In Mexico hebben archeologen een tunnel onder de eeuwenoude stadje Teotihuacan ontdekt. De 103 meter lange tunnel is zo’n 2.000 jaar geleden afgesloten en belooft veel goeds.
Volgens projectleider Sergio Gomez hebben zijn onderzoekers deze week het einde van de tunnel bereikt. Onderweg verzamelden ze overblijfselen uit vroeger tijden zoals aardewerk en dierenbotten. Complete beelden werden aangetroffen.
Volgens Gomez zijn er ook drie toegangen tot kamers ontdekt die nog geopend moeten worden. Vanwege de bijna twintig meter hoge entree tot die kamers vermoedt men dat ze gebruikt zijn als graven voor de elite, zoals de tunnel gebruikt is door die elite om hun goddelijke rijkdom te bewaren. Volgend jaar worden de kamers compleet uitgegraven.
Men heeft tot nu toe nog geen graven gevonden van de heersers van Teotihuacan gevonden. Ook daarom is de vondst van de tunnel interessant. De stad bestond van ongeveer 500 v.Chr. tot 750 na Chr. en had op haar hoogtepunt zo’n 125.000 inwoners. Het domineerde met haar bewoners Centraal Mexico, tot de Azteken het land overnamen.