In The Economist verscheen vorig jaar een interessant stuk over Max Webers begrippen ‘ethiek van overtuiging’ en ‘ethiek van verantwoordelijkheid’. Het ging daarin met name over de Duitse situatie, waarin volgens de auteur Angela Merkel worstelt met de keuze tussen (de vergelijkbare termen in het Duits) – ‘Gesinnungsethik’ en ‘Verantwortungsethik’. In het artikel stond dat Merkel bijvoorbeeld in de euro-crisis terughoudend instemde met schuldenverlichting en haar verantwoordelijkheid nam om zo de valutazone bij elkaar te houden – maar met het openzetten van de grenzen op 4 september 2015 “weer weg galoppeerde met een ethiek van overtuigingen”.
Kennis over deze begrippen is voor mij, als ‘nieuwe Duitse’, natuurlijk onontbeerlijk maar ik las daarmee eigenlijk ook iets herkenbaars over Nederland – over de dikke muur die staat tussen het Nederlandse ‘Gesinnungs’-kamp en het ‘Verantwortungs’-kamp, tussen (daar is ie alweer) grofweg ‘links’ en ‘rechts’ (hoewel rechts met de EU ook met blinde overtuigingen weg galoppeerd). Ja, ik generaliseer hier tussen mensen die uit overtuiging handelen (‘het voelt goed en na mij de zondvloed’) en zij die handelen vanuit verantwoordelijkheid (‘het leven is geen marsepein, de mens is niet per definitie goed en we moeten ons naar de minst erge situatie toe onderhandelen’) maar het is een nuttige generalisatie, denk ik, omdat de keuze voor de ene ethiek of de andere geen tijdelijke hersenschim is, maar werkelijk de groepen verdeeld houdt.
De invloed van de werkelijkheid op de ethiek van voorkeur is daarbij gering, hoewel dat voor de Verantwortungsethik beduidend minder geldt, omdat die nou juist de werkelijkheid als vertrekpunt neemt – ten koste van mooie idealen, maar ook gevangen in het feit dat je de werkelijkheid maar zo goed kunt kennen. Ook ik geef vaak met een gevoel van spijt en rouw idealen op, omdat ik ze gewoon niet verwezenlijkt zie in de echte wereld. Maar liever dat, dan een helse utopie, denk ik dan. Ik zou graag zien dat de maatschappelijke werkelijkheid de gecorrumpeerde ‘ethiek van overtuigingen’ nu inhaalt maar haar wezen kan niet anders dan volharden. Vandaar de wereldvreemde ontwikkelingen bij links, die vrijheid van meningsuiting willen beperken, populisme als het grote probleem zien – en aan een soort ‘suïcidaal zelfbehoud’ doen. Het ideaal moet intact blijven.
Hoewel ik uit het stuk niet veel wijzer werd over welke ethiek nu eigenlijk dominant is in Duitsland, maakt dat niet zo veel uit realiseer ik mij. Het onderscheid tussen – simpeler gezegd – idealisme en pragmatisme, (dat overal ter wereld een rol speelt) is meer een kwestie van politieke en religieuze kleur dan nationale cultuur. Zoals de deskundigen die in het stuk aan het woord komen ook vaststellen.
“Het heersende standpunt vandaag de dag is dat Duitsland leunt op de ethiek van overtuigingen, zegt Wolfgang Nowak, die adviseur was van kanselier Gerhard Schröder. Het naoorlogse verlangen van de Duitsers om hun nazi-verleden te boven te komen door extravagante morele posities in te nemen, verergerde die neiging. Over het algemeen is de ethiek van overtuigingen inderdaad het meest voorkomend onder links en protestanten, en iets minder onder conservatieven en katholieken, aldus de socioloog Manfred Güllner. Zo geven de sociaaldemocraten, die zichzelf als de kruisvaarders voor sociale rechtvaardigheid beschouwen, vaak de indruk dat ze niet alleen niet in staat zijn maar ook onwillig zijn om te regeren zodat ze niet daadwerkelijk verantwoordelijkheid hoeven te nemen, denkt Güllner.”
