Na een maandenlange non-stop loopgravenoorlog met mijn buurman, zoals beschreven in mijn stukkie van vorige week woensdag, heb ik jullie wijze raad opgevolgd en ben vertrokken. Gevlucht eigenlijk. Vandaag wordt-ie ontruimd. Vanavond kan ik als het goed is weer terug naar mijn huisje. Fijn is dat. Het gekke van stress is, dat je er geen idee van hebt hoe ernstig het eigenlijk is, tot het voorbij is. Ik dacht dat ik het allemaal prima aan kon. Kom kom, wat is nu een beetje lawaai? Hoe erg is het nu, af en toe midden in de nacht wakker geschreeuwd te worden? Maar ik blijk te voldoen aan alle symptomen van structurele stress, ik ben een wandelend cliché:
Opleiding en levenservaring
Let wel: dit stukje is geschreven door een hoog opgeleide, volwassen man, die ‘alleen maar’ mot heeft met zijn asociale buurman. Stel je nu eens voor dat je die opleiding en levenservaring niet hebt. En dat het water kniehoog in je huis staat. Elke dag, al wekenlang. Zoals in Bangkok. Dan is die hond die in slaap sukkelt en voorover in het water kukelt ineens een stuk minder grappig. Of stel je voor dat het dak van je huis in je huis stort, dat je geliefden er onder begraven raken. Of dat een mafkees van een buurman met een halfautomatisch geweer je huis binnendringt en je alles afneemt, en je genoodzaakt bent te vluchten. Dakloos.
We hebben in Nederland al te makkelijk ons oordeel klaar over het gebrek aan initiatief en oplossend vermogen van mensen in derde wereldlanden. “Die lui gaan na een ramp gewoon bij de pakken neerzitten! Waarom zouden we ze een zak geld sturen? Je moet ze geen noodhulp geven, daar worden ze alleen maar afhankelijk van.”
Dood gewicht
Wat we vergeten, wat niet direct zichtbaar is, is de enorme stress die het verliezen van je huis, je geliefden en je levensbehoeften met zich meebrengt. Nu ik gezien heb wat stress met mijn functioneren doet, snap ik veel beter dat mensen die alles kwijt zijn, alle noodhulp die ze kunnen krijgen met beide handen aanpakken. Ik denk dat structurele stress een reusachtig dood gewicht is, dat aan de bevolking van veel ‘achterlijke’ landen hangt en er mede voor zorgt dat ze achterlijk blijven.
Mensen in nood hebben alle hulp nodig die ze kunnen krijgen. Want ze zijn al druk zat met niet gillend gek worden. Zo simpel is het.