Kennelijk behoorlijk in het nauw gebracht door alle speculatie in de (sociale) media of het nou wel of niet een aanslag was op toen zaterdagavond 10 juni een man met zijn Peugeot op de menigte voor Amsterdam CS in reed, komt de politie nu in de NRC met haar kant van het verhaal. De krant stelt trots ‘het grote verhaal’ over de aanrijding/aanslag te brengen, maar het is een journalistieke misser dat alle overige getuigen (de gewonden en omstanders op het Stationsplein) niet aan het woord komen.
Een volledige opening van zaken rond ‘de aanrijding’ bij het centraal station krijgen we dus niet, maar het stuk geeft wel zicht op het opmerkelijke functioneren van de Amsterdamse politie die bewuste avond ‘toen de mensen door de lucht vlogen’ en bij het onderzoek dat erop volgde.
Laten we beginnen met het relaas van een van de twee agenten die op de auto afstapten nadat de 45-jarige Amsterdammer aan de westelijke zijde van CS door het voetgangersgebied was gescheurd – sommige mensen konden nog maar net op tijd opzij springen – en tot stilstand kwam omdat trams de weg versperden. Een getuige meldde aan AT5: “Ik zag de auto staan op de tramrails en dacht nog ‘goh, als er een aanslag komt, dan is dit het”.
De agente: “Ik hield de auto staande, vroeg de man om zijn rijbewijs en heb hem een proces-verbaal aangezegd. Hij leek loom en kwam ongeïnteresseerd op mij over”. De automobilist bleek niet in de politiesystemen gesignaleerd te staan en daarom gaf de agente hem zijn rijbewijs terug en zei tegen hem: ‘Rijdt u alstublieft rustig weg via de trambaan, er steken hier veel mensen over. Kijk uit, want als u gekke dingen doet, heb ik uw gegevens’. Een getuige die toekeek toen de politie de man staande hield zei dat hij dat hij een geïrriteerde indruk maakte en nadat hij zijn rijbewijs had teruggekregen, met in één hand een telefoon zijn auto startte en vol gas de menigte in reed. Zes gewonden, waarvan twee ernstig.
De lome dan wel geïrriteerde automobilist deed dus voor de tweede maal wél gekke dingen. Ik vroeg me in mijn vorige column af waarom hij niet gelijk bij de staandehouding uit zijn auto getrokken was. Dat zou toch wel voor de hand liggen na alle aanslagen met auto’s en vrachtwagens in voetgangerszones. Dezelfde agente verdedigt zich als volgt: “Ik had geen associaties met terreur, misschien omdat ik een bepaald contact met die meneer in die auto had gehad. Het is een bepaald instinct, denk ik”. Misschien zou het beter zijn geweest als ze haar gezond verstand had gebruikt in plaats van haar instinct. En misschien zouden ze op de politieopleiding aandacht kunnen besteden aan het associëren van vreemd gedrag van automobilisten in voetgangersgebieden met terreur.
Laten we nu eens kijken wat de NRC meldt over het politieonderzoek dat volgde op de aanrijding/aanslag, van de calamiteitenunit van de districsrecherche en van het Team Opsporing Ernstige Verkeersdelicten. De politie zegt dat men uitging van twee scenario’s: een ongeval of opzet. Opmerkelijk is dan dat de politie al anderhalf uur na de gebeurtenissen bij CS tweette: “Verdachte gesproken. Lijkt niet te gaan om opzet maar om een onwelwording”. De verdachte toonde zich namelijk zeer coöperatief, zei zich niets van de gebeurtenissen te herinneren en bovendien kon hij aantonen dat hij een suikerpatiënt was met een externe insulinepomp. Een lid van de calamiteitenunit: “Hij verklaarde dat hij in de auto zat, zich niet helemaal lekker voelde, naar huis wilde rijden en pas weer bij kwam toen hij in de cel zat. Vreemd natuurlijk want hij had bewust handelingen moeten verrichten tijdens zijn staandehouding door mijn collega’s”.
Inderdaad, heel vreemd. Want vrijwel alle gewonden en getuigen die de politie naar eigen zeggen sprak – en die dus niet in de NRC aan het woord komen – vertelden dat ze er zeker van waren dat het een bewuste actie van de man was. “Die meneer ziet ons staan en rijdt zo op onze groep in”. Bovendien was er voor de rit over de smalle trambaan en het doelgericht op de menigte in rijden behoorlijk wat hand-oog-voetcoördinatie nodig. Maar omdat de politie bij huiszoeking en onderzoek van de computer en telefoon van de diabeticus geen aanwijzingen van opzet, een plan of radicalisering aantrof, was men er al snel van overtuigd dat het om een onwelwording ging.
Dat de man onwel is geworden zou zomaar kunnen. Maar het zou ook zomaar kunnen dat de man, als goede moslim (dat mochten we van de politie niet weten) die aan de ramadan meedoet, in een opwelling van geloofsijver, aangestoken door de moorddadige acties van moslims in onder meer Spanje, Frankrijk en Duitsland, besloot eens wat voetgangers omver te rijden. Beseffende dat hij altijd naar een hypo als gevolg van suikerziekte zou kunnen verwijzen. Eerder die zaterdag was hij al met hoge snelheid over de trambaan op het Rembrandtplein gereden. Althans, dat meldde de politie in een verklaring drie dagen na de aanrijding/aanslag. Dat was ‘uit onderzoek gebleken’. In het NRC-stuk spreekt de politie zichzelf wat het eerdere roekeloze rijgedrag van de 45-jarige Amsterdammer weer tegen: “Het klopt niet”, ook uit onderzoek gebleken. Je vraagt je langzamerhand af wat onderzoek van de Amsterdamse politie nog waard is.
