De spot drijven met Amsterdam en haar elite, overmatig drugsgebruik en een eenzaam hoofdpersonage dat zijn liefdesverdriet en andere trauma’s verwerkt met een heleboel drugs. Philip Huff vermengd deze ogenschijnlijk oppervlakkige verhaallijn met een proces dat iedereen kent: het rouwproces na een mislukte relatie.
Hoofdpersoon Felix, door zijn vrienden ook wel Flix genoemd, is net hersteld van een ongeluk waar hij met zijn toenmalige vriendin in is beland. Ze is bij hem weg en gaat trouwens met een ander. Zijn zus heeft haar leven op de rails en verwacht een tweede kindje. Bij iedereen in Felix’ omgeving lijkt het fantastisch te gaan. Felix’ leven gaat daarentegen niet zo heel lekker. Zijn werk als schrijver loopt niet meer zo, hij heeft liefdesverdriet en verdooft zichzelf met drank en drugs.
Huff spot met de Amsterdamse elite. Hij zet acteurs, schrijvers en andersoortige creatieve elite dat in de grachtengordel woont, neer als karikaturen. De eigenschappen zijn extreem, vooral die van hoofdpersoon Felix. Soms een beetje te extreem. Felix gebruikt belachelijk veel drugs en drank, maar loopt er elke dag weer bij alsof hij lekker gaat op een kopje bloemetjesthee. De drugs lijkt hem weinig meer te doen dan een heftige depressie met de mens doet. Uitputting, extreme somberheid en nergens meer iets goeds in kunnen zien. In een notendop.
Hoewel de elite voor de lezer misschien wat ver weg staat, immers, hoeveel procent van Huff’s lezers valt onder de genoemde groep of zit regelmatig met ze in de kroeg, de ondertoon van het verhaal is herkenbaar. De meeste mensen, zeker in grote steden waar je je snel alleen voelt, hebben een periode waarin alles slecht gaat. De liefde, werk, terwijl de wereld om je heen gewoon doordraait. Huff weet deze toon van verlorenheid goed te vatten, hoewel het af en toe wel flink over de top gaat.
Wat jammer is, is dat Huff ondanks zijn poëtische schrijfstijl, zich er soms gemakkelijk vanaf lijkt te maken. Hij neemt voorbeelden uit zijn eigen leven, zoals een uitzending van De Wereld Draait Door waarin hij zat en een documentaire, waarin Huff ook een grote rol speelde. Dat in combinatie met soms een opsomming van straten waar Felix doorheen wandelt in plaats van te beschrijven wat Felix ziet, neemt een boel fantasie weg van de lezer. Het show don’t tell -principe had best iets uitgebreider toegepast mogen worden. Huff kan prachtig en beeldend schrijven, waarom dat niet gebruiken?
Dat zorgt ervoor dat er na de laatste pagina het gevoel knaagt dat er meer in dit boek had kunnen zitten. Alsof er even snel een boek uitgegooid moest worden. De emoties zijn herkenbaar, het verhaal eindigt mooi rond, maar de vorm waarin het zit had mooier gekund. De elementen zijn er, het resultaat voelt alleen niet helemaal af.