Extreme cinema (3): Carne / Seul Contre Tous

04-11-2011 14:00

Elke vrijdag bespreekt Joep Smaling voor DeJaap.nl een controversiële film van een regisseur die geweld en ander expliciet realisme niet schuwt. Het is een verkenning van extreme cinema vlak voor en na de millenniumwisseling. Wat willen deze regisseurs die de scalpel hanteren en hun kijker eerder opzadelen met een gevoel van onbehagen dan een fijne filmervaring? Is het simpel effectbejag of zijn hun intenties anders van aard? Het wordt een tienluik dat begint met Funny Games (Haneke, 1997/2007)). Hierna volgen Carne/ Seul Contre Tous (Noe, 1998) The War Zone (Roth, 1999), Baise Moi (Despentes, 2000), Irreversible (Noe, 2002), Twentynine Palms (Dumont, 2003), The Great Ecstasy of Robert Carmichael (Clay, 2005), Martyrs (Laugier, 2008), Srpski Film (Spasojevic, 2010).

Een film die nog niets van zijn zeggingskracht verloren heeft is Seul Contre Tous uit 1998. Dat geldt eveneens voor de prequel van deze film, het kortere en onbekendere Carne. Dat is knap, aangezien beide films in de vorige eeuw gemaakt zijn en zich ook nog eens in het Frankrijk van begin jaren tachtig afspelen. Waarom? De sentimenten zijn actueel. Omdat de haat van de gefrustreerde burger – het thema in beide films – van alle tijden is. Omdat crisis en de veranderende samenleving – de multicultuur – ook nu nog, misschien wel meer dan ooit, leiden tot frustratie en rancune. Gaspar Noe schetst in zijn debuutspeelfilm geen gelaagd portret vol verzoening en hoop. In tegendeel: hij zoomt in op de allerzwartste gedachten die een driftige, werkloze paardenslager met zich mee kan torsen, en zet alle middelen in om de impact ervan te verhevigen.

Alleen in het donker
De slager, subliem vertolkt door Philippe Nahon met zijn grimmige, liploze mond, is misschien wel het meest nihilistische personage uit de filmgeschiedenis. In zowel Carne als Seul Contre Tous wordt de kijker zijn belevingswereld ingezogen. Zijn innerlijke monoloog, die hij met steeds meer venijn uitspuugt, dramt voortdurend door. Is de toon aanvankelijk gedeprimeerd, verslagen, langzaamaan wordt die steeds overspannener en gewelddadiger. Het leven is een grote pikzwarte leegte, vriendschap is onzin, zingeving bestaat niet, je wordt voortdurend genaaid door de rijken en andere elitaire figuren die er zogenaamd een verheven moraal op na houden. En ja, zelfs de dood opent geen deuren. Neuken is het enige waar wij mensen voor bestemd zijn en met een beetje pech zorgen die paar seconde extase voor een nieuw leven vol lijden. Nee, het zonnetje in huis is hij niet. Maar de slager heeft dan ook weinig om vrolijk over te zijn. Hij zat jaren in de gevangenis vanwege de moord op een allochtone bouwvakker die hij verdacht van verkrachting van zijn autistische dochter. De vrouw met wie hij haar verwekte is ervandoor gegaan en heeft later zelfmoord gepleegd. Zijn zaak ging failliet; een slagerij die tot zijn grote schrik fantastisch loopt onder leiding van de nieuwe, arabische eigenaar. Hij woont samen met de eigenaresse van een kroeg – naar wie hij consequent verwijst als ‘de koe’ – en haar moeder. De kroeghoudster is tot zijn grote spijt zwanger van hem geraakt en hij heeft geen enkel uitzicht op een baan. En ja, het kan altijd nog erger, ook incestgevoelens zijn hem niet vreemd.

Compromisloos
Er zijn niet veel filmmakers of schrijvers die zo’n personage ten tonele durven te voeren. En als ze het al doen nemen ze, impliciet of expliciet, afstand van het karakter. Noe doet dat niet. Sterker nog, met allerlei cinematografische ingrepen als snelle zoomshots, gecombineerd met geluidseffecten als pistoolschoten en lompe, bijna schermvullende blokletters – ‘Leven is een egoïstische daad’ – komen de daden en gedachten en van slager des te harder aan. Carne opent zelfs met een lange scene waarin een paard wordt geslacht. Nee, lief voor zijn publiek is Noe niet. Maar zijn compromisloosheid – kijkt u maar: dit is het leven, het vlees, de haat – is tevens zijn kracht. Carne noch Seul Contre Tous is een film die troostende illusies verkoopt om ons zacht in slaap te wiegen. Het zijn geen films waarin ‘alles’ goed komt. Er is geen nieuw levensveranderend inzicht. In plaats daarvan geconcentreerde ellende, rauw en ongecensureerd, en u, die het er maar mee moet doen.

Waarom dan toch kijken? Is de werkelijkheid niet gruwelijk genoeg? Moet de cinema ons eraan herinneren in wat voor wereld wij leven? Ja. Wel als die cinema waarachtig wil zijn, als afspiegeling van de werkelijkheid waardoor wij die werkelijkheid beter gaan begrijpen. Maar er zijn meer redenen. Bijvoorbeeld omdat Noe met zijn filmkunst niet alleen grenzen verkent, maar er met 200 kilometer per uur overheen raast. Omdat hij film niet inzet als middel om te entertainen, maar om te verontrusten, om vragen op te roepen, om te confronteren. Omdat zijn films nog lang in je hoofd blijven nagalmen, als een nachtmerrie die je maar niet van je af kunt schudden. Een unieke ervaring is het ontegenzeggelijk, zowel Carne als Seul Contre Tous. En wat je er vervolgens mee doet is geheel aan jou.