Ook in Nederland is het idealisme, de ‘ethiek van overtuigingen’, dominant in de linkse politiek, zoals we de afgelopen weken duidelijk konden zien bij Jesse Klaver, maar ook decennialang bij de PvdA, die integratieproblemen kon negeren, want idealen gaan voor hè, en in toenemende mate bij het rechtse midden dat met de EU ook afhankelijk van (lege) idealen is geworden. Dat idealisme is echter niet vol te houden zonder, met de ongemakkelijke waarheid op de hielen, andere dingen de schuld te geven: het populisme, de verharding, de intolerantie van de witte medemens, de crisis, het internet, racisten, armoede, de klimaatvervuilers. Om het monster van overtuigingen en idealen in weerbarstige tijden in leven te houden, wordt de schuld in het andere kamp noodgedwongen steeds groter, een proces dat momenteel duidelijk zichtbaar is en waar de ‘ethici van de verantwoordelijkheid’ onvoldoende antwoord op hebben – want geen idealen. En – met de foto’s van aangespoelde kinderen, vredelievende moslims, en orkanen in India – enorm vatbaar voor misbruik van hun verantwoordelijkheidsbesef, zie ik overal om mij heen.
Max Weber, aangehaald in het stuk als geestelijk vader van de begrippen, heeft al in 1919 een oproep gedaan op te houden met de ‘ethiek van overtuigingen’, de ‘luchtfietserij’, omdat het (toen vlak na de Eerste Wereldoorlog) de situatie verlamde en de opbouw van Duitsland belemmerde.
“Weber beschreef een “onpeilbare oppositie” tussen de twee vormen van ethiek: ‘Degenen die hun overtuigingen volgen willen hun eigen morele zuiverheid behouden, ongeacht wat de gevolgen van hun beleid op de de echte wereld zullen hebben. Als een daad van goede intenties tot slechte resultaten leidt, dan zijn niet zij, maar de wereld, of de domheid van andere mensen of God’s wil schuldig aan het kwaad.
Iemand die geleid wordt door verantwoordelijkheid houdt daarentegen rekening met de gemiddelde tekortkomingen van mensen. Hij heeft niet het recht om hun goedheid of perfectie te veronderstellen. Zulke ‘verantwoordelijke’ politici zullen verantwoordelijkheid nemen voor alle uitkomsten van zijn beleid, zelfs onbedoelde’. Weber liet geen twijfel bestaan over zijn sympathieën. De ethiek van overtuigingen, zei hij, waren “in negen van de tien gevallen luchtfietserij”.
Die luchtfietserij is precies wat we nu ook zien bij het Europese project dat heel hard ‘verantwoordelijkheid’ roept naar EU-burgers maar niet meer is dan blind idealisme, ethiek van overtuigingen, ‘een manier voor Duitsland om die eeuwige schuld middels het afstaan van soevereiniteit van zich af te schudden’, aldus de auteur van het stuk. ‘Het is een doorn in het oog van de conservatieven die stellen dat overtuigingen niet alleen onpraktisch kunnen zijn maar ook verkeerd – en wat niet werkt, kan ook niet moreel zijn.’
Zoals voorspelt door ‘ethici van de verantwoordelijkheid’ (die in de kringen van Merkel verkeren) is de ‘wir schaffen das’ aanpak van Merkel helemaal niet goed gevallen, blijkt uit het stuk. Duisters vinden ondanks het geschetste beeld van de Willkommenskultur onpraktisch idealisme namelijk wel degelijk immoreel. Ze vinden dat er teveel van ze wordt gevraagd. Een beetje zoals je nu de GroenLinks stemmers ziet reageren op Jesse Klaver. Ze zeggen tegen hem in open brieven in de krant: idealisme is mooi, maar het moet wel haalbaar blijven. Ze zijn ‘teleurgesteld’ in hun linkse politici, maar begrijpen niet dat er helemaal geen praktisch plan is. Het is allemaal Gesinnung. Ze begrijpen niet dat ‘ethici van de overtuiging’ over idealen niet onderhandelen – zeker niet als die idealen een vermomming zijn voor het gebrek aan verantwoordelijkheid.
Ik geloof niet dat Klaver van zijn ‘idealen’ zal afwijken, omdat hij niet geïnteresseerd is in de consequenties van zijn beleid (en omdat hij te veel geïnvesteerd heeft in de leugens waar de asielindustrie goed van leeft). Ook bij Merkel zie je hoe ze na twee jaar open grenzen nog steeds niet van gedachten is veranderd over ‘wir schaffen das’. Daarmee lijkt de ‘ethiek van verantwoordelijkheid’, die in Duitse regeringen lange tijd de norm was, definitief plaats te hebben gemaakt voor de door Max Weber terecht gehekelde ‘ethiek van overtuigingen’. Dat zouden kiezers moeten inzien, want het is geen goed democratisch teken.