DEN HAAG (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) besluit relatief vaak zaken met een verdachte van een misdrijf te seponeren. Vorig jaar gebeurde dat in 20 procent van alle afgehandelde zaken, een verdubbeling in vergelijking met tien jaar geleden, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Bij een sepot besluit de officier van justitie om een verdachte niet verder te vervolgen. Soms gebeurt dat omdat er onvoldoende bewijs is om de zaak af te ronden, soms omdat er vanwege beperkte middelen keuzes moeten worden gemaakt.
Daarnaast seponeerde het OM 4 procent van de zaken voorwaardelijk, wat ook een verdubbeling is ten opzichte van 2007. Bij een voorwaardelijk sepot krijgt de verdachte bijvoorbeeld een contactverbod of de verplichting zich te laten behandelen of schade te vergoeden. Bij niet voldoen komt er alsnog vervolging.
In totaal nam het OM in 2016 in 203.000 zaken een beslissing, wat ruim een kwart minder is dan in 2007. In 4 procent van de gevallen werd een transactie aangeboden en 16 procent resulteerde in een strafbeschikking. In dat laatste geval doet de officier van justitie zonder tussenkomst van de rechter lichtere zaken met een sanctie af.
Uiteindelijk deden strafrechters vorig jaar in 94.000 strafzaken uitspraak, ook ruim een kwart minder dan in 2007. Voor het eerst in jaren daalde het percentage vrijspraken of ontslag van rechtsvervolging (11 procent van het totaal). Het aantal door de rechter opgelegde werkstraffen lag vorig jaar 22 procent lager dan tien jaar terug.
Het aantal geregistreerde misdrijven daalt al een aantal jaren. Het CBS wijst erop dat aantallen geen volledig beeld geven van de criminaliteit, omdat mensen bijvoorbeeld geen melding of aangifte doen.