Bij Nieuw Amsterdam zijn onlangs twee boeiende boeken verschenen over de gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. Allereerst is dat Na de catastrofe, samengesteld door Frits Boterman, Arnold Labrie en Willem Melching. Deze bundel bevat biografieën van belangrijke politici, schrijvers en kunstenaars die allemaal diepgaand door de Eerste Wereldoorlog zijn beïnvloed. Benito Mussolini veranderde van een linkse activist in een rechtse populist, Tomás Masaryk radicaliseerde zijn standpunt met betrekking tot de Tsjechische onafhankelijkheid, Frederik van Eeden zag zijn pacifistische droom in rook opgaan en de Zweedse kunstenaar Nils Dardel schilderde de laatste dandy.
Elk artikel in Na de catastrofe geeft een inkijkje in het leven en werk van belangrijke mannen en vrouwen uit de twintigste eeuw, en daarmee ook in de politiek en de cultuur na de Eerste Wereldoorlog.
Erg boeiend is bijvoorbeeld het artikel van emeritus hoogleraar moderne Duitse geschiedenis Frits Boterman over de beroemde schrijver Thomas Mann, die in oktober 1918, vlak voor de Duitse nederlaag, het pamflet Betrachtungen eines Unpolitischen publiceerde. Mann verdedigde, ondanks vier jaren bloed en ijzer, het Duitse Rijk en de Duitse Kultur tegen de Westerse ‘agressie’ en Zivilisation.
Volgens Boterman had dit pamflet alles te maken met de moeizame verhouding die Mann met zijn oudere broer Heinrich had, die er veel liberale denkbeelden op na hield. Thomas Mann was tegen democratie en verlichting vanwege zijn broer. Dat Thomas Mann zich uiteindelijk ook bekeerde tot het humanisme en daardoor voor de nazi’s moest vluchten is een transformatie die men in oktober 1918 niet voor mogelijk zou hebben gehouden.
Na de catastrofe is een interessant boek, vooral omdat de portretten zo verschillend zijn. Je komt daardoor aan een heleboel leuke feitjes en inzichten. Nadeel is dat aantal beroemdheden niet geportretteerd zijn. Winston Churchill ontbreekt, evenals Erich Ludendorf (de Duitse generaal maakte een hele interessante ontwikkeling door) maar bovenal schrijver Erich Maria Remarque. Deze drie zijn een stuk interessanter dan koningin Wilhelmina, dr. ir. C.J. de Groot, radiopionier in de tropen (dit verhaal is op zich trouwens best interessant, maar veel te specialistisch) en Piet Mondriaan die wel in het boek worden beschreven.
Daarnaast is de redactievoering soms een beetje slordig (ergens in het boek ontbreekt een complete alinea). Maar al met al een uitstekend boek voor iedereen die in de Eerste Wereldoorlog geïnteresseerd is en verder wil kijken dan de loopgraven.
Bij Nieuw Amsterdam verscheen ongeveer gelijkertijd het boek Revolutionair Rusland 1891-1991. Een geschiedenis van de Britse historicus Orlando Figes. De Russische Revolutie is een direct gevolg van de Eerste Wereldoorlog, die Rusland aan de rand van de afgrond bracht en zorgde voor een grote ontevredenheid bij het volk. Zonder de Eerste Wereldoorlog had het tsarenregime het misschien nog wel overleefd.
Figes vat de Russische Revolutie trouwens heel ruim op. Hij neemt in zijn Russische Revolutie niet alleen de mislukte revolutie van 1905 en de terreur van Stalin op, maar ook de hongersnood van 1891, de Tweede Wereldoorlog (die hij vergelijkt met de coalitieoorlogen tegen het revolutionaire en later het napoleontische Frankrijk) en de Koude Oorlog. Het resultaat is een fascinerend boek over 100 jaar Russische geschiedenis, maar bij een boek over de Russische Revolutie denkt men toch eerder aan een veel kortere periode.
Orlando Figes zelf heeft een vlotte pen, maar ook de Nederlandse vertaling van zijn boek is zeer leesbaar. Naast de bekende verhalen over Pantserkruiser Potemkin, gebedsgenezer Raspoetin, de Duitse steun aan Lenin, de machtsstrijd tussen Stalin en Trotski enzovoort enzovoort, kom je ook een heleboel nieuwe dingen tegen. Ondergetekende wist bijvoorbeeld niet dat Das Kapital van Karl Marx als eerste in het Russisch werd vertaald. Ook het feit dat Lenin bewust aanstuurde op een grootschalige burgeroorlog, omdat hij bang was dat de Russische Revolutie net als de Parijse Commune van 1871 in een vroeg stadium zou mislukken, was mij niet bekend.
De Eerste Wereldoorlog schiep een boel verwarring, maar daarnaast ook een boel verwachting. Het communisme kreeg vaste voet aan de grond in Rusland, in 1922 namen de fascisten de macht over in Italië en in Duitsland begon de nazi-partij aan haar opmars. Van de drie moderne massa-ideologieën bleef het communisme het langst bestaan. Pas in 1991, meer dan zeventig jaar na de wapenstilstand van 1918, viel voor de Sovjet-Unie het doek. Daarmee kwam ook een einde aan wat historici wel de korte twintigste eeuw hebben genoemd.
Voor de liefhebbers: het optreden van Figes in De Balie kunt trouwens hier bekijken.