AMSTERDAM – Het geluk lacht Géza Weisz toe dit jaar. Zijn serie Bluf trekt goede kijkcijfers en in de familiefilm Wiplala vertolkt hij de titelrol. Zes vragen aan de jonge acteur.
Liggen de rollen voor het oprapen, of heb je heel hard moeten werken voor deze twee?
“Ik prijs mezelf heel gelukkig met de kansen die ik heb gekregen. Zeker in deze tijd van crisis is het een luxe om je geld te kunnen verdienen met iets dat ik zo ontzettend leuk vind. Ik doe wel veel audities: soms word je het dan, soms niet. Maar Wiplala was een rol waarvoor ik echt door het vuur wilde gaan. Ik herken veel van hem in mijzelf: een macho met een klein hart. Een grote bek, maar ook gevoelig. En ik ben ook niet de grootste mens op aarde.”
Je maakt in heel veel interviews grappen over je lengte. Het is natuurlijk ook een soort trademark.
“Het is de realiteit: ik ben niet groot, en zeker tussen al die boomlange Hollandse acteurs valt dat op. Het kan een voordeel zijn, als je een klein mannetje zoekt. Maar het kan ook een nadeel zijn: ik denk dat een casting director bij een Soldaat van Oranje-achtige oorlogsheld eerder bij Reinout Scholten of Robert de Hoog uitkomt. Daar doe je verder niets aan.”
Komedie schijnt de lastigste vorm van acteren te zijn, maar jij doet bijna niet anders. Gaat het je gemakkelijk af?
“Het geheim van komedie spelen is dat je het heel serieus moet nemen. Je moet niet grappig gaan doen, dat pakt altijd irritant uit. Bovendien is het scala komedierollen heel erg breed: je kan Wiplala niet vergelijken met Jiskefet, om maar wat te noemen. Maar desondanks is het niet mijn ambitie om mijn leven lang alleen maar komische rollen te blijven spelen. Ik heb ook echt wel een donkere laag die ik graag wil laten zien.”
Je bereidt je altijd serieus voor. Wat heb je gedaan voor Wiplala?
“Ik heb het boek gelezen en het scenario gelezen. En daarna heb ik rol benaderd zoals ik elke rol benader. Je gaat het personage ontleden: wat wil hij, waarom zegt hij en doet hij wat hij zegt en doet? Ik heb de Tim Burton-films met Johnny Depp gekeken, dat is een groot voorbeeld van me. Ik heb veel filmpjes van dieren bekeken: wat kan ik overnemen van bijvoorbeeld een kat, hond, giraf of stokstaartje? Wiplala is geen mens, en het is geen dier, maar iets er tussen in.”
Was je bang dat schmieren op de loer lag? Daar maakt Depp zich soms ook schuldig aan.
“Soms moet je dat gewoon proberen, en dan maar hopen dat de regisseur je terugfluit. Wiplala gromt bijvoorbeeld, dat is één van de dingen die hem onderscheidt van de mensen. Maar na twee dagen zei regisseur Tim Oliehoek: ‘Nu ga je echt te ver, dit is overdreven’. Dan neem je wat gas terug. Zo probeer je daar samen uit te komen.”
Grappig dat je dat zegt. Tim Oliehoek wordt vaak verweten juist geen acteursregisseur te zijn.
“Absoluut wel! Hij is natuurlijk mede op dit project gezet vanwege alle special effects, hij is één van de weinige regisseurs in Nederland die daar veel ervaring mee heeft. Maar Tim besteedt minstens zoveel tijd aan zijn acteurs. Daar vroeg dit project ook om: zeker onervaren kindacteurs kan je niet zomaar aan hun lot overlaten. Hij heeft dat echt heel erg goed gedaan.”