Het kan geen toeval zijn dat uitgerekend in de Heilige Stad Rome een conferentie plaats vindt over islam in Europa. Meer specifiek: over de positie van islamitische gezagsdragers, imams. Het Vaticaan is nooit ver weg van de plekken waar de conferentie plaatsvindt en dus van de Heilige Vader. Een van de grote vragen die aan de orde kwam op de conferentie is of islam in Europa net zo’n vorm aanneemt of gaat aannemen als de Katholieke Kerk. Of de moefti’s en imams geen vergelijkbare positie hebben als bisschoppen en priesters.
Over islam spreken brengt immer een merkwaardige dichotomie mee, namelijk die van de realiteit tegenover die van de gewenste realiteit. Zo wordt er door sommige moslim deelnemers op de conferentie geageerd tegen de vergelijking van imams met priesters. Een imam is geen mediator tussen Allah en de gelovige zoals de priester bemiddelt tussen God en mens. Toch worden imams vaak gezien als vertegenwoordigers van de moslimgemeenschappen zoals priesters dat zijn van de katholieke gelovigen. Europese overheden zoeken contactpersonen in de diverse moslimgemeenschappen en komen dan vaak uit bij de imams, vaak huns ondanks.
Een ander probleem waar Europese autoriteiten op stuiten is de afwezigheid van een duidelijke gezagsstructuur in de islam. En daar gaat de vergelijking met de Katholieke Kerk hopeloos mis. De laatste kent een centrale autoriteit en dat is de Paus. De islam kent diverse autoriteiten die elkaar vaak tegenspreken. Bekijk je dat vanuit een diversiteitsstandpunt, dan kun je stellen dat de islam rijk geschakeerd is. Bekijk je dat vanuit de vraag wie je moet aanspreken, dan verlies je jezelf in een doolhof. Het probleem laat zich alleen maar oplossen als de staat besluit de diverse stromingen binnen de islam te erkennen als gesprekspartners. Dat maakt de dialoog overigens niet gemakkelijker en bovendien leidt het vaak tot ongenoegen bij de diverse moslimgemeenschappen die elkaar soms te vuur en te zwaard bestrijden.
De complexiteit van het debat wordt er niet minder op als gesproken wordt over de integratie van moslims in Europa. Hierin viel met name de inbreng van Jasser Auda op. Auda is een van de oprichters van de International Union of Muslim Scholars, die voorgezeten wordt door Yusuf al Qaradawi. In zijn voordracht betoogde Auda enerzijds dat moslims in Europa er alles aan moeten doen om zich te ontwikkelen als voorbeeldige burgers. Tegelijkertijd legde hij de uiteindelijke verantwoordelijkheid van de integratie van moslims bij -autochtone- Europeanen. Deze laatste moeten ‘inclusivistischer’ en ‘diverser’ zijn. Bovendien sprak hij nogal denigrerend over de initiatieven in Europa voor de opleiding en begeleiding van imams. Dat, zo stelde hij, kan alleen maar gedaan worden door islamitische instituten in de islamitische landen. Het was een krom betoog en het leverde het nodige debat op. Het was jammer dat Auda zijn ‘moment of fame’ nam en daarna -letterlijk- weer snel verdween van het conferentietoneel.
In de wandelgangen van de conferentie werd het debat over integratie voortgezet. Mij viel in sommige gesprekken het wat ik slachtoffergedrag noem op. Deelnemers met een moslim- of migrantenafkomst beklaagden zich erover dat ze worden aangesproken op hun moslim- of migrant zijn wat ze vaak als stigmatiserend ervaren. Een deelneemster uit Duitsland verklaarde desgevraagd dat je toch weet dat ‘de Duitsers nu eenmaal zo stigmatiserend zijn’. Dat ging er bij mij niet in. Wat is er mis met een moslim- of migrantenachtegrond, te meer omdat die nu eenmaal bij je hoort. Kun je er niet trots op zijn? Past dat niet bij het principe van superdiversiteit dat zo opgeld doet in maatschappelijke debatten? Alsmaar blijven klagen over vermeende stigmatisering genereert slachtoffergedrag en blokkeert uiteindelijk daadwerkelijke integratie.
Tegelijkertijd kwam ook de rol van de ‘ontvangende bevolking’ aan de orde. Ikzelf betoogde dat een integratieproces pas geslaagd is als de ontvangende partij de ‘nieuwkomers’, daadwerkelijk accepteert. En dat gaat verder dan tolereren. Mijn visie op het uiteindelijke opgaan van moslims in Europese samenlevingen is echter niet erg optimistisch. De islam als religie is inmiddels sterk geïnstitutionaliseerd in Europa, met moskeeën overal, islamitische centra en netwerken. Maar daadwerkelijke algemene acceptatie van moslims door mede-Europeanen is niet het geval en daarmee is het integratieproces nog lang niet afgerond, als dat al ooit het geval zal zijn.
Niettemin, om deze enigszins sombere conclusie te relativeren, kijk ik weer naar de Heilige Stoel hier om de hoek. Ook de Katholieke Kerk wordt geconfronteerd, tot op de dag van vandaag, met oppositie en afwijzing. Toch staat zij nog fier overeind en dat zal voorlopig niet veranderen. In die zin doen de moslims, ongetwijfeld huns ondanks, er goed aan toch maar te leren van dit aloude Romeinse instituut. Nee, Rome als conferentiestad over de islam was geen toeval.