De tegenstanders van de ‘zieligheidsindustrie’ roepen het al jaren, filantropie is een leugen. Het afgelopen decennium vielen organisaties als Foster Parents Plan (inmiddels rebranded tot Plan Nederland), De Postcodeloterij, Giro 555 en Greenpeace keihard door de mand. Er werd geknoeid met de cijfers. Mensen verrijkten zich met geld dat bedoeld was om mensen (of, in het geval van Greenpeace, dieren) te helpen. Van de doelstellingen van de hulporganisaties werden er bitter weinig gehaald. De afgelopen week bleek de stichting Pink Ribbon exact nul procent van haar inkomsten te doneren aan daadwerkelijke kankerbestrijding in de vorm van onderzoek. Duizenden vrouwen met hippe roze lintjes op hun social media avatars voelden zich op slag belachelijk. En terecht. Want meewerken aan ‘een stukje bewustwording’ door op Hyves te verklappen welke kleur BH je draagt, heeft niets te maken met het bestrijden van het leed dat borstkanker heet.
Radioactieve kots
Ergens is het ontzettend goed dat deze flagrante zakkenklopperij ontmaskerd is. Fuck de gala’s. Fuck de twibbons. Fuck de memes. Fuck de polsbandjes. En fuck de fucking ribbons. De cynici hadden gelijk wat betreft het gemakzuchtige feel good altruïsme wat de stichting Pink Ribbon en ander geboefte zo genadeloos wisten uit te buiten. Mensen helpen gaat niet vanuit je luie stoel. In plaats van Greenpeace geld te geven kun je ook een vuilniszak pakken en een kilometer strand opruimen. In plaats van een Foster Parents Plan Nederland Kind te adopteren kun je ook eens uitzoeken wat je kunt doen voor de ama’s in je buurt. Die niks misdaan hebben, maar wel opgesloten zitten. En in plaats van in de marketingcampagne van een stel mutsen te trappen die over de rug van borstkankerpatiënten veren in elkaars reet steken en daar als een pauw mee lopen te pronken, zou je ook eens een dagje radioactieve kots kunnen gaan dweilen in het OLVG. Dat zijn dingen die je zelf kunt doen.
Natuurlijk is er ook veel belangrijk werk wat je beter aan anderen over kunt laten, zoals wetenschappelijk onderzoek naar ziektes als Aids en kanker. Maar de ervaring leert ons dat het geld niet het best besteed wordt door de hardst schreeuwende organisaties. Dus moeten we zelf op onderzoek uit. Moeite doen. Google die shit! Wie is bezig met een nuttig project en verdient mijn steun? Via welke route kan ik zorgen dat mijn geld op de goede plek terecht komt? En hoe kan ik controleren dat het goed is besteed? Hoe meer openheid een project of organisatie geeft, hoe betrouwbaarder ze wordt. Ook, of júist als men daarbij niet schroomt eigen fouten toe te geven, zoals Artsen Zonder Grenzen recentelijk deed. Het is heel makkelijk om hulpverleners te veroordelen omdat ze toegeven onder bepaalde omstandigheden te zijn gezwicht voor corrupte milities of regimes. Maar als jij een arts bent en er staat een troepje opgeschoten rebellen met AK47’s tussen jou en de stervende mensen die je probeert te helpen, dan heb je geen keus. Of verwachten we echt van hulpverleners dat ze maar beter weg kunnen lopen als het ingewikkeld wordt?
Hulde voor zelfkritiek
Artsen Zonder Grenzen loopt voorop als het gaat om zelfkritiek en openheid, waarvoor hulde. Als het ze lukt om ook te leren van en te handelen naar de pijnlijke conclusies uit hun eigen onderzoek dan verdienen zij absoluut steun. Want ondanks het falen van veel initiatieven blijft de behoefte aan hulp onverminderd hoog. En hoewel behoedzaamheid geboden is en je absoluut kritisch moet zijn over welke organisaties je gratis geld geeft, is er geen reden om het welwillende kind dan maar met het badwater weg te smijten. Behalve die Pink Ribbon trutten. Die moeten kapot.
Joyce Brekelmans blijft zoeken naar echte helden.