HILVERSUM (ANP) – Dit jaar zijn 36 kinderen niet teruggekeerd van de zomervakantie als gevolg van een ontvoering door een van de ouders. Dat is een toename ten opzichte van voorgaande jaren.
Volgens het Centrum Internationale Kinderontvoering (IKO) gaat het bijvoorbeeld om kinderen die na een scheiding door een van de ouders mee naar het buitenland zijn genomen. Ook komt het voor dat ouders er samen niet uit komen in welk land hun kinderen zullen opgroeien. De zomervakantie wordt dan gebruikt om een beslissing te forceren.
De meeste kinderen werden meegenomen naar Polen (5), Marokko (4) en Turkije (4), gevolgd door Armenië, Curaçao en Italië (elk 3). Het jongste ontvoerde kind is 6 maanden, het oudste 15 jaar. 27 kinderen werden ontvoerd door de moeder, 9 door de vader. De meeste kinderen zijn ontvoerd uit de provincie Zuid-Holland.
Naast alle emoties die deze ontvoeringen opleveren, leiden deze volgens het Centrum IKO ook tot praktische beslommeringen. ,,Achterblijvende ouders kunnen problemen krijgen met de leerplichtambtenaar. Van de kinderen die na de zomer niet zijn teruggekomen, zijn er 25 leerplichtig'', aldus de organisatie. Het Centrum IKO staat achterblijvers juridisch bij als het gaat om het informeren van de leerplichtambtenaar over de afwezigheid van hun kind. Ook verstrekt het voorlichtingsmateriaal aan docenten die kinderen moeten uitleggen dat hun klasgenootje niet in de klas is.
Het aantal ontvoeringen in de zomervakantie blijft stijgen: 19 in 2014, 25 in 2015 en 34 in 2016.