Sinds kort is er een nieuw speeltje voor strategisch analisten op de markt: iTrace, door de NGO Conflict Armament Research. Dit EU-gefinancierde project houdt de precieze locaties bij waar illegaal wapentuig opduikt in conflictgebieden. Het geheel wordt voorzien van foto’s zodat per signalering een uitgebreide case analyse kan worden losgelaten. Op die manier is eindelijk aan te tonen wat analisten al jaren roepen: rebellen bewapenen is nooit een goed plan, want het wapentuig duikt niet zelden bij de tegenpartij op. Het project laat ook zien dat ISIS tegen de eigen beweringen in niet beschikt over bovennatuurlijke krachten, en dat het strategische gedrag van ISIS ondanks haar onconventionele opkomst op het wereldtoneel in de nabije toekomst heel makkelijk in kaart is te brengen.
Dat rebellen bewapenen geen goed plan is, dat zouden de Amerikanen na de creatie van eigen golems zoals Bin Laden onderhand wel moeten weten. Helaas is niets minder waar, want ook in de internationale betrekkingen geld het adagium if a plan is not working out, just stick to it. Ook Nederland wilde haar steentje bijdragen en bewapende de Koerdische oppositie, uiteraard op de ons zo vertrouwde polderiaanse wijze: met helmen en scherfvesten. Dat het onderscheid tussen ‘defensief’ en ‘offensief’ in dit geval meer te maken heeft met framing en de Nederlandse neiging om “iets” te doen, maar ook weer niet zó veel dat je er verantwoordelijkheid voor hoeft te dragen – dat laten we even achterwege.
In de kern is ook Nederland wel degelijk bereid om oppositiepartijen te voorzien van militaire middelen, omdat dit vaak wordt gezien als de next best thing na een volledige militaire interventie waar grondtroepen voor nodig zijn. Zolang je partners op de grond hebt die dat gedeelte van de klus voor je klaren (zoals in dit geval de Koerden), ben je met het sturen van militair materieel klaar en hoef je niet de politieke verantwoording te dragen voor een grondoffensief.
Toch dient dit schijnbare wondermiddel van militaire inmenging zonder militairen te sturen met een grote korrel zout te worden genomen. Nu stuurt Nederland helmen en scherfvesten. Hadden we wapens gestuurd, dan hadden we dankzij het iTrace-project mogelijk heel snel kunnen zien waar ze in werkelijkheid zouden opduiken en hoe snel ze daarheen werden getransporteerd. Want wapens blijven lang niet altijd op de bedoelde plek – al dan niet opzettelijk duiken ze vaak elders op, en ook niet zelden worden ze dan nog tegen je gebruikt ook.
Zo wijst het opduiken van wapens en munitie uit respectievelijk Rusland en Iran (beiden bondgenoten en wapenleverancier van het Assad regime) dat ISIS het nodige heeft weten weg te kapen uit het Syrische regeringsleger. Doordat wapens zijn gevonden met opschrift “property of US Govt” wijst op het leegroven van het door de Amerikanen opgetuigde Iraakse leger, een feit waar we al een tijdje regelmatig beelden van zien opduiken: ISIS verplaatst zich openlijk in Amerikaanse tanks, Humvees en pickup trucks.
In enkele gevallen is het ook het serienummer van gevonden wapens verwijderd, wat wijst op de transitie van legaal (staatsbezit) naar illegaal (niet-statelijk) bezit. Deze handeling wordt wel vaker gericht bij het verstrekken van wapens aan rebellengroeperingen, maar kan tegelijkertijd een kwestie van particuliere wapenhandel zijn. Zo wijzen de nieuwere (vaak Chinese) wapens er op dat deze particuliere wapenhandelaren hun weg door de woestijn prima weten te vinden. Hoewel het rapport claimt dat nieuwe opkomende exportlanden zoals Soedan goed vertegenwoordigd zijn, is het nog maar de vraag of twee patronen uit een sample van 1703 ammunitiepatronen voldoende is om deze conclusie te trekken. Dat ze hun weg weten te vinden, zoveel is duidelijk, maar hoe diep Soedanese ammunitieaanbieders de markt in het Midden Oosten hebben weten te penetreren blijft vooralsnog onduidelijk.
De mooiste vondst zijn in ieder geval de antitank-raketten die identiek zijn aan de modellen die Saoedi-Arabië in 2013 leverde aan wat destijds bekend stond als de “Free Syrian Army” franchise. Hiermee is het lang bestaande vermoeden bevestigd dat de controle en coördinatie over verstrekte wapens zeer lastig is. Daarnaast geeft het ook aan, zoals IB-professor Stephan Walt al eerder opmerkte, dat wanneer je mensen bewapent, zij machtiger worden. En naarmate die macht toeneemt, groeit de vraag hoe lang het duurt voor ze besluiten niet meer naar je te luisteren.
Het tweede punt wat met dit onderzoek wordt aangetoond, is hoe ISIS strategisch te werk gaat. De snelheid waarmee bepaalde wapens opduiken laat zien hoe snel en mobiel de ISIS-troepen zijn. Zo is er binnen twee weken 500 kilometer overbrugd om ammunitie en wapentuig naar een belangrijk knooppunt te krijgen: Ayn Al-Arab, in het recente nieuws beter bekend geworden als Kobani. Het onderzoek en de bijbehorende bevindingen stammen uit september, terwijl ISIS begin oktober overging tot actie. Hier wijzen die bevindingen er op dat het beleg van Kobani niet zozeer voortkwam uit een “verzwakking van het Koerdisch verzet”, zoals Nu.nl en AP berichtten, maar met een goed gecoördineerde omsingeling door ISIS – een feit dat op voorhand enigszins te voorspellen was.
Aan de hand van deze wapenmobiliteit en dit soort analyses, kunnen dus nieuwe strategische moves van ISIS in kaart worden gebracht en voorspeld. Er is een reden waarom bijvoorbeeld het menu van militairen op uitzending nooit bekend is: geen enkel leger zit te wachten op kennis over de aanvoerroutes en de snelheid hiervan. Zodra bijvoorbeeld de vijand op een dieet van kolen zit, dan weet je dat het logistiek gezien niet best gaat met de aanvoer van ‘krachtvoer’, en kan je hier dus een offensieve strategie op plotten.
Bij het achterlaten van broodkruimels in de vorm van wapens en ammunitie, zoals ISIS per ongeluk doet, is dit precies hetzelfde. En zo lijkt het zwakke punt van ISIS steeds beter naar voren te komen: hun propaganda-gegil zorgde er al voor dat de Britse onderzoekssite Bellingcat.com ISIS-trainingskampen wist te lokaliseren, simpelweg door rekruteringsfilmpjes te bekijken en met beelden uit Google Maps te vergelijken. En Conflict Armament Research heeft met hun iTrace-project (wellicht onbedoeld) een proefmodel gedraaid die de strategische zetten van ISIS kan voorspellen op basis van hun logistieke doorzichtigheid. Het is juist die doorzichtigheid en extreme transparantie die ISIS zwak maakt – war is deception, tenslotte. En zo blijkt er toch nog een voor de coalitietroepen nuttige zijde aan de schreeuwend propagandistische religieuze zendingsdrang van de ISIS-terroristen te zitten.
Dit artikel werd ook gepubliceerd op Stukje Duiding.