“Kom je ergens met een politiewagen voor een interventie, dan staan er meteen vijftig jongeren rond. Sommigen doen dat uit nieuwsgierigheid, maar er zijn altijd een paar snotneuzen die met blikjes, flessen of stenen beginnen te gooien en onze politiewagens beschadigen
Vorig jaar zijn twee politiewagens in brand gestoken omdat drugsbaronnen die in die wijken opereren willen dat wij er wegblijven. Grote hoeveelheden drugs worden uit Marokko geïmporteerd en hier in de straten verkocht. Dealers hitsen de jongeren op om het de politie moeilijk te maken, zodat hun handel in de wijk kan bloeien.
Er moeten al héél lang meer middelen komen voor de Brusselse kanaalzone. Niet alleen voor Molenbeek, maar voor alle wijken rond het kanaal met veel kansarmoede en jeugddelinquentie.
We gaan op zoek naar clandestiene moskeeën in garages en opslagplaatsen – van de 43 moskeeën op ons grondgebied blijken er maar 5 erkend. We lichten theehuizen en verenigingen door die banden hebben met extremisme. In Molenbeek blijken er 102 waarvan een bestuurslid aan drugs- of wapenhandel gelinkt kan worden, en bij 51 zijn er banden met radicalisme en terrorisme.
In Molenbeek lopen er honderden jongeren rond die vijftig, zestig criminele feiten hebben gepleegd, en die nog nooit een dag in de gevangenis hebben gezeten.
Horeca-uitbaters die het wagen om alcohol te serveren, worden door de buurt onder druk gezet om het niet te doen. In het centrum van Molenbeek wonen voor 80 procent mensen van Marokkaanse afkomst, meestal moslims.
We hebben steeds meer moskeeën zien opduiken, samen met de haatpredikers. Er was de aanval op het politiecommissariaat in 2012, georkestreerd door Sharia4Belgium.
In die jaren leefde in Molenbeek het idee dat de verstotenen van de maatschappij bij ons terechtkonden: ‘Mensen moeten kansen krijgen, wij gaan hen een toekomst bieden, en een beter leven.’
Mijn moeder is 80 jaar en woont al sinds 1966 in een sociale woning in de modelwijk in Laken. Boven haar is een Marokkaanse familie komen wonen: Koranliedjes van ’s morgens vroeg tot diep in de nacht. Als ze boven koken, ruikt heel haar appartement naar het eten van de buren. Ze ziet dat vuilnisbakken in het gebouw in brand worden gestoken, bellen kapotgemaakt, haar krant uit de bus wordt gestolen… Ze zucht wel eens dat het allemaal ‘fameus veranderd is’.”
Oei! Realisme! Dat zal dan wel snel ‘racisme’ en ‘xenofobie’ zijn, zeker in het ultra-politiek correcte Vlaanderen. Maar daaraan heeft Johan De Becker (56) mooi schijt, want hij vertrekt toch als korpschef van de Brusselse terreurwijk Molenbeek.
Dus doet hij een realistisch boekje open: Molenbeek is een ‘hellhole’. Alleen roept De Becker dat zelf al tientallen jaren, en al die tijd werd hij genegeerd omdat Molenbeek hoe dan ook een ‘laboratorium van vreedzaam samenlevende culturen’ moest zijn. Daar zorgde de heersende socialistische klasse wel voor. De waarheid deed er verder niet toe, het gaat er om wat je het volk wijsmaakt. Zoals er geen criminaliteit of ongeluk was in de SovjetUnie was er ook niets aan de hand in Molenbeek.
Maar na de aanslagen in Parijs en Brussel, gepleegd door radicale moslims uit Molenbeek, bleek de politiecommissaris toch wel een beetje heel erg gelijk te hebben gehad met al zijn waarschuwingen die door de policor wegkijkelite in de wind werden geslagen. Toen was het al te laat. Dus moest De Becker strijden tegen terreur, radicalisering, drugshandel en georganiseerde criminaliteit met één hand op de rug gebonden. Met een chronisch tekort aan agenten, middelen, geld, een tekort aan eigenlijk alles.
Een absolute must read over een volkomen mislukte multiculturele maatschappij, volkomen mislukt beleid, een te hardnekkig geloof in ‘kansen’ en ‘opkomen voor zwakkeren in de samenleving’ en een politie-apparaat dat al lang niet meer is toegerust voor de criminaliteit en radicalisering van vandaag. In HUMO (Blendle-link).