Het gaat niet goed met het feminisme. Wegens een gebrek aan doelen om voor te vechten, hebben feministen hun pijlen de afgelopen jaren gericht op zaken waarvoor een zekere fantasie en veel creativiteit vereist zijn om ze te kunnen linken aan vrouwenemancipatie. Multiculturele westerse samenlevingen kregen aldus ‘intersectionaliteit’ op hun bord, naast de vaste ingrediënten: ‘patriarchaat’, ‘witte mannen van middelbare leeftijd’ en de meer aan de tijdsgeest aangepaste Rosie ‘We can do it!’ The Riveter met een hoofddoek.
Dát moet je de vrouwenstrijdsters van vandaag wel nageven, dat ze over veel fantasie en een gezonde portie creativiteit beschikken.
Laatste vrucht aan de stervende boom van het moderne feminisme is de ‘kwestie Weinstein’. Harvey Weinstein mag, naast een carrière als voormalig Hollywood-producer, nu ook een carrière als seksueel delinquent aan zijn palmares toevoegen. Harvey bleek namelijk nogal liberaal om te springen met de gangbare geplogenheden binnen het man/vrouwgebeuren.
Allemaal goed en wel. Verkrachting en seksuele intimidatie zijn niet niks. Dat Weinstein over de schreef is gegaan en daarvoor gestraft moet worden is dan ook niet de kwestie. Die kwestie betreft iets veel groter.
Als bij toverslag duiken plotseling overal ter (westerse) wereld vrouwen op die seksueel geïntimideerd zijn geweest danwel worden. Actrices, secretaresses, docenten, studenten, maar vooral actrices, blijken bijna aan de lopende band seksueel geïntimideerd te worden. Het regent ineens oneerbare voorstellen en verkrachtingen. Professoren die aan studenten vragen ‘om eens met hen naar bed te gaan’, theater- en/of televisiemakers die hetzelfde vragen aan hun actrices (al dan niet in opleiding): overal waar mannen en vrouwen samenwerken – en dat is in de westerse wereld overal – blijken oneerbare voorstellen en verkrachtingen aan de orde van de dag. ‘Me too, me too, me too!’
Een believer zal zeggen: ‘Da’s omdat het nu pas bespreekbaar wordt. Jarenlang heeft het door witte mannen gedomineerde patriarchaat, dat minderheden en dus ook vrouwen onderdrukt, deze wantoestanden onder de mat kunnen vegen. Maar dankzij deze boude vrouwenstrijdsters komt de white male-dominantie van het vrouwonvriendelijke Westen misschien eindelijk ten einde!’
Een scepticus, zijnde iemand die een beetje kritisch probeert te denken, zal in zijn hoedanigheid van non-believer eerder het volgende poneren: ‘Kloppen al die aantijgingen wel? Wordt het kind hier niet met het badwater weggegooid? Bestaat de mogelijkheid dat vrouwenstrijdsters met een teveel aan fantasie en een tekort aan aandacht onterecht mannen beschuldigen? En zorgen die eventuele valse beschuldigingen niet voor schade, niet enkel aan de (vals) beschuldigde maar ook aan diens entourage?’
Dankzij de wereldwijde media verspreidt de massapsychose zich aan een recordtempo. De menselijke natuur indachtig, mag de verleiding om mee te surfen op de golven van de waan van de dag niet verbazen. Net zoals onheilstijdingen over het einde der tijden, zure regen die het leven op aarde bedreigt en derdegolf-feministen die steeds talrijker worden (ik moet bekennen, ook ik ben ontvankelijk voor onheilstijdingen), zorgt ook de Weinstein-hype voor taferelen die doen denken aan de parabel van de blinde die de blinden leidt. Naar de afgrond, dat is.
Ik geef toe makkelijk is het niet, om het hoofd koel te houden en het overzicht te proberen bewaren in deze tijden van grote onduidelijkheid. Zeker voor de identiteitsloos geworden westerling is zingeving vinden een aartsmoelijke opdracht geworden. Engelen en duivels hebben het Westen verlaten. Eerst ideologieën en vervolgens valse idealen namen hun plaats in. De vrome gelovige, de communist en de nazi van weleer werden verruild voor een nietsist, een ideologisch eclecticus die wegens een gebrek aan echte idealen een “good cause” in elkaar knutselt. Die “goede zaak” waarvoor hij strijdt is een samenraapsel van wetenswaardigheden en goed klinkende utopische denkbeelden uit het christendom, het socialisme/communisme en de latere feministische en antiracistische krabbenmand. Een beetje christelijke inclusie + een beetje communistisch gelijkheidsdenken + een beetje geslachts- en culturele verschillenontkenning = derdegolf-feminisme.
Een échte individualist zijn is weinigen gegeven. Dat maakt dat groepsdenken en door massamedia aangevuurde massapsychoses terug zijn van nooit weggeweest. Het maakt evenzeer dat zaken kritisch benaderen even verdacht is als ooit tevoren. Misschien zelfs meer dan ooit tevoren.
De massa’s die vier eeuwen terug heksen de brandstapel op scandeerden en hun massahysterische overtuiging aldus botvierden, zijn vervangen door massa’s die heksen op de brandstapel scanderen en aldus hun overtuiging botvieren. Enkel de jaartallen zijn veranderd en de religieuze noemer onder de schandpalisering werd ingeruild voor een pseudo-ideologische. De rotte vrucht van de stervende feministenboom dient heden als vergoelijking van de massale beschuldigingen aan het adres van bij voorbaat verloren daders.
De een zijn dood is de ander zijn brood. De middelpuntvliedende krachten die de mens in een houdgreep houden, dreigen de westerse wereld nogmaals compleet te zullen vernietigen. De pendule slingert wederom teveel door in een bepaalde richting. Het feminisme, ooit begonnen als een te begrijpen strijd voor vrouwenrechten, is compleet van het pad af. Net zoals de heksenvervolgingen van enkele eeuwen geleden van het pad af waren. Net zoals de ideologische hardliners van het communisme en het nazisme van het pad af waren.
Maar er zijn kapers op de kust. En die kapers weten maar al te goed hoe de vork in de steel zit. Ze laven zich immers aan de vruchten van de feministenboom en dragen in niet weinige mate bij aan dier stervensproces. De islamitische gemeenschappen in het Westen hebben wederom lont geroken. In plaats van zelf voor de kar te worden gespannen van onder meer de feministen, keren ze zoals ze dat al eens plegen te doen de rollen om. De palliatieve feministen worden voor de kar gespannen van hun voormalige stoplapjes.
De kapers presenteren zich als redders. Hun duivelsverzen klinken als engelengezangen in de oren van de verdwaasde feministen die derdegolf-feministen nu eenmaal zijn. De oplossing voor alle problemen, ook die die met seksuele intimidatie te maken hebben, is meer islam. Zowat overal kan een mens die lezen kