Of ik 14 november mee ging protesteren tegen het leenstelsel, werd mij onlangs gevraagd. Mijn deelname aan het Facebook-event stond wekenlang op ‘misschien’, maar ik ben uiteindelijk gewoon thuis gebleven. Natuurlijk, ik vind het heel eng als studeren niet meer voor iedereen toegankelijk zal worden. Maar de discussie lijkt voorbij te gaan aan de vraag wat wij studenten terug geven aan de maatschappij. “De slager op de hoek betaalt ook mee aan de studie van de dochter van de advocaat”, stelt GroenLinks. Hoewel er allerlei bezwaren zijn tegen deze stelling, immers de dochter van de slager had ook profijt van de studiefinanciering in het huidige systeem, snijdt de partij hier wel een goed punt aan.
Toen ik drie jaar geleden aan mijn studie geschiedenis begon aan de Universiteit van Utrecht werd ons in de introductieweek op het hart gedrukt dat we vanaf nu ‘tot de elite van het land’ behoorden. Maar wat is dat dan ‘de elite van het land’? Betekent dit dat de gehele maatschappij mee moet betalen aan onze studie omdat we zo’n getalenteerde groep slimmeriken zijn? In de optiek van de historicus lijkt dit wel het geval. Historici lijden namelijk aan een bepaalde vorm van wat ik zou noemen ‘maatschappelijke desinteresse’. Het lijkt een paradox, geschiedenis en maatschappelijke desinteresse, maar in al die jaren dat ik deze studie volg moet ik constateren dat de kloof tussen publiek en historicus alleen maar groter dreigt te worden.
Is dat dan zo erg? Wat boeit de slager op de hoek nou wat er gebeurde tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten of wat er gebeurde in Nederland tijdens de Bataafse Republiek? Misschien niets, maar dat neemt niet weg dat geschiedenis identiteitsvormend is en historisch en nationaal bewustzijn belangrijke aspecten zijn van de eenentwintigste eeuw. Wanneer we ons als historici terugtrekken in onze studeerkamer en blijven geloven dat we tot de elite van het land behoren komen we als maatschappij geen stap verder.
Historici zijn meer geïnteresseerd in de vraag of geschiedenis een wetenschap is en niet welke verbinding en welk nut geschiedenis voor de maatschappij heeft. Bij het schrijven van een paper of scriptie speelt de maatschappelijke verantwoording een bijrol, wordt ons vaak gezegd. Ik vind dat zorgwekkend. Bij alles wat we schrijven moeten we altijd kunnen beargumenteren waarom, direct dan wel indirect, een bepaalde onderzoek of bepaalde stelling een maatschappelijk belang heeft. Wanneer we dat uit het oog verliezen ontstaat een kloof tussen de universiteit en de rest van de maatschappij die veel destructiever is dan het probleem dat iedereen meebetaalt aan het studeren.
Jet Bussemaker (minister van onderwijs) schermt haar plan af door te stellen dat het geld dat de staat bezuinigt op de studiefinanciering weer terug wordt gestoken in het onderwijs. Ik houd m’n hart vast wat er gebeurt met dat geld. Wanneer het geld gestoken wordt in onderzoek heeft nog steeds de maatschappij en de student niets aan het geld. Er kan beter nagedacht worden over de vraag hoe universiteit en maatschappij een veel meer in elkaar kunnen samenvallen en wat ze voor elkaar kunnen betekenen. Dan is geld een tweede verhaal.
Binnen de bètawetenschappen is deze discussie gelukkig als losgebrand. We zien bètawetenschappers op televisie en in kranten veelvuldig uitleggen waarom ze iets onderzoeken en wat we daar aan hebben als maatschappij. Het zou de geesteswetenschappers als historici sieren hier ook meer mee bezig te zijn. Geschiedenis is geen veredelde elitaire hobby en datzelfde geldt voor veel andere geesteswetenschappen waar ik geen kind aan huis ben. Studenten zijn niet de elite van het land, maar een onderdeel van de maatschappij waarin ze hun inzicht en kennis inzetten om deze verder te helpen. Net zoals de slager of de fietsenmaker hun vakmanschap inzetten voor de maatschappij. We zijn geen haar beter of slechter dan zij, alleen kost het investeren in een studie vaak wat meer geld dan andere beroepen. Je moet als student dus bewust zijn dat jouw duurbetaalde studie niet voor jezelf of een bepaalde elitaire kring behouden blijft, maar nut draagt aan de hele maatschappij.
Tiewen Visser is masterstudent politiek en maatschappij in historisch perspectief aan de Universiteit Utrecht.