Onder het kopje ‘feminisme’ op een pagina van de Vrij Nederland, kijkt de Belgische schrijver, dichter en columnist Herman Brusselmans mij vanochtend schamper aan. Daaronder staat: ‘Ik ben een overschatte eikel met vies lang haar’. Dat is meteen het mooiste gedeelte van het artikel, van singer-songwriter en feminist Aafke Romeijn, dat daaronder verdergaat als een lange, blinde lintworm op zoek naar narcistische voeding in het lichaam van de lezer. Het stuk is een reactie op een Nieuwe Revu column van Brusselmans, die iets naars zegt over de heilige Anouk en Karin Bloemen: ‘seksisme’, vindt Romeijn. Inmiddels heeft CPNB-persvoorlichter Peter Rosendaal Nieuwe Revu in de ban gedaan vanwege Brusselmans. Het einde der tijden nadert.
Dat Brusselmans nou eenmaal iedereen afzeikt, interesseert Romeijn niet. Want ‘als je buurman vuilnis op jouw balkon flikkert en je daarover klaagt en het antwoord is dat je niet moet zeiken omdat hij dat bij iedereen doet, dan maakt dat zijn vuilnis niet minder smerig’. Ik hap naar adem na deze zin. Ik ken dit soort zinnen, ze zijn het product van non-imaginaire geesten die, bij gebrek aan ideeën, de hele tijd druk zijn met anderen intellectueel af te snijden (waarbij intellectueel slaat op die ander), zonder er iets voor in de plaats te stellen. Druk zijn met het beroven van Brussel- en andermans levensplezier ook. Van de zin in het leven eigenlijk.
De kern van haar stuk, als je een hersenschim een kern wilt noemen, is dat ze nu geen biertje meer wil drinken met Brusselmans (ze heeft zijn tweet aan hem erbij gezet), dat hij dat zeiken alleen doet voor de ‘clicks’ en dat ‘witte mannen zich bedreigd voelen door alles wat een kut of een kleurtje heeft’. En geheel voorspelbaar is daar tot slot ook nog de oproep aan Nieuwe Revu om zulke dingen niet meer te plaatsen, wat op zijn beurt weer een hoop virtue signalling bij andere mislukte mensen uitlokt.
Dames en heren: ’feminisme!’
Romeijn: ’Ik hoop op tijden waarin diezelfde clicks gegeneerd worden door interessante journalistiek in plaats van plat seksisme, maar dat zal mij dan wel weer een naïef zeikwijf maken.’ Over ‘smerige mannen’ schrijven als problematisch ‘seksisme’ is in ieder geval geen interessante journalistiek, of überhaupt journalistiek. Romeijn zou interessante journalistiek helemaal niet overleven, schrijvend dan wel lezend, dat zou de zuurstof uit haar slachtofferrol zuigen. Bam, weg. Romeijn kent daarom maar één trucje zoals zo veel ‘feministen’, het prediken van onvrijheid voor anderen, opdat zij die ruimte kunnen innemen. Ik zei het al: lintworm.
Wat Romeijn doet is het omgekeerde van iets voorstellen, van talent en ‘gelijkheid van geslachten’ verdedigen, wat in ieder geval feminisme zou moeten zijn. Ze heeft geen intellectuele wapens, of humor die je kunt gebruiken om of ergens boven te gaan staan, of de ander van repliek te dienen:
‘Hé Brusselmans, gaat ie lekker met je vieze haren, veeg je daar ook je reet mee af?’ En als ze dat zou zeggen dan zou ze nog 800 woorden over hebben om iets anders op te schrijven, of slechte liedjes te maken. Een euro kun je immers maar een keer uitgeven, een ideologische strijd ook, maar dat lijken de feministen van tegenwoordig niet te snappen. There’s a cultural war out there.
Ga alsjeblieft gewoon muziek maken voor DWDD-publiek, dat is tenminste nog iéts. In vredesnaam houd op met die oorlog tegen het onfatsoenlijke, tegen het seksisme van mannen, het is een gapende afgrond, vernietigend nihilisme. Richt je pijlen op andere zaken: gratis kinderopvang, emancipatie moslimvrouwen, vrijheid van expressie, een serieuze plek aan tafel met de mannen, financiële onafhankelijkheid, etc. Wees iets onafhankelijk van mannen, zonder ze te haten. Ze zijn ook van mij.
Want als we al die ‘smerige mannen’ in de afgrond hebben gegooid, wat dan? Wat hebben wij dan bereikt? Helemaal niets. En dan kun je wel over Bert en Ernie beginnen Aafke Romeijn, over dat ‘als mannen niet willen luisteren ze misschien een banaan in hun oor hebben’, maar dikke kans dat ze je gewoon oninteressant vinden. Saai. En dus onaantrekkelijk. En ik ook. Als ik nu niet zo snel zou tikken, zou ik slapen, op mijn toetsenbord, lang en diep. Tot het vanzelf tijd wordt om weer wat te doen. Mijn ene euro aan iets anders te besteden.