Democratie vestigt zich in Tunesië

28-10-2014 14:39

Zestig procent van de Tunesiërs nam de moeite om naar de stembus te gaan voor de tweede parlementsverkiezingen sinds de val van dictator Zinedine Benali in 2011. Het was geen gemakkelijke periode voor het kleine Arabische land. Natuurlijk bracht de revolutie de gewenste vrijheid. Mensen exploiteerden in alle opzichten de verworvenheden van het vrije woord. Maar het vrije woord brengt nog geen brood op de plank, laat staan dat het ervoor zorgt dat de economie groeit en de werkeloosheid daalt.

Spitsroeden lopen

Het was zelfs spitsroeden lopen voor de Tunesiërs. Het land bleef gebukt onder economische malaise, de eerste verkiezingen werden overtuigend gewonnen door de islamistische Ennahda- of Renaissancepartij en er vonden twee politieke moorden plaats op leidslieden van seculiere huize. Uiteindelijk keerde de situatie ten goede en werd er een regering van technocraten gevormd die het land bestuurde. Ook werd er een grondwet aangenomen die zijn gelijke in de Arabisch-islamitische wereld niet kent. Geen vermelding van de islam of de Sharia als bron van wetgeving en man en vrouw voor de wet helemaal gelijk.

Achterdocht

Maar gerust was het land er toch niet op. Daar was de aloude achterdocht met betrekking tot politieke partijen van islamitische signatuur. Koesterde Ennahda niet een dubbele agenda? Door via deze verkiezingen weer de grootste te worden, de macht in handen te krijgen en via een omweg proberen het land te islamiseren? Was ook Moslimbroeder Mohammed Morsi niet zo aan de macht gekomen? Bleek de democratisch gekozen Egyptische president niet een wolf in schaapskleren? En wat te denken van de sluimerende islamiseringpolitiek van toen nog premier en nu President Erdoğan van Turkije?

Ennahda: verlies

Behaalde Ennahda in de eerste Tunesische parlementsverkiezingen nog 37 procent van de stemmen (89 zetels), nu moest zij genoegen nemen met 31 procent (68 zetels), een verlies van 21 zetels in het 217 zetels tellende parlement. Dat is op zich geen dramatisch verlies, zij het dat de partij met dit percentage niet op de eerste plaats eindigde zoals hij wel deed bij de vorige verkiezingen. Die plek moest zij nu gunnen aan een nieuwe politieke partij genaamd Nida Tounes, wat zoveel betekent als het Tunesisch Appèl (Nida betekent (op)roep. In de Rotterdamse gemeenteraad zit een gelijknamige partij, die ideologisch evenwel een evenknie is van de Ennahdapartij). Nida Tounes haalde 38 procent van de stemmen en daarmee 83 zetels. De partij zou politiek gesproken gekenmerkt kunnen worden als centrumrechts. Het is ideologisch geen religieuze. Een donkere wolk die boven deze partij hangt is dat zij in haar gelederen nogal wat technocraten uit het Benalitijdperk telt hetgeen de vraag legitimeert in welke mate zij zich houden zal aan democratische principes. Anderzijds is het zo dat deze zelfde technocraten praktische bestuurservaring hebben en daarmee de toekomstige Tunesische regering van grote dienst kunnen zijn.

Ennahda heeft inmiddels Nida Tounes gefeliciteerd met de verkiezingsoverwinning. Het wachten is nu op initiatieven om een nieuwe regering te formeren. Algemeen verwachten commentatoren dat de nummers een en twee een coalitieregering gaan vormen. Andere partijen zijn eenvoudigweg te klein om een meerderheid te vormen: de derde partij in grootte, de Vrije Patriottische Unie van de ‘Tunesische Berlusconi’ Slim Riahi behaalde 17 zetels en het extreem linkse Volksfront 12 zetels.

Moslims en democratie gaan prima samen

Het feit dat Ennahda zich gedraagt conform de regels van het democratische spel geeft hoop voor de toekomst. Eerder, na de politieke moorden, trad Ennahda vrijwillig uit de regering om plaats te maken voor een regering van technocraten. Zij accepteerde ook een grondwet waarin geen plaats is voor de Sharia en nu feliciteert zij de oppositie met de verkiezingsoverwinning. Wie zei ook weer dat moslims zich niet aan democratische spelregels kunnen houden? Islam en democratie gaan misschien niet samen, moslims en democratie zeker wel, bewijst het Tunesische voorbeeld.

De Tunesische electoraat heeft zich blijkbaar vooral laten leiden door de vraag welke partij er het beste voor –goed- brood op de plank kan zorgen en niet zozeer door islamitische thema’s als de vraag of er wel of geen alcohol verkocht mag worden in toeristenhotels en of mannen en vrouwen in het onderwijs gescheiden zouden moeten worden.

Tunesië een uitzondering?

Een vraag is in welke mate Tunesië nu kenmerkend is voor andere islamitische landen. Waarom slaagt de democratie daar wel, waar andere landen faalden zoals Egypte, dat aarzelend begon maar al snel terugkeerde naar een autocratisch systeem, en het buurland Libië waar chaos heerst. Een van de aangedragen verklaringen is dat het land vanaf het herkrijgen van haar onafhankelijkheid in 1956 van Frankrijk een tamelijk seculier-politieke koers heeft gevaren onder president Bourguiba. Er is dus al sprake van een seculiere traditie. Een andere verklaring is dat de Ennhadaleiders tijdens de dictatuur van Benali met name in Frankrijk verbleven en daar zagen hoe ware democratie functioneert: met geven en nemen.

Zorgen en hoop

Zorgen blijven er, want het spel van de democratie is niet gemakkelijk en frustreert snel. De economie komt echt niet zomaar op gang als een land voor democratie kiest. Bovendien is er de zorgwekkende ontwikkeling dat van de buitenlandse strijders die zich bij Islamitische Staat hebben aangesloten de Tunesiërs de grootste groep zijn: het zijn er naar verluid 3.000. Hoe het ook zij, Tunesië heeft een belangrijke bladzijde omgeslagen in het democratische proces. En dat geeft linksom of rechtsom veel hoop voor de toekomst.