Sanering. Ik ken geen tweede woord dat zulke verrukkelijke vergezichten schetst, vooral in combinatie met ‘NPO’. Sanering dus. Van de NPO. Zeg het maar eens hardop: saneren, saneren, saneren. Als in saneren.
Ooit was ze van een onnozel-aandoenlijke signatuur, de publieke omroep, inclusief vriendelijke boegbeelden met weelderige snorren en strikjes in het haar, afijn: goudomglansde weldaad die voor eeuwig in de registers van de herinnering ligt opgebaard. Herinneringen aan Chiel Montagne en Ted de Braak liggen voor eeuwig opgebaard in de herinnering, net als die aan Ome Willem, geniale Ome Willem, muzikaal opgeluisterd door de minstens zo geniale Harry Bannink. Hoewel ik niet uitsluit dat het hier om hervonden herinneringen gaat (Max Pam, kom er maar in!), contrasteert het fel met de zwakzinnige appelgebakjes en ontvangsthal-emoporno die vandaag de dag moet doorgaan voor deugdelijk programmeren.
Afijn, nooit eerder is de noodzaak van sanering zo evident geweest.
Te snel zeggen we: “Tja, NPO, ach NPO” – maar als u dacht dat dit cynische spruitje niet nóg cynischer kon worden afgekookt vergist u zich deerlijk, want ik wilde juist de uitknop indrukken of daar viel ik met mijn neus in het programma Allah in Europa, uitgezonden door het voormalig vrijzinnige bastion waaraan wij zulks taboedoorbrekends te danken hebben als Het lachende scheermes en Van Kooten en de Bie. Tegenwoordig is het een soort safe house voor permanent gekwetste zuurmeisjes.
Een ieder geboren vóór 1980 zal beamen dat de omroep van Wim T. Schippers is verworden tot een flauwe schaduw van haar vroegere zelf. Nu is het de omroep van Sunny Bergman, met overeenkomstige reportages, nauwelijks te onderscheiden van BNNVARA-spuitpoep, dit alles conform een of ander zelfnivellerend diversiteitshandvest dat dicteert dat er tot elke prijs gedeugd dient te worden, al is het werknemersbestand nog witter dan de top van Mont Blanc.
Nu goed. Allah in Europa dus. VPRO-docu over oranjebaarden gepresenteerd door de Belg Jan Leyers in een wat de NPO noemt “genuanceerd en respectvol” portret, jazeker – “maar zonder de controverse te schuwen”. Dat is zoiets als over een frikandel speciaal beweren dat het tegelijk supergezond is en cholesterolverhogend (u merkt, een inwoner van Veghel gaat niet ver voor zijn vergelijkingen).
Terwijl de presentator de argumenten vóór shariawetgeving kreeg opgesomd door een godsdienstwaanzinnige shariasjeik in Londen, wist de presentator (een totaal weekdier) op enig moment uit te brengen dat hij “voor 95 procent om” was.
U zei wát?
Voor 95 procent om. Het weekdier dus. Laat ik van de gelegenheid gebruik maken om het woord “saneren” opnieuw bij u onder de aandacht te brengen. Doe ermee wat je wil terwijl u op aanwijzing van André uw citroentaartjes afbakt in de oven.
Wat het totale weekdier had moeten zeggen, geconfronteerd met deze superieure minachting jegens de cultuur waarin het hem is toegestaan te woekeren, was natuurlijk: “U mag gezellig verrekken, monseigneur, en veel plezier met je honderd maagden.”
Maar in plaats daarvan begon dit bijzettafeltje van een man driftig te knikken, en begripvol te likken, terwijl de haatsjeik nut en noodzaak van shariarechtspraak verdedigde in hartje London. Toen vervolgens de kwestie afvalligheid en islam werd afgedaan door de haatbaard als “hypothetisch” en niet terzake doende, begon de presentator zelfs een beetje dom te lachen, met een kruiperig blosje op het gezicht.
Het was kortom niet om áán te zien. Als je bij het zien van zoveel gesluierde gekte niet onmiddellijk een maagomkering of anderszins fysiologisch ongemak ervaart, is er iets grondig met je mis, maar je wordt je pas écht gewaar van het woekerende onkruid dat islam is, en de NPO, wanneer je er een slaphartige diversiteitsexcuustruus met een deugagenda tegenover de totale achterlijkheid zet.
Ik wil niet meer, mensen. Ik kan niet meer.
Dus nogmaals. Sanering. Van de NPO. Als in saneren. Laat het woord eens door uw mentale handen glijden, spoel het door uw haar, stop het in een pijp, en rook het.