Het afstoten van militair materieel bij Defensie heeft kwaad bloed gezet in defensiekringen en de politiek. Dat schrijft De Telegraaf. “De minister houdt uitverkoop”, zegt CDA-Kamerlid Knops. “Het lijken de Drie Dwaze Dagen wel.”
Niet alleen het CDA is kritisch, ook defensiedeskundige Rob de Wijk heeft geen goed woord over voor het verkopen van materieel. “De bezuinigingen gaan nog steeds volle kracht vooruit. De hoop was juist dat de uitverkoop zou stoppen.”
Aanleiding voor de boosheid is de verkoop van 44 gloednieuwe rupsgevechtsvoertuigen aan Estland. Deze CV90’s waren vorig jaar al in de etalage gezet als onderdeel van een omvangrijke bezuiniging.
Maar met het toegenomen besef in de politiek dat de toenemende dreiging noopt tot het versterken van de slagkracht van de krijgsmacht, was sinds de zomer de hoop gegroeid dat de infanterievoertuigen behouden zouden blijven. De officiële verkoop aan Estland vindt plaats in december.
Extra wrang is dat de CV90’s pas net bij de landmacht in gebruik zijn. Het leger kocht de commando- en infanterievoertuigen in 2008 voor 4 miljoen euro per stuk. Doorverkoop aan Estland zou minimaal 130 miljoen euro moeten opleveren.Om commerciële redenen houdt Defensie de verkoopprijs geheim. De infanterie houdt nog 149 CV90’s over.
Buiten de rupsvoertuigen heeft Defensie nog meer in de aanbieding. 547 lichte pantserrupsvoertuigen (YPR’s), vijftien Leopardtanks, vier mijnenjagers, 32 pantserhouwitsers, drie AB412-reddingshelikopters, twee Fokker-50-passagiersvliegtuigen en het vipvliegtuig Gulfstream IV staan ook in de etalage. Van de negen Cougarhelikopters die op de verkooplijst stonden, blijven er mogelijk een paar behouden.