De politie erkent dat het niet lukt om aan alle verzoeken van buitenlandse politiediensten te voldoen. “Er ligt te veel werk voor te weinig mensen”, zei Henk Bril, het hoofd van de landelijke informatieorganisatie van de politie dinsdag. Hij reageerde op een artikel in het AD.
De krant kreeg vertrouwelijke documenten in handen waarin staat dat de politie ruim 3900 buitenlandse rechtshulpverzoeken en 5800 signaleringen van vermiste personen nog niet heeft behandeld. “Het zijn dagkoersen, maar die getallen kloppen wel”, aldus Bril. Hij vertelt dat het Landelijk Internationaal Rechtshulpcentrum in Zoetermeer (LIRC) steeds meer berichten en verzoeken binnenkrijgt. “Enkele jaren geleden kregen we ongeveer 200.000 berichten per jaar, nu zijn dat er zo’n 350.000.” Het personeelsbestand groeide niet zo snel mee.
Bril benadrukt dat de urgentie van alle binnenkomende berichten wel wordt ingeschat. Eerst gebeurde dat door één persoon, inmiddels is het standaard dat verscheidene mensen beoordelen of een zaak direct aandacht behoeft of langer kan wachten. “De berichten variëren van een vraag over een kenteken tot een waarschuwing voor een rondreizende terrorist”, legt Bril uit. Een goede schifting is daarom cruciaal. “We willen niets missen.”
De chef van de informatieorganisatie zegt dat de politie kijkt naar meer mankracht, maar hij zoekt de oplossing ook in automatisering. Ook daar gaat nu nog veel fout, meldde het AD. Ook Bril wil verbetering zien. “We krijgen bijvoorbeeld via vijf kanalen informatie binnen en elk van die kanalen heeft zijn eigen systeem. Een betere koppeling kan het werk efficiënter maken, nu komt het nog voor dat gegevens dubbel moeten worden ingevoerd.”
Anp