“Ik ben niet van de afdeling SM”, zei Jan Hamming, voorzitter van de commissie die Politiek van waarde schreef (de Volkskrant, 13 november). Niet SM wellicht, maar wel PR. Want zijn commissie heeft de boodschap boven de inhoud verkozen.
Haar advies is dat de PvdA politiek moet gaan bedrijven die meer van onderop komt en meer tussen de mensen staat. Vernieuwend? Lijkt me niet. De buiging richting de burger is een terugkerende reflex van de sociaal-democraten; sterker het is waarom de SDAP ooit gesticht werd. Democratie voor gewone mensen.
Omdat de PvdA is vastgelopen met haar kabinetsdeelname poogt ze met een beroep op straatwijsheid het schip weer vlot te trekken. Die strategie is in dit tijdgewricht een doodlopende weg. Niet de taal of de boodschap is het probleem, het is de inhoud. Mensen zijn echt niet gek en kunnen goed beleid van slecht beleid onderscheiden. Daar weegt geen boodschap tegenop. Zoals de econoom Schumpeter zei: “Zelfs de mooiste vrouw op aarde zal het niet lukken een vieze sigaret te verkopen.”
Al tijdens de laatste verkiezingen is de PvdA deze weg ingeslagen. Denk maar aan de strijd met de VVD, waar zij vol op het socialistisch-populistische orgel ging. De VVD deed hier niet voor onder en schuwde zelfs Koude-Oorlog taal niet. Beide partijen maakten zich schuldig aan overspannen pogingen om tot de kiezer door te dringen. De boodschap ‘naar de kiezer toe’ stond centraal en niet de inhoud.
Waar komt dat misverstand toch vandaan, dat een bestuurder van nature wereldvreemd is en ver af van de burger staat? Het lijkt de vloek van Neerlands anti-intellectuele traditie. Ivoren-torenwoede die de illusie wekt: hoe viezer de handen, hoe wereldwijzer je bent. De romantiek van de mijnwerker.
Zitten burgers hier echt op te wachten? Op meer activistische politici die tot vermoeiens toe met een kunstmatige glimlach hun begrip voor de gewone man benadrukken? Welnee, daar is men juist klaar mee. Burgers willen liever staatslieden die wat meer afstand nemen, wat langer nadenken dan normaal, niet meteen op elk incident reageren, en vooral hun ambities wat beter weten te temmen. Aan gematigdheid is behoefte, en een onsje minder machistische reorganisatiedrang.
Maar wat deed combo VVD-PvdA direct na de verkiezingen? Radicale plannen maken die het maatschappelijke bestel op zijn grondvesten deden schudden. Met als bestuurlijke oogappel de huidige 3D-operatie die koste wat kost doorgevoerd moet worden. Het doel heiligt de middelen. En op de breed heersende onzekerheid en onvrede is steeds geantwoord met de onvermijdelijkheid van de ingrepen, zijnde het ‘eerlijke verhaal’.
Maar ondanks al deze risicovolle en destabiliserende decentralisaties blijft de angst van Hamming dat de PvdA “teveel vereenzelvigd wordt met regels en instituties. Daar moeten we mee radicaal breken.”
Hier toont zich de wereldvreemdheid: eerst driftig het mes zetten in organisaties en instituties om vervolgens jezelf af te schilderen als statisch en star. Het is de wereld op zijn kop.
Den Haag heeft allang gebroken met de instituties, dat is juist het probleem. Mensen zijn angstig omdat ze niet meer kunnen vertrouwen op allerlei regelingen. Want waarschijnlijk zijn ze volgend jaar weer anders geworden of verdwenen.
De voortdurende wijziging van regelgeving voor instituties zoals zorg, onderwijs, en de financiële sector heeft geleid tot een wankelend maatschappelijk bestel met organisaties die nauwelijks meer instituties genoemd kunnen worden. Hun stabiliserende werking is ernstig aangetast door alle operaties van de laatste jaren.
Dus zolang mensen met allerhande reorganisaties worden geconfronteerd zal een populistisch idealisme van de PvdA hun worst zijn. Sterker zo een PR-strategie zal slechts een verdere averechtse werking hebben. Stug doorgaan met hervormen en ook nog valse pathos tonen voor het leed der burgers zal slechts tot een nog grotere wederzijdse verwijdering leiden.
Gerard Drosterij schrijft verder op zijn website.