De goed uitziende PR-meneer stapt de bus in. Hij zal de journalisten die met het CIDI door Israël reizen een rondleiding geven door de nieuwe Palestijnse stad Rawabi. Een deelnemer grapt dat we naar een soort Lelystad in Palestina gaan. Dat grapje is in zoverre terecht dat Rawabi een opmerkelijk Westers project is, middenin de Palestijnse gebieden. De bouw van de stad is al jaren bezig en de eerste bewoners zijn net in hun appartementen getrokken. De komende jaren moet de stad uitgroeien tot de woonplaats van zo’n 40.000 mensen.
Rawabi. #HipPalestina pic.twitter.com/8JUMkEAbC0
— Chris is erbij (@ChrisIsErbij) 6 juli 2017
Deze hele stad is uitgevoerd in beige. De woontorens zijn allemaal in dezelfde stijl opgetrokken en zo is Rawabi een opmerkelijk eenvormig geheel. Deze stenen worden gebruikt om een traditionele uitstraling te creëren, zegt de PR-meneer. Net als in Jeruzalem zijn er poorten naar het centrum met namen als Doha, Gaza en Jeruzalem. Onder het centrum bevindt zich een enorme parkeergarage. In niets doet deze stad Oosters aan. Rawabi had ook zo in West-Europa kunnen staan. Behalve dat men daar nooit een amfitheater voor 15.000 mensen zou bouwen.
Amfitheater voor 15.000 mensen. #HipPalestina pic.twitter.com/xrlxw1u4Vq
— Chris is erbij (@ChrisIsErbij) 6 juli 2017
De lijst geplande voorzieningen is lang, deels ter stimulering van het toerisme: een bibliotheek, een talencentrum, een museum, meerdere galerieën, een dansschool, een nachtclub en een winery. Er komen kerken voor allerlei religies want het is de bedoeling dat Rawabi divers en kosmopolitisch wordt, laten we ons vertellen. Er is een soort survivalpark met een klimmuur onder de naam Rawabi Extreme. In de manage staan inmiddels 26 paarden. Die plek is tijdelijk want er komt ook nog een waterpark. Dat er in deze regio nauwelijks water is, maakt kennelijk niet uit.
In het centrum van Rawabi zijn allerlei merkenshops. Er loopt deze ochtend behalve de journalistengroep niemand. De Spaanse kledingketen Mango opent hier binnenkort haar deuren. Al deze merken zijn nergens in de Palestijnse gebieden te krijgen, horen we. Onbewust doet Rawabi denken aan Bataviastad, waar ook merkenshops zijn in een opvallend eenvormige architectuur. Het verschil: Bataviastad is betaalbaar. De PR-meneer vertelt dat er een vijfsterrenhotel zal verrijzen en dat de eerste uitbreidingen van de stad al op de tekentafel liggen.
Mango voor het eerst in Palestina. #HipPalestina pic.twitter.com/wU6D4AbI43
— Chris is erbij (@ChrisIsErbij) 6 juli 2017
Rawabi wordt gefinancierd door een Palestijnse multimiljonair. De Joodse gemeenschap in de VS is gek op Rawabi, leren we, want deze Amerikanen geloven in een tweestatenoplossing en een stad als deze helpt daarbij. Er zijn in deze regio nergens projecten op deze schaal. Men wil in Rawabi toerisme stimuleren. Het zou tevens een Palestijnse versie van Silicon Valley moeten worden. Veel Palestijnen zijn goed in IT en het eerste internationale bedrijf heeft zich al aangekondigd. Nu wil men Microsoft en Google hierheen halen.
Rawabi oogt imposant en is een teken dat het niet alleen maar kommer en kwel is in de Palestijnse gebieden. Maar wie beter luistert hoort een ander verhaal. Is er wel water voor deze stad? Overal in de Palestijnse gebieden is een tekort, volgens de PR-meneer omdat Israël het water aftapt. Je kunt hier dus een appartement kopen met allerlei voorzieningen om de hoek, maar met nauwelijks water uit de kraan. De PR-meneer zegt dat de ontwikkelaars hier geen rekening mee konden houden, want in deze streek is water altijd een probleem.
Er is maar één toegangsweg naar Rawabi terwijl dat er vier zouden moeten zijn. De weg kan om allerlei redenen worden afgesloten. Dan kunnen de beter verdienende inwoners van Rawabi hun stad dus niet in of uit. Dit probleem zal iets kleiner worden als alle voorzieningen straks geopend zijn en men daarvoor de stad niet meer uit hoeft. De bevolkingstoename heeft echter het omgekeerde effect. De Israëlische politicus en diplomaat Yossi Beilin formuleert het kernachtig: Rawabi stimuleert het ontstaan van een Palestijnse middenklasse, maar Israël werkt het hele project zoveel mogelijk tegen. Beilin kan dat niet begrijpen. En ik ook niet.
Dit fenomeen is breder dan Rawabi. In Ramallah zitten we op een terras met een aantal Palestijnse ondernemers. Een Palestijnse ondernemer kwam uit de VS terug om in Palestina zaken te doen. Hij werkte onder andere voor het grootste telecombedrijf in de Westbank. Het is inmiddels opgevallen dat er in Ramallah geen 3G is. De frequenties worden namelijk door Israël gecontroleerd. Bedrijven kunnen hier alleen iets doen als Israël het ermee eens is. Geen 3G dus.
De vele muren, checkpoints en nederzettingen zorgen ervoor dat economische groei wordt tegengewerkt want het is lastig om goederen van A naar B te krijgen. De economie heeft wel een stevige basis met grondstoffen als marmer en stenen, maar die mijnen worden volgens de ondernemer leeggehaald door Israëlische bedrijven. Alle winsten en werkgelegenheid gaan naar Israël en de Palestijnen mogen hooguit wat flexwerk doen. Deze Israëlische bedrijven betalen geen belasting aan de Palestijnse Autoriteit. De Palestijnen profiteren er dus helemaal niet van.
De meeste belastingen zijn custom fees en lopen via Israël. De inkomsten van de Palestijnse Autoriteit lopen dus altijd vertraging op. De grenzen worden ook door Israël gecontroleerd. De Palestijnse Autoriteit krijgt alleen geld als ze goed gedrag vertoont, denkt de ondernemer. Zo is Palestina een soort openlucht gevangenis waar de economie niet ontwikkeld kan worden. “Alles wat er nodig is om hier een staat te bouwen, mag niet.”
Als het conflict tussen de Palestijnen en Israël ooit moet eindigen, moeten Palestijnen wel in staat zijn zich te ontwikkelen, anders ontwikkelt zich slechts geweld en terreur, zo zagen we al in Balata. Ook de persreis van het CIDI kan onmogelijk om deze antireclame voor Israël heen.
Chris Aalberts ging begin juli met het CIDI naar Israël en de Westbank. Deze reis werd grotendeels betaald door het CIDI. U heeft kritiek op deze reis? Die is bij uw verslaggever al bekend. De hele serie vindt u hier.