Dat de Islamitische Staat zichzelf Islamitische Staat genoemd heeft getuigt van een ambitieuze agenda. Zij pretendeert meer te zijn dan een ideologische beweging. Zij wil een staat inrichten op basis van haar interpretatie van de Sharia. De manier waarop IS haar staat inricht trekt de belangstelling van journalisten en wetenschappers. Een ideologische beweging zijn die een gewapende strijd aangaat met tegenstanders is een ding, een staat besturen is iets anders. Dan moet ervoor worden gezorgd dat de vuilnis wordt opgehaald, dat er gas, water en licht is en de bussen op tijd rijden. Het bizarre is dat Islamitische Staat dat allemaal aanpakt. Natuurlijk kennen we Islamitische Staat vooral van de gruwelijke onthoofdingsfilmpjes en de jacht die zij maakt op iedereen die volgens haar interpretatie van de Sharia niet door de beugel kan, en dat zijn er velen: yazidis, sjiieten, Koerden en ongelovigen in het algemeen.
Maar zij doet veel meer dan dat. Zo verscheen er op internet een video die verslag doet van het offerfeest in de zelf verklaarde hoofdstad van IS, Raqqa. De video wordt omlijst met gregoriaans aandoende zang, zeker niet onaardig in het gehoor klinkend, en met een zekere aandoenlijkheid worden de feestelijkheden rond het offerfeest in beeld gebracht. Aan het einde van de video zien we kinderen op hun paasbest (…) in een kermisje compleet met draaimolens (minuut 11:30). Hoe vredig zijn de tafereeltjes. De PR-machine van IS, toch al zo goed georganiseerd en professioneel van aard, heeft weer een puik product online gezet. De enige scene die PR-technisch niet paste in het filmpje is de Duitse jihadist die in het Duits verklaarde dat ‘we nu schapen slachten’ maar straks ‘de ongelovigen gaan slachten’ (minuut 9:30).
Overigens wordt in de Arabischtalige wereld naar IS verwezen met de term Daesh, die je ook steeds meer, geschreven in het Latijnse alfabet, tegenkomt in met name Franstalige media. Het is de Arabische afkorting van de vroegere term ‘Islamitische Staat in Irak en Syrie’. Waarbij de D voor staat staat (dawla), de a voor islamitisch (hoe dat zit is een heel ingewikkeld spellingsverhaal), de E voor Irak en de Sh voor Syrië.
Ook de Nederlandse media doen verslag van de staatsvorming van IS, zoals het programma Nieuwsuur in de week van 6 oktober. In haar item van dinsdag 7 oktober komt radicaliseringsexpert Shiraz Mahler van het Londense King’s College aan het woord. Een uitspraak van hem riep irritatie bij me op. Het is het type uitspraken dat vaak gebruikt wordt in verwijzingen naar dictaturen, namelijk dat je er van alles over kunt zeggen, maar dat het tenminste wel veilig was op straat. Hij verwees in dezen naar de periode van Saddam Hoessein, een meedogenloze dictator, maar ’s nachts op straat overkwam je niets. Daesh zou van hetzelfde type zijn.
Ik moest toen denken aan Abou Ibrahim, drijvende kracht achter de website Raqqa is Being Slaughtered in Silence, die keer op keer verhaalt van de desastreuze effecten van het totalitaire systeem waar Daesh voor staat. Zo vertelde hij dat er sinds het offerfeest minstens 30 jonge mensen van tussen de 16 en de 20 jaar naar het IS-front gestuurd waren en dat deze alle omgekomen waren. Deze jonge mensen waren verplicht een soort van militaire opleiding te volgen. En nu waren ze dood. Ook zette hij een aantal foto’s on line waarop te zien is hoe jonge kinderen ‘executietje’ spelen. Een rijtje kinderen zit op de grond, andere kinderen staan achter hen met speelgoedpistooltjes op de nekken van de zittende kinderen gericht. Huiveringwekkend. Het mag dan veilig op straat zijn in de IS-steden en dorpen, de kinderen zijn niet beschermd tegen haar uiterst gewelddadige ideologie. Het valt te betreuren dat Nieuwsuur die ‘relativering’ niet maakte.
Op maandag 6 oktober nam ik deel aan de debat aan de Universiteit van Amsterdam over IS, de zaal was afgeladen vol, en dat kwam niet omdat ik meedeed, maar vooral omdat er een live verbinding zou worden gemaakt via skype met Abou Ibrahim. Hij sprak het publiek toe, dat hem met een heel warm applaus beloonde. Abou Ibrahim vertelde mij later daar zeer van onder de indruk te zijn. Die avond kwam er echter ook een Tweet binnen op mijn timeline waarop stond “He will be found and executed”. Dan komt de strijd wel heel dichtbij.
De vorming van de Islamitische Staat is een humanitaire ramp maar tegelijkertijd ook een die de aandacht trekt van journalisten en academici zoals ikzelf. De kunst is er op een humanitair, journalistiek en academisch verantwoorde manier verslag van te doen. Dat dat een heel lastige taak is mag duidelijk zijn.
ThePostOnline is niettemin begonnen met een serie ‘Berichten uit de Islamitische Staat’ die gebaseerd is op gesprekken die gevoerd worden met boven genoemde Abou Ibrahim en zijn kameraad Abou Mohammed die nog in Raqqa verblijft. De serie beoogt enerzijds een zakelijke beschrijving te geven van de manier waarop Daesh haar staat inricht en anderzijds de vaak dramatische effecten ervan op de gewone mensen. Klik hier voor de serie in het Nederlands en hier voor de Engelse versie.