Politiewerk dreigt volgens de politietop ‘complexer en stroperiger’ te worden door de plannen die het ministerie van Veiligheid en Justitie heeft met het Wetboek van Strafvordering. Korpschef Erik Akerboom vindt dat de plannen politiemensen opzadelen met meer administratief werk. De wet draagt volgens hem ook nog ‘onvoldoende bij aan het versterken van de opsporing’.
In het wetboek staat onder meer wat de bevoegdheden van de politie zijn en aan welke regels het politiewerk moet voldoen. Het stamt uit 1921 en is hard toe aan modernisering, daar zijn alle betrokkenen het over eens. Maar op de uitwerking is forse kritiek.
Vrijwel alle politiemensen krijgen te maken met de nieuwe wet en zullen dus bijgeschoold moeten worden. De politie heeft 150 specialisten laten meedenken over de voorgestelde wijzigingen. Die hebben in totaal honderd suggesties voor verbeteringen gedaan. Akerboom heeft verantwoordelijk minister Stef Blok gevraagd de plannen aan te passen.
Het ministerie benadrukte dinsdag dat de wetgeving nog in de maak is en het ‘te vroeg is om conclusies te trekken’ over administratieve lasten. Wel legt het ministerie uit dat de inzet van ingrijpende bevoegdheden goed getoetst moet worden. “Zo’n toetsing is geen administratieve last, maar een rechtsstatelijke waarborg dat bevoegdheden zorgvuldig worden uitgeoefend.” De inbreng van de politie heeft volgens het ministerie al ‘op veel punten’ tot aanpassingen geleid. De politie vindt zelf echter dat ‘de balans vooralsnog negatief uitslaat’.
Het papierwerk is niet het enige probleem. De politietop vindt ook dat niet genoeg is nagedacht over zaken als de digitalisering van de samenleving en de snel groeiende hoeveelheid data. Verder ziet de leiding een gebrek aan vertrouwen in de ‘professionaliteit en het vakmanschap van de opsporingsambtenaar’.
Jacqueline Makbouli – Stopformulieren tegen etnisch profileren belemmeren goed politiewerk
ANP