste ik op mijn Facebook-pagina een afbeelding waarop je links een foto van twee zoenende mannen ziet en rechts een foto van uitgemergelde hongerige Afrikaanse kinderen die wanhopig hun handen voor zich uitsteken. Bij de afbeelding staat: “If the picture on the lefts shocks you more than the one on the right you need to revise your views on immorality.” Er valt natuurlijk veel over een dergelijke afbeelding te zeggen (is het ethisch om een vergelijking tussen zoenende mannen en honger te maken, mag die afbeelding van die kinderen wel worden gebruikt en is dit de juiste toon waarop de discussie moet worden gevoerd?) en ik was dan ook zeer benieuwd naar de reacties. In eerste instantie kreeg ik een aantal likes, maar toen volgden twee pijnlijke opmerkingen. “Both are not right”, reageerde een oude middelbareschoolvriendin. “Waarlijk, ook de linkerfoto heeft me zojuist wat medelijden weten te ontvreemden”, reageerde een ander.
Zoenende vrouwen
Die opmerkingen raakten me omdat ik weet dat het beeld van twee zoenende vrouwen andere reacties had opgeroepen. Als ik als vrouw met een andere vrouw kan zoenen, moeten twee mannen dat ook met elkaar kunnen doen. Ik maak daarin geen onderscheid, mijn recht is uw recht en andersom. Dat het beeld van twee zoenende mannen zeer gevoelig ligt en soms buitengewoon vijandige reacties oproept, is verwerpelijk. Twee zoenende vrouwen ziet menigeen wel zitten, maar twee zoenende mannen? Je kunt de reacties al horen. “Gatver, ik moet er niet aan denken… Laat ze dat lekker in hun eigen huis doen..”, enzovoort. Ik hoop ooit een dag mee te maken dat liefde doorslaggevend wordt en niet uiterlijke kenmerken als kleur, religie of geslacht (hoewel twee zoenende Somalische moslima’s zou toch wel een interessant gezicht zijn). Maar voorlopig lijkt homofobie een hardnekkig fenomeen, blijft religieuze veroordeling groot en sociale ongemakkelijkheid dagelijks voelbaar, ook bij mensen die zich haasten om te zeggen dat ze ‘er helemaal geen probleem mee hebben’.
Uitgemergelde kinderen
Erger dan de opmerkingen over de zoenende mannen vind ik echter dat niemand iets zegt over de hongerige uitgemergelde kinderen, die met grote hoofden en loden beentjes je bijna naar het scherm toe trekken. Het is een van de gruwelijkste hongerfoto’s die ik ooit heb gezien. Toch gaat de discussie over de foto links. De meeste blikken blijven bij die zoenende mannen hangen. Dat beeld van die uitgeteerde kinderen skippen we, negeren we en duwen we keihard weg. Veel te ongemakkelijk. De Hoorn van Afrika maakt de ergste honger en droogte mee in decennia. Toch is het geen nieuws. Of er deze zomer nu een half miljoen kinderen zijn overleden of meer, we eten er geen hap minder om. We zijn de ellende beu en hebben het veel te druk met onze eigen centjes, onze woekerpolissen en hypotheken, onze leningen en spaarplannen, ons arbeidsperspectief en volgende stedentrip.
Crisis hier, crisis daar
De media berichten over crisissen. Economische en financiële crisissen die maar niet over lijken te gaan, politieke crisissen in Den Haag en Brussel. De Europese Unie is vleuggellam: ze heeft een gezamenlijke munt maar geen gezamenlijke visie, ze is een economische unie, maar geen politieke. Tijdens mijn studie Politicologie leerde ik vanaf dag één dat het fout zou gaan. ‘Bij de eerste beste crisis klapt de hele boel in elkaar,’ zo stelde menig professor. Het ‘nee’ tegen de Europese grondwet gooide er slechts een schepje bovenop. De burger wil geen belasting betalen aan Brussel, hij wil wel de voordelen van een sterke munt of Europese regelgeving om hem als consument te beschermen, maar geen grondwet, president of Polen die z’n achtertuin om komen ploegen. Het maakt het er allemaal niet beter op. Merkel en Sarkozy staan recht tegenover elkaar, terwijl de Britten weeklagen en terug willen naar de good old days. Zijn zij blij met hun pond. Scheelt heel wat rompslomp straks als de rest van de Unie terug moet naar z’n francs en lires, guldens en kronen.
Too stupid, to entrust your money to
De wereldwijde Occupy-beweging weet in ieder geval wel waar de schuld ligt. De grote aandeelhouders en bankdirecteuren die zich verrijken en zonder enkele verantwoordelijkheid te dragen mega-instellingen failliet kunnen laten gaan. De overheid redt hen immers toch wel. Too big, to fail, zo wordt deze mentaliteit genoemd. Too stupid, to entrust your money to, zou ik het willen noemen.
Wat zou er eigenlijk gebeuren als we een bank wel zouden laten klappen? Zou het hele systeem inderdaad in elkaar storten? En wat dan? Leven we dan allemaal van een dollar a day? Is er nog geld? Je zou toch denken dat elk menselijke systeem zelfherstellend is. Dat er wel weer een oplossing komt. Of dat we allemaal naar de Rabobank overstappen, dat kan natuurlijk ook. Gaan we in mestbelten en melkquotums beleggen. Want eten dat doen we in het Westen altijd.
We leven in een crisis. Een enorme megacrisis. Nee, ik heb het niet over omvallende banken, stijgende werkloosheid of oprukkend Azië. Ik heb het over een allesomvattende wereldcrisis. De hele aarde, de totale mensheid staat op het spel. Terwijl wij discussiëren over zoenende mannen of enge moslims, falend partijleiderschap of graaiende bankiers, wordt het echte probleem, het systeem waar wij allen onderdeel van zijn, dat wij allen in stand houden en waar wij allen ons steentje aan bijdragen, niet ter discussie gesteld.
Occupy Monique!
De wereld heeft verandering nodig. Een radicale verandering. Elke hap die ik eet kan iemand anders niet eten, elke euro die ik aan mijzelf besteed kan niet meer aan een ander worden besteed, elke keer als ik mijn belangen en behoeften voorop zet, elk keer als ik nieuwe apparatuur aanschaf, goedkope H&M shirtjes koop of zonder erbij na te denken voedsel weggooi, elke keer… handhaaf ik het systeem, verheerlijk ik het systeem en loop ik voor mijn verantwoordelijkheden als wereldburger weg. In feite ben ik dus ook een graaiende bankier, een machtspoliticus, een risico ondernemende aandeelhouder op zoek naar kortetermijnwinst en een falende toezichthouder in een volgende commissie, want al die producten, al die naked short-sellers, al dat haastige beleid, wordt immers voor mij ontwikkelt. Voor ons. De Romeinse schrijver Plautus zei het al: homo homini lupus, de mens is voor de mens een wolf.
Tijd voor een tentenkamp in m’n hart, tijd voor een eigen Tahrir-plein of ‘Occupy Monique’, tijd voor een interne revolutie, een betere wereld begint bij jezelf, een betere wereld begint nu hier vandaag. Ik weet nog niet precies hoe, of wat, maar m’n leven beteren zal ik. En zoenen… heerlijk met een vrouw.
Monique Samuel (1989) is politicoloog, auteur en publicist. Momenteel studeert ze International Relations and Diplomacy aan de Universiteit Leiden.
Foto CC: Faugusto