Redacties van krant, radio en tv zouden hun journalisten iedere vier jaar moeten laten rouleren op hun redacties. Laat bijvoorbeeld politiek journalisten na vier jaar verkassen naar de economieredactie. Het zal niet alleen hun horizon verbreden, maar misschien ook hun berichtgeving meer pluriform maken. Bovendien zal hierdoor ongetwijfeld het aantal journalisten met een linkse en rechtse overtuiging weer wat meer met elkaar in balans gebracht worden.
Objectiviteit bestaat niet. Wel moeten journalisten daar naar streven, leerde ik vroeger tijdens mijn opleiding Communicatie en journalistiek. Het begint al met de selectie van nieuws. Ben je als journalist anti-Trump dan zul je geneigd zijn om zijn blunders uit te vergroten. Ben je pro-Trump dan ben je eerder geneigd om die met de mantel der liefde toe te dekken. Het probleem is dat het leeuwendeel van de journalisten links is waardoor linkse meningen niet alleen op de opiniepagina doorklinken, maar ook op de redactionele pagina’s van de krant.
Dit fenomeen van de overheersende linkse opinies zien we niet alleen bij media als The New York Times, maar ook in de Europese media terug. Het vroegere adagium van The Guardian Facts are sacred, comments are free, schijnen veel media vergeten te hebben. Nederland is op dit terrein zeker geen uitzondering. Maar dat is niet het enige probleem. Er is steeds meer sprake van vedettenjournalistiek. Je zet ’s-avonds de televisie aan en je ziet deze vedetten-journalisten voorbij schuiven bij programma’s als Jinek en de DWDD. Ze zitten daar omdat ze deel uitmaken van hetzelfde old boys network (nvda: lees vriendenkringetje). En als ze het helemaal handig aanpakken krijgen ze ook nog een eigen nieuwsshow waar ze elkaar de bal weer opnieuw toespelen. Een ons-kent-ons-sfeertje van ik krab jouw rug en jij de mijne.
Het resultaat is dat je in nieuwsshow-achtige programma’s altijd dezelfde mensen ziet figureren. Ben je niet links, of heb je geen politiek correcte mening, dan kom je niet aan de bak. Ben je rechts dan doe je beter ook maar links, anders word je de volgende keer niet meer gevraagd. Mensen als Arnold Karskens hebben dit bij de NPO ook al mogen ervaren.
Hetzelfde geldt voor de politici-vriendjes van menig journalist. Jesse Klaver is intussen dankzij zijn linkse journalistenfans de favoriete mediagast. Maar hoe lang is het geleden dat Thierry Baudet bij de NPO mocht aanschuiven? Door die journalistieke inteelt heeft echt nieuws steeds minder vlees op het bod.
Dat ons-kent-ons-sfeertje is niet alleen bij de audiovisuele media zichtbaar. Ook de (kwaliteits)kranten bezondigen zich eraan. Zo was ik een tijdje terug hogelijk verbaasd toen ik een omvangrijke politiek correcte voorpublicatie las van een nieuw werkje van Tom Lanoye in de NRC. Er was geen enkele aanleiding toe, behalve dan om Lanoyes business te promoten. Zou hem dat ook gelukt zijn als hij niet tot het old boys network van NRC’s-hoofdredacteur Peter Vandermeersch had behoord? Ik vermoed van niet. Dat zoiets ten koste gaat van de kwaliteit van de berichtgeving hoeft denk ik geen verdere uitleg.
Zeker in de politieke verslaggeving is dat ons-kent-ons-sfeertje soms erg klef. Zelfs politiek-journalisten die al jaren met pensioen zijn, zoals Ferry Mingelen en Wouke van Scherrenburg worden regelmatig afgestoft om bij hun voormalige collega-vriendjes aan te schuiven en hun visie te geven. En dit is echt geen liefdewerk oudpapier, zoals we weten sinds Hero Brinkman Peter R. de Vries ontmaskerde als betaalde tafelgast bij Pauw. Eigenlijk de wereld op zijn kop om betaald te krijgen terwijl je op de nationale tv voor je eigen winkel reclame mag maken. Zeker als je beseft dat bedrijven die geen journalistenvriendjes hebben bij Harry Mens juist heel veel geld moet betalen als ze in zijn programma Business Class willen aanschuiven…
Journalisten die te lang op dezelfde plek zitten, weten al te goed hoeveel macht ze hebben en hoe ze die moeten (mis)bruiken. Ze schrijven bijvoorbeeld een boek over hun ervaringen als correspondent in Timboektoe of in het Belgische Kuttehove en ze zorgen er voor dat ze ’s-avonds bij Jinek of Pauw zitten. De volgende dag zijn ze te gast in allerlei radio-shows en de rest van de week berichten de kranten erover. Zo werkt dat spel en zo spelen ze elkaar voortdurend de bal toe.
Daarom mijn pleidooi voor meer roulatie op redacties. Het wordt naar mijn overtuiging hoog tijd dat redacties van krant, radio en tv er een gewoonte van gaan maken om iedere vier jaar de journalisten op hun redacties te laten rouleren. Het zal niet alleen hun horizon verbreden, het zal misschien ook extra verdieping geven aan de media waarvoor ze werken. En door die bredere kijk zal misschien ook het aantal linkse en rechtse journalisten wat meer met elkaar in balans zijn.