In 2003 werkte ik als secretaresse bij de UvA. Ik wilde graag een archiefboy bestellen, een onmisbaar instrument in het arsenaal van de kantoorklerk. Omdat het geen standaardinventaris betrof, moest de afdelingsvoorzitter toestemming voor aanschaf geven. Het ding kostte een tientje; de kosten van de procedure waren het veelvuldige. Universiteiten moeten functioneren als bedrijven, maar zijn het niet. Ze combineren het slechtste van bureaucratie met het slechtste van de markt. Die treurige tweeslachtigheid maakt nu aan de UvA een slachtoffer dat niet geofferd mag worden: het geesteswetenschappelijk onderwijs.
De UvA is een wirwar aan organisaties en onderdelen. Een deel daarvan is puur commercieel en ondergebracht in de UvA Holding. Daar vinden we bijvoorbeeld een vastgoedexploitant, die winkelruimte en appartementen ontwikkelt. Er is ook een uitzendbureau. Dat werkt alleen voor de UvA, die daarmee casht omdat uitzendkrachten niet dezelfde rechten hebben als werknemers. In de Holding vinden we ook een van de “grootste zakelijke talencentra van Nederland”. Volgens de website gaat het met dat onderdeel uitstekend, dankzij “slagvaardig beleid, concurrerende prijzen en met name hoogstaande kwaliteit”. Wie zei dat er geen geld te verdienen valt met letteren?
Oh ja, dat was de UvA. De universiteit heeft namelijk ook nog een kerntaak, een beetje een lastpak en ondergeschoven kindje. Er moet lesgegeven worden en dat is te duur. De Faculteit der Geesteswetenschappen (FGw) moet daarom flink bezuinigen. Hoeveel exact is niet bekend, maar het is ergens tussen de vier en tien miljoen zo meldt Folia. In ieder geval geen dertien, maar zeker weten doe je dat nooit aan een universiteit. Het geld moet bespaard worden door het aanbod te versoberen. Minder opleidingen dus, misschien zelfs gewoon nog maar eentje: één brede propedeuse waarna de student een major mag kiezen. Op Twitter noemen studenten het #fgwslachting.
De ellende komt voor een deel voort uit dalende studentenaantallen. Natuurlijk moet je overwegen een opleiding te schrappen als maar twee studenten interesse hebben. Maar dat is denken als een bedrijf, en dat is de universiteit alleen maar half. De tekorten worden namelijk “voor twee derde veroorzaakt door een lagere studiepuntprijs en andere verdelingssleutels die het CvB hanteert” zegt decaan Frank van Vree tegen Folia. De studiepuntprijs is geen marktmechanisme, maar een bureaucratische rekentool. De FGw presteert dus niet zozeer ondermaats in de markt, maar is het slachtoffer van veranderde manieren van toveren met geld.
Als er aan de uni een potje over is, moet dat opgemaakt worden. Dat overkwam ook – je verwacht het niet – de faculteit Geesteswetenschappen. In hetzelfde Folia-artikel zegt Van Vree dat het in 2011-2012 zo goed ging dat er een begrotingsoverschot was en de faculteit maar geld is gaan uitgeven. Dat moest wel, want niet-besteed geld leidt tot straf. Als je iets overhoudt, heb je immers teveel gekregen – zo redeneert de universitaire allocator, en dus wordt er dan gekort op je budget.
Geesteswetenschappen hebben de wind niet mee. Er wordt volop geklaagd over het gebrekkige (of gebrekkig zichtbare) nut van de letteren. Dat is ook niet gek. Geesteswetenschappen zijn immers de vijand van het neoliberalisme dat zulk nutsdenken dicteert. Kritische denkkracht, het vermogen schoonheid los te zien van prijs en historisch besef ondermijnen de neoliberale machtsorde. Maar zelfs als we vanuit nut en markt denken is de aangekondigde herstructurering onnozel.
Bij bedrijven is het vrij normaal dat essentiële onderdelen verlies draaien – denk aan de R&D-afdeling. Supermarkten verkopen leverworst onder de kostprijs om zo klanten de winkel in te lokken. Ook komt het voor dat onderdelen worden aangehouden vanwege prestige. RTL Nieuws kost vooral geld, maar het bestaan is goed voor het imago van RTL. De universiteit, meester in het goochelen met cijfers, zou daar eens goed naar moeten kijken.
De UvA Holding is alleen winstgevend dankzij de rest van de UvA. Het talencentrum gebruikt universitaire onderwijszalen. Natuurlijk kan je dan scherp concurreren. Het teert ook gretig op de kennis die de UvA voortbrengt. Dat maakt het talencentrum – net als de hele UvA Holding – schatplichtig aan de FGw. De ‘klappen’ die daar vallen kunnen prima gecompenseerd worden. Vergeet niet dat het gaat om rekenen op papier en dat de universiteit keurig winst maakt. Als de UvA zich echt wil meten met bedrijven, dan moet zij zich als één geheel gaan gedragen. Winst van de teen kan niet losgezien worden van de voet, en amputatie van de voet heeft desastreuze gevolgen als je in de toekomst nog wilt lopen.