Op 19 februari 1943 sprong de communist Gerrit Kastein met stoel en al uit het raam van de tweede verdieping van het gebouw van de Tweede Kamer. Dat gebouw was tijdens de Duitse bezetting in gebruik genomen door de Sicherheitsdienst (SD), de geheime dienst van de nazi’s. In een kamertje werd Kastein, die actief was in het gewapende verzet, vastgebonden aan zijn stoel en verhoord over zijn kameraden, met wie hij verschillende aanslagen had gepleegd op NSB’ers. Kastein wist dat beneden in de kelder de martelkamer was. Toen zijn ondervragers voor overleg het kamertje verlieten bleef Kastein met één SD’er achter. In een plotse en krachtige beweging heeft hij toen met stoel en al het raam bereikt en is hij naar beneden gevallen. Een duik die deze verzetsheld niet heeft overleefd. Het kamertje van Kastein is nu de bibliotheek van de SGP. Het was ook SGP-voorlichter Menno de Bruyne die tijdens de dodenherdenking op 4 mei aandacht vroeg voor deze communistische verzetsheld. Hij deed toen het voorstel om de kamer naar Kastein te vernoemen.
Het is heerlijk om rond te struinen in de gebouwen aan het Binnenhof. Bij één van mijn eerste bezoeken aan de Tweede Kamer stuitte ik bij de entree op een borstbeeld van Gerardus Bolland, een filosoof van het fascisme in Nederland, die juist een afkeer had van onze parlementaire democratie. In de Handelingenkamer – de oude bibliotheek waar de Kamerverslagen worden bewaard – heeft een onbekende ooit een plankje leeggelaten, op de plek waar de handelingen hadden moeten staan van 1940 tot 1945. Debatten die door de bezetting echter nooit hebben plaatsgevonden. Mijn historische hart gaat ook sneller kloppen als ik in de Handelingen lees over een heus duel tussen edellieden in de Tweede Kamer, of als ergens in een diepe kelder een gesloten kluis wordt gevonden. De meest bijzondere historische ervaring had ik echter in de oude kelders van de Eerste Kamer, op de plek waar vermoedelijk het hoofd en de stoffelijke resten liggen van Johan van Oldenbarnevelt. De belangrijkste politicus van de Gouden Eeuw, die in 1619 door toedoen van prins Maurits op het Binnenhof werd onthoofd.
Ik zit nog wel eens in het kamertje van Kastein, dat vlak naast de zaal ligt waar de SP elke dinsdag haar fractievergadering heeft. Als ik plotseling moet bellen ga ik graag even zitten in deze bibliotheek van de SGP, waar werken van orthodoxe christenen als Groen van Prinsterer vredig langs boeken staan over radicale communisten als Henk Sneevliet. De SP deelt dit deel van het Binnenhof al vele jaren met de SGP – de martelkamer die Kastein zo vreesde ligt in de oude kelder onder de SP-vleugel. Gerrit Kastein was een intellectueel, een neuroloog en psycholoog, die een belangrijke rol speelde in de vooroorlogse CPN en tijdens de oorlog bijzonder actief was in het verzet – en daarbij niet terugschrok voor geweld. Tijdens zijn arrestatie wist Kastein een SD’er in zijn been te schieten, maar een poging om zichzelf in de borst te raken mislukte. Door uit het raam van zijn verhoorkamer te springen voorkwam hij marteling en mogelijk het noemen van namen van kameraden.
Het is een bijzonder goed idee om dit kamertje naar Kastein te vernoemen.
De martelkamer die Kastein zo vreesde in de oude kelder onder de SP-vleugel
Bovenin het kamertje van Kastein