AMSTERDAM (ANP) – Philips heeft ingestemd met verscherpt toezicht op zijn fabrieken in de Verenigde Staten waar onder meer defibrillatoren worden gemaakt. Het technologieconcern heeft daarover een overeenkomst gesloten met het Amerikaanse ministerie van Justitie, dat optrad namens de keuringsdienst FDA.
Bij inspecties tussen 2009 en 2015 kwam naar voren dat Philips bij de productie van defibrillatoren in Noord-Amerika niet aan alle kwaliteitseisen voldeed. Daarom heeft het bedrijf moeten besluiten te stoppen met het maken van die apparaten in de fabrieken in Andover en Bothell, totdat de FDA heeft vastgesteld dat de regels weer worden nageleefd.
Topman Frans van Houten benadrukt dat de kwaliteit van de producten niet in het geding is. Ook wil hij niet aan een vergelijking met de situatie in een fabriek voor medische scanners in Cleveland, die langdurig dicht moest nadat de FDA in 2011 ook daar productieproblemen had geconstateerd. De resultaten van Philips hebben daar jarenlang onder geleden.
Reactie Van Houten
,,In Cleveland moesten ook de producten opnieuw worden ontworpen'', aldus Van Houten. Ditmaal verwacht hij dat Philips met veel beperktere maatregelen in de loop van volgend jaar de productie kan hervatten. ,,We hebben de afgelopen drie jaar al veel voortgang geboekt met de verbetering van processen en procedures.''
Het verscherpte toezicht door de FDA geldt in principe voor een periode van vijf jaar. ,,Maar wij gaan ervan uit dat we alweer onder een lichter regime komen te vallen zodra de FDA heeft vastgesteld dat onze productieprocessen aan alle regels voldoen'', aldus Van Houten.
Philips voorziet een nadelig effect van 20 miljoen euro op het bedrijfsresultaat (ebita) in het vierde kwartaal van 2017, en van 60 miljoen euro in 2018. De totale omzet uit de verkoop van het soort defibrillatoren waar de maatregelen betrekking op hebben, kwam in 2016 neer op circa 35 miljoen euro per kwartaal. Aanvullende boetes vallen volgens Van Houten niet te verwachten.