“Een recht is een recht, dus iedereen heeft het. Het maakt niet uit of je een liefde en verbroedering predikend heilig boontje bent, of een lomperik met achterhaalde, racistische ideeën. Als niet iedereen het recht op vrijheid van meningsuiting heeft, dan is het geen recht meer, en ook geen vrijheid, maar dan is het een privilege.
Omschrijf wat wel en niet onder de vrije meningsuiting valt en je brengt het om zeep. Dan hebben we alleen nog maar ‘erkende’ meningen die van staatswege hardop gezegd mogen worden met steun van de morele meerderheid. Dan geldt de ‘vrije’ meningsuiting nog slechts voor de meningen die binnen de grenzen blijven van wat acceptabel wordt geacht. Treed u daarbuiten, dan betekent dat het einde van uw licentie om uw gedachten te verwoorden. Het is het einde van de vrijheid.
Censuur brengt niet alleen een knauw aan de mensen die hun woorden moeten inslikken, maar verzwakt ons allemaal. Het berooft ons van het recht om te luisteren, om ons te laten informeren en zelf een oordeel te vormen. Het infantiliseert ons, omdat het ons vrijspreekt van de verantwoordelijkheid om onze mentale en morele krachten te gebruiken. Censuur suggereert dat wij iemand anders – een politicus, een wetgever, een rechter – nodig hebben om namens ons te bepalen of een mening goed of slecht is.
Een van de slechtste argumenten om extreem-rechts te verhinderen nog vrijuit te spreken, is omdat we minderheidsgroepen zouden moeten beschermen. Immers, zij zouden zich beledigd of onveilig voelen. Wat een belediging! Alsof zij zwak zijn en zonder ons zouden verschrompelen tot een zielig hoopje verdriet. Al die welwillende blanken die oproepen tot censuur van nazi’s om de gevoelens van gekleurden en zwarten te beschermen: het is een vorm van neo-racialisme.”
Aldus the one and only Brendan O’Neill in Knack. Meer van dit soort quotes? Schrijf u dan vooral in op de nieuwsbrief van Marco Visschers Tegengeluid!