Het Wittte Huis heeft toegegeven dat het strikte beleid van president Obama om burgerslachtoffers te voorkomen bij drone-aanvallen, niet geldt in Syrië en Irak. Dit beleid werd vorig jaar door de president ingevoerd.
De verklaring werd naar buiten gebracht nadat er berichten naar buiten kwamen over een dozijn burgers, waaronder vrouwen en jonge kinderen, die waren omgekomen nadat de VS een Tomahawk-raket op het Syrische dorp Kafr Daryan afvuurden.
Syrische rebellenleiders hadden het dorp omschreven als een bolwerk van het aan Al-Qaeda gelieerde Al-Nusra. Na de luchtaanval kwamen er echter beelden naar buiten van doden en zwaargewonden die uit de puinhopen van een gebombardeerd huis voor ontheemden werden gedragen. Deze beelden zorgden voor ophef in Syrië, waar steeds vaker anti-Amerikaanse protesten zijn.
Het Witte Huis stelt dat burgerslachtoffers zo veel mogelijk worden voorkomen, maar dat het beleid dat men ‘zo goed als zeker’ moet zijn dat er geen burgers doelwit worden niet geldt.
De republikeinse politicus Adam Kinzinger maakt zich hierover niet veel zorgen. “Ik heb gehoord dat er burgerslachtoffers zijn, maar heb hier verder geen details over gekregen,” zegt hij. Hij vervolgt dat nu eenmaal niets perfect is, maar dat de Amerikaanse aanvallen altijd nog “minder erg zijn dan de wreedheid van het Assad-regime”.
