Interview

Europarlementariërs scoren met alles behalve hun echte werk

06-10-2014 11:35

“Europarlementariërs zijn volksvertegenwoordigers, geen ambtenaren”, houd ik enkele Europarlementariërs voor. Zij knikken allen instemmend. Er bestaan Europese verkiezingen en dus zijn zij per definitie gekozen. Dat de verkiezingen imperfect zijn door een gebrek aan media-aandacht, ontbrekende Europese kennis bij burgers en een lage opkomst, doet daar niets aan af. Maar de relatie van Europarlementariërs met hun achterban blijft uiterst broos. 

Geen bekendheid

Dennis de Jong (SP): “Het valt me altijd op dat Sophie in ’t Veld van D66 heel actief is en het langst in Brussel zit, maar niet zo bekend is als Hans van Baalen van de VVD en Wim van de Camp van het CDA. Ze zou minstens zo bekend moeten zijn. Ze scoort qua naamsbekendheid beter dan de meeste anderen hier, maar nog steeds is het mager. Een Europarlementariër die heel actief is en wetgevingsdossiers doet, moet bekender kunnen zijn.”

Bas Eickhout (GroenLinks) houdt zich bezig met emissiehandel: de handel in CO2, bedoeld om bedrijven aan te zetten tot minder uitstoot en zo klimaatverandering tegen te gaan. Hij zegt: “Ik heb een groen mandaat. De burger verwacht van mij dat ik ervoor zorg dat de economie groener wordt. Veel algemener kan ik het niet maken. Mensen weten niet wat GroenLinks precies doet in Brussel, maar ze mogen ervan uitgaan dat het groener zal worden.”

Onbegonnen werk

De uitdaging voor Europarlementariërs is hun gedetailleerde beleidswerk zo uit te leggen dat de burger er een beeld bij krijgt. Dit lijkt onbegonnen werk. Eickhout: “De burger merkt niks van ons werk en dit is deels ook de bedoeling, omdat over zaken waar de burger wel een gevoel bij heeft, zoals onderwijs en zorg, niet in Europa wordt besloten”.
Hij vervolgt: “Een Kamerlid heeft het ook niet over alle details. Wat weet je van nieuwe onderwijswetgeving?”

Paul Tang (PvdA) worstelt eveneens met de vraag hoe hij met zijn achterban moet omgaan. “Het Parlement werkt toe naar een compromis met de Raad,” vertelt Tang. “Dat is moeilijk uit te leggen aan de burger. Sommige veranderingen gaan traag.”
Ook in het Europees Parlement worden steeds weer compromissen gesloten. Tang: “Eendracht maakt macht. Waarom ben ik onderdeel van een Europese fractie? Omdat ik invloed wil hebben. We beseffen helemaal niet meer dat als we iets willen bereiken, we dat gezamenlijk moeten willen doen. Maar als ik een compromis moet gaan uitleggen, heb ik verloren.”

Uitzonderingen

Twee Europarlementariërs hebben wel enige bekendheid en komen bij de discussie over de achterban van Europarlementariërs prominent terug: de oud-Kamerleden Hans van Baalen en Wim van de Camp. Eickhout zegt schamper: “Afgemeten aan media-aandacht doet Van Baalen het inderdaad beter dan ik, maar afgemeten aan wetsveranderingen doe ik het beter.” Waarom krijgen Van Baalen en Van de Camp dan wel media-aandacht? De Jong wijst naar de journalistiek: “Dat komt omdat zij al op een lijstje van journalisten stonden.”

Niet iedereen is hier negatief over. Tang: “Ik zag Wim van de Camp pas geleden in de talkshow van Jeroen Pauw. Pauw stelde de vraag: ‘Wat heeft je werk in Europa hier nou mee te maken?’ Wim negeerde dat. Toch doet hij het wel goed, want hij zit in dat programma. Eigenlijk heb je als Europarlementariër twee doelstellingen. Je kunt je werk hier in Brussel vaak niet gebruiken voor publiciteit in Nederland. Dat kunnen aparte trajecten zijn. Dat is niet handig, want het betekent dat je als Europarlementariër twee banen tegelijk hebt.”

Niet neerkijken

Tang: “Je kunt volksvertegenwoordiger zijn door hier in Brussel je werk te doen, maar ook door te spreken in Nederland. Dat is een functie op zich. Als Hans van Baalen niet elke dag in Brussel is, kan hij toch een goede volksvertegenwoordiger zijn. Je moet daar niet op neerkijken. Het is niet of-of. We hebben in Nederland een paar uitstekende regionale volksvertegenwoordigers zoals Annie Schreijer van het CDA en Jan Huitema van de VVD.”

En zo werkt dat dus. Europarlementariërs die beleidsmatig het verschil maken, kunnen daar hun achterban nauwelijks mee bereiken. Dat kan wel door regionale binding en goede journalistieke contacten, maar die contacten komen meestal voort uit een vorige baan, buiten het Europees Parlement.

De grote vraag is: wordt een Europarlementariër ooit aangesproken op een ingenomen standpunt in het Europees Parlement waar de achterban het mee oneens was? Die kans lijkt voor de meesten van hen minimaal.

 

Onbekend Parlement is een serie van Chris Aalberts over het Europees Parlement.