De politieaanpak van het ‘incident’ met de 45-jarige Marokkaanse Nederlander die op zaterdag 10 juni in het voetgangersgebied voor het centraal station in Amsterdam acht mensen omver reed met zijn zwarte Peugeot roept alleen nog maar meer vraagtekens op na de woedende verklaring van korpschef Erik Akerboom over het lekken van persoonsinformatie over de automobilist, die zei dat hij te kampen had met een black-out als gevolg van suikerziekte.
“Hiermee worden sentimenten en tegenstellingen aangewakkerd in een samenleving die toch al onder spanning staat. Het gif dat leidt tot uitsluiting van mensen, buiten en binnen ons korps, wordt bewust gevoed”, aldus Akerboom. Het is voor de politie kennelijk zo belangrijk te voorkomen dat tegenstellingen in de samenleving oplopen of dat mensen uitgesloten worden, dat misdaden en terroristische aanslagen van Nederlanders met een migratieachtegrond en bijvoorbeeld asielzoekers mogelijk in de doofpot verdwijnen. Die verdenking bestond al bij veel mensen maar de korpschef verwoordt nog eens heel precies waarom de politie daartoe bereid zou zijn.
Al eerder was het me opgevallen dat de politie over ‘een geradicaliseerde man ‘ sprak die was opgepakt bij een concert van Guus Meeuwis in Eindhoven omdat hij zich verdacht gedroeg.
Op wat voor soort radicalisering wordt gedoeld, vroeg ik me af. Gaat het om een geradicaliseerde hindoe of misschien om een geradicaliseerde Meeuwis-hater ? RTL-nieuws bracht uitkomst: als de politie spreekt over geradicaliseerde mensen bedoelen ze IS-aanhangers of sympathisanten en vooral degenen die naar IS-gebied zijn afgereisd of weer zijn teruggekeerd. Het ging dus om een moslim die zo verdacht aan het filmen was bij het PSV-stadion.
En waarom mogen wij dat niet weten? Erik Akerboom heeft het haarfijn uit de doeken gedaan: dat zou niet fijn zijn voor de moslims die beweren dat de islam bij uitstek een godsdienst is van vrede en verdraagzaamheid, die zouden zich wel eens buitengesloten kunnen voelen.
Met die achtergrondinformatie in het achterhoofd over de omzichtigheid waarmee de politie bepaalde minderheidsgroepen tegemoet treedt kunnen we nu inzoomen op de aanslag, dan wel aanrijding, door een, zoals we door GeenStijl te weten zijn gekomen, Marokkaanse Amsterdammer bij het centraal station in Amsterdam.
Al vóór de aanslag, dan wel aanrijding als gevolg van onwelwording, rond half negen die zaterdagavond zien getuigen hoe een zwarte Peugeot door het voetgangersgebied aan de westzijde van CS scheurt. Een man die op weg was naar de tramhalte beschrijft hoe hij nog maar tenauwernood opzij kon springen voor de aanstormende auto. Als de auto moet stoppen omdat trams de weg versperren zien de getuigen hoe twee politieagenten naar de bestuurder lopen en vragen zijn rijbewijs te tonen. Na controle van het rijbewijs gebaart een van de agenten dat de man kan doorrijden. Zodat hij het voetgangersgebied kan verlaten, verklaart de politie de volgende dag.
Een getuige die vlak bij de Peugeot stond vertelt dat de bestuurder een geïrriteerde indruk maakte en nadat hij zijn rijbewijs had teruggekregen, met in één hand een telefoon zijn auto startte en vol gas de menigte in reed. De mensen vlogen door de lucht. De auto botst vervolgens op een muur bij de metroingang. Uiteindelijk zijn er acht gewonden, waarvan vier zwaar gewond. Onder de aangereden mensen bevinden zich drie Israelische toeristen.
De volgende middag heeft de politie nog voordat er veel onderzoek is gedaan al een verklaring paraat: het gaat niet om een aanslag want: “De man heeft een medische achtergrond en hij is mogelijk door een lage bloedsuikerspiegelwaarde onwel geworden. Hij geeft aan zich niets van het voorval te kunnen herinneren”. Verder wil de politie alleen kwijt dat het om een 45-jarige Amsterdammer gaat, een bekende van de politie.