Wat ook niet (althans niet helemaal) klopt is de bewering van de politie dat er geen camerabeelden waren van de dollemansritten van de suikerpatient op het Stationsplein, want de camera’s stonden pre-set op een andere plek gericht. Nu zegt de politie in de NRC dat er wél beelden zijn van het opmerkelijke rijgedrag van de Amsterdammer tot het moment dat hij voor de trams moest stoppen. Daaruit blijkt dat wat de getuigen erover vertelden juist is: de voetgangers moesten opzij springen voor de aanstormende Peugeot om het vege lijf te redden. En dat maakt het optreden van de twee verbaliserende agenten met hun vermaning ‘geen gekke dingen te doen’ zo onbegrijpelijk, zo naïef, op het absurde af.
Voor de Amsterdamse politie is het dus zo klaar als een klontje: al snel waren ze ervan overtuigd dat het om een verkeersongeval ging. De getuigenissen van de gewonden en omstanders die er anders over denken worden genegeerd. Je kan het tunnelvisie noemen. En daarom hebben ze ook niets geopenbaard over de religie van de de Marokkaanse Nederlander (dat weten we dankzij informatie die naar GeenStijl is gelekt door een politiemedewerker). Dat doet er alleen toe als het om terrorisme gaat. “Stel dat dat we bijvoorbeeld iets over de ramadan hadden gezegd die toen gaande was. Dan had je geruchten over een terreuraanslag toch weer versterkt. ISIS had zelf gezegd in de ramadanmaand aanslagen te willen plegen”, aldus een woordvoerder van de afdeling communicatie van de Amsterdamse politie.
Nou, dat weten we dan ook weer. De politie vertelt haar kant van het verhaal en wat opvalt is het totale gebrek aan zelfkritiek of aandacht voor lessen die er te leren zijn naar aanleiding van de aanrijding/aanslag. Uit het artikel stijgt het beeld op van een politiekorps dat met de rug naar de burgers staat, vanuit een dwangmatige reflex zo min mogelijk informatie verschaft en zich afsluit voor kritiek van betrokkenen en uit de samenleving. De Amsterdamse politie is juist heel tevreden over het optreden op het Stationsplein. De agente die de brokkenpiloot vrij baan gaf en die vooral begaan lijkt met haar eigen lot (het was heel moeilijk voor haar om naar het muurtje te lopen waar de Peugeot tegenaan gebotst was en daar een geschepte man geheel in de kreukels op straat te zien liggen), is er trots op hoe rustig en professioneel de politie na de aanrijding/aanslag te werk ging. Zij haalt de reactie van een gezin aan dat die avond ter plekke was: “Als er een aanslag komt, weten we dat de Amsterdamse politie er klaar voor is”.
Inderdaad: als er eenmaal een aanslag is gepleegd dan weten we dat de Amsterdamse politie heel bedreven is in het afzetten van de plek des onheils en het kalmeren van de gemoederen. Maar mogen we als burgers niet meer wat meer verwachten van de politie die toch als taak heeft over onze veiligheid te waken? Ik ben geen aanhanger van samenzweringstheorieën en ik geloof dan ook niet dat de politie doelbewust aan het conspireren is geslagen om een mogelijke aanslag op het stationsplein als verkeersongeval te vermommen. Wel lijkt het optreden van de politie me naïef en onprofessioneel. De suikerpatiënt had gelijk bij staandehouding uit zijn auto gesleept kunnen worden en in het onderzoek na de aanrijding/aanslag hoeft men niet gelijk de verklaring van de Marokkaanse Nederlander dat hij te kampen had met geheugenverlies door een hypo voor zoete koek te slikken.
Essentiële taken van de politie zijn: voor veiligheid zorgen en strafbare feiten opsporen. Uit het recente verleden weten we dat het vooral op het tweede punt vaak fout gaat. De recherche, zo blijkt, is voor een groot deel incompetent en komt mankracht tekort. Veel aangiftes verdwijnen linea recta naar de prullenbak. De voorzitter van de politievakbond ACP vindt het schokkend dat honderdduizenden Nederlanders geen aangifte meer doen van strafbare feiten. Er is te veel bureaucratie bij de Nationale Politie. ‘Blauw’ op straat en de recherche werken vaak slecht samen. Op het gebied van de ICT gaat er bij de politie alles mis wat er maar mis kan gaan. Het politiepersoneel is door alle problemen in de organisatie vaak gedemotiveerd.
Er dient dus nogal wat te veranderen bij de politie. Maar dan moet je wel een politieapparaat hebben dat openstaat voor kritiek vanuit de samenleving in plaats van zich te verschansen in de geharnaste taal van de zelfrechtvaardiging. Als de politie het motto op de politieauto’s – waakzaam en dienstbaar – wil waarmaken zal men ook de hand in eigen boezem moeten steken en inzetten op een verbetering van de prestaties op alle terreinen. In samenwerking met de burgers – er zou een Raad van Burgers ingesteld kunnen worden om de politie terzijde te staan – die ze geacht wordt te dienen.
Lees ook: Politie Amsterdam geeft toe: wij bepalen wanneer religie er wel of niet toe doet.
Lees ook: Dossier Stationsplein Amsterdam.