DEN HAAG – Seth Gaaikema, die dinsdag is overleden, was bij het grote publiek vooral bekend door zijn conferences, maar de meeste erkenning kreeg hij toch voor zijn vaak treffende en geestige vertalingen van musicals.
Cabaretier en tekstschrijver Seth Gaaikema werd geboren op 11 juli 1939 in Uithuizen. De domineeszoon voerde vanaf 1967 conferences op, maar pas in 1994 kreeg zijn voorstelling ‘De wereld is stapelgek, nou wij nog’ unaniem lovende kritieken.
De cabaretier zorgde tijdens zijn oudejaarsshow van 1969 in het Amsterdamse Concertgebouw voor wat ophef. Hij had de cast van een musical uitgenodigd. Die namen in een boze bui leden van de politiekapel op de schouders op de Dam. Eind 1999 zei Gaaikema aan die gebeurtenis de beste herinneringen te hebben.
Spaanse graan
De pers noemde zijn conferences nogal eens ‘zwaar’ of ‘traag’. Maar hij kreeg wel altijd goede kritieken op de musicalvertalingen die hij maakte van onder meer My Fair Lady, Kiss Me Kate, Oliver, Les Misérables, The Phantom of The Opera en Elisabeth. Zijn eerste vertaling was My Fair Lady (1959), waarmee hij op zijn 20e zinsneden als ‘Het Spaanse graan heeft de orkaan doorstaan’ en ‘Als het effe kan, ja dan’ introduceerde in het Nederlandse vocabulaire. Zelf schreef hij de musicals Swingpop en Publiek. In april 2001 kreeg Gaaikema de Musical Oeuvre Award wegens zijn verdienste voor de Nederlandse musical.
In de eerste helft van 1987 trad Gaaikema niet op. Na de oudejaarsconference wilde hij ‘eens wat anders.’ In die periode gaf hij werkcolleges over kleinkunst aan de universiteit van Groningen, waar hij ooit Nederlands studeerde. Hij maakte ook een proefschrift over kleinkunstteksten. In zijn oudejaarsconference van 1988 kwam Gaaikema openlijk uit voor zijn homoseksualiteit.
Wim Kan
Tijdens zijn studie raakte Gaaikema bevriend met Wim Kan, die later zijn idool en grootste concurrent werd. De twee werkten jarenlang samen, maar hadden volgens Gaaikema een haat-liefde-relatie. In zijn dagboeken noemde Kan zijn studievriend bijvoorbeeld een kloon.
Gaaikema werd er vaak van beschuldigd Kan na te doen, maar hij ontkent dat bewust te hebben gedaan. Volgens hem was het vooral de buitenwereld die hem nog steeds met ‘de meester’ confronteerde. In een interview in 1994 zei hij nog maar weinig aan Kan te denken.