Het eerste wat opvalt in het feitenrelaas van de getuigen, en dat is ronduit verbijsterend, is dat politie de bestuurder – toen hij voor trams moest stoppen nadat hij door in het voetgangersgebied voor CS rond te scheuren de mensen al de stuipen op het lijf had gejaagd – niet meteen uit de auto heeft gesleurd om alle risico’s op mogelijk onheil te voorkomen. Ook al had hij daar alleen maar een tijdje stilgestaan met zijn auto, dan zou dat in deze tijd van aanslagen met auto’s en vrachwagens in voetgangerszones reden genoeg moeten zijn om deze ‘bekende van de politie’ onmiddellijk uit zijn auto te halen.
Een getuige die de man met hoge snelheid bij de politie zag wegrijden om zich met zijn auto in de menigte te boren maakt uit zijn gedragingen op dat er geen sprake van kan zijn dat de man onwel is geworden. Toch ging de poltie daar een dag later al van uit en drie dagen later kwam er een verklaring dat de eerste bevindingen bevestigd werden door medisch onderzoek en verhoor van de man. Het gaat om een diabetespatient met een externe insulinepomp die zegt zich niets van zijn dollemansrit te kunnen herinneren. Al eerder die zaterdag had hij met hoge snelheid over de trambaan bij het Rembrandtplein gereden.
Gelukkig hangen tegenwoordig overal camera’s in de binnensteden, zeker op het Stationsplein in Amsterdam, dus de beelden van die avond kunnen misschien meer duidelijk maken over het (rij)gedrag van de mogelijke aanslagpleger. Dat zou je denken, maar de politie laat weten dat het gedeelte van het Stationsplein waar de aanrijding of aanslag plaatsvond ‘niet binnen het zichtsveld van de camera’s viel’. Dat is toch wel heel merkwaardig: zo’n drukke plek in de stad en dan heb je camera’s die niets zien. Goed, hoe zit het dan met die acht gewonden: wat hebben die te melden?
Dat mogen we niet weten, want hun personalia en hun getuigenissen worden zorgvuldig uit de media gehouden.
Kortom, de afhandeling van deze ‘aanrijding’ wordt steeds dubieuzer. Stel dat de 45-jarige Marokkaanse Nederlander, naar verluidt een moslim die aan de ramadan meedeed, wél erop uit was een aanslag te plegen. Dan kan hij zich makkelijk op een black-out beroepen en daarbij naar zijn insulinepomp wijzen. Hoe vaak horen we niet over misdrijfplegers die zich naderhand helemaal niets meer herinneren ? Aan de andere kan hebben we een Amsterdams politiekorps dat trots is op zijn divertisiteitsbeleid en de door adviseur Fatima Elatik gedoceerde ‘interculturele sensiviteit’. Zo is er vier dagen voor ‘het tragische ongeval’ bij CS een politie-iftar georganiseerd, een maaltijd bij zonsondergang om het vasten te breken, waarbij ruim 1400 mensen aanwezig waren. Een politiekorps dus dat druk is met ‘verbinden’ en dat uit alle macht wil voorkomen dan ‘het gif dat leidt tot uitsluiting van mensen wordt gevoed’.
Als je dan beseft dat Marokkanen het toch al zo moeilijk hebben – er is volgens Fatima Elatik sprake van ‘een Marokkanenjacht’ – dan zorg je er natuurlijk allereerst voor dat niet bekend wordt dat het een Marokkaanse Nederlander was die geïrriteerd en vol gas op de voetgangers op het Stationsplein inreed. Als die Marokkaan vervolgens met het excuus van de black-out op de proppen komt, kan ik me voorstellen dat de Amsterdamse politie gretig deze uitvlucht accepteert, want zo wordt veel schade aan het imago van Amsterdam als toeristenstad voorkomen. En ook dat wederom een moslim – en daarmee het hele geloof – negatief in het nieuws komt. Dat willen wij, verbindend en multicultureel politiekorps dat we zijn natuurlijk liever niet, dat leidt er maar toe dat groepen tegenover elkaar komen te staan.
Nou, nou, wat een wantrouwen jegens de politie stijgt er uit deze column op ! Wat u zegt, en ik ben niet de enige die de politie voor geen cent vertrouwt. Zo is de aangiftebereidheid de laatste jaren sterk afgenomen omdat de meeste Nederlanders wel weten dat het merendeel van de aangiftes op een grote stapel terecht komt waar nooit meer naar omgekeken wordt. En als je dan ziet hoe het opsporingsbeleid, mede door de geringe kwaliteit en gebrek aan mankracht bij de recherche, al jarenlang tekort schiet, en hoe de politie in de dagelijkse praktijk blunder op blunder stapelt (zoals een doldrieste Nedermarokkaanse automobilist die door het voetgangersgebied bij het centraal station in Amsterdam scheurt na staandehouding vriendelijk verzoeken stapvoets het gebied te verlaten), dan moet je niet gek opkijken dat nogal wat Nederlanders niet meer de moeite nemen zich bij de politie te melden als ze het slachtoffer zijn van een misdrijf.
Korpschef Erik Akerboom stelt in zijn verklaring dat het lekken van persoonsinformatie over de aanslagpleger, dan wel onwel geworden diabetespatient, naar GeenStijl het vertrouwen in de politie aantast. Dat gebrek aan vertrouwen was er dus al geruime tijd. Het lekken – inmiddels is er een medewerker van de politie-eenheid Noord-Holland voor aangehouden – is vooral een signaal dat er ook binnen het politieapparaat mensen zijn die de uitkomst van het onderzoek naar de aanrijding/aanslag niet geloofwaardig achten.
Het voorkomen van het aanwakkeren van tegenstellingen in de samenleving en ‘interculturele sensiviteit’ zijn zaken die genoeg aan bod komen in de politiek. De voornaamste taak van de politie is volgens mij het bestrijden van misdaad en het opppaken van crimininelen en aanslagplegers. Ook als blijkt dat het onevenredig vaak gaat om Marokkaanse Nederlanders, en dus om moslims. Die Marokkaanse oververtegenwoordiging blijkt uit de criminaliteitsstatistieken maar feit is ook dat de helft van de jihadisten die aanslagen in Europa plegen wortels in Marokko hebben. Misschien kan de directeur diversiteit bij de Amsterdamse politie, Fatima Elatik, eens het licht van haar scherpe geest over deze buitenproportionele Marokkaanse bijdrage aan het terrorisme laten schijnen.
Al eerder schreef ik dat dit land niet de politie (waakzaam en dienstbaar !) heeft die het verdient. Dat er de laatste jaren te veel misgaat: op straat, bij de recherche, als het gaat om het aankopen van spullen of het invoeren van nieuwe computersystemen. En nu laadt de politie de verdenking op zich dat het voorkomen van tegenstellingen in de samenleving belangrijker is dan adequate terrorisme- en criminaliteitsbestrijding. Als er kritiek is op het functioneren van de politie komt de korpsleiding in de regel met de reactie dat er te weinig geld en capaciteit beschikbaar is; nu toch zo’n 5 miljard euro en de politie heeft 60.000 werknemers. Dat kan een rol spelen maar door alle problemen daaraan op te hangen ga je de veranwoordelijkheid uit de weg voor het structurele kwaliteitsgebrek op allerlei terreinen, zoals in de opsporing, het omgaan met aangiftes, en in de handhaving.
Misschien kunnen ze zich in Den Haag eens losweken van de kippencrisis en het eindeloze geleuter over de eindeloze kabinetsformatie, en ervoor zorgen dat we een politieapparaat krijgen dat zich minder bezighoudt met sussen, verbinden, of het wegmoffelen van problemen en aangiftes, en meer met het doelgericht en effectief bestrijden van misdaad en het dienstbaar zijn aan burgers. En natuurlijk met het voorkomen van aanslagen en het oppakken van aanslagplegers, ook als het om aanslagen gaat die vermomd kunnen worden als ‘tragisch ongeval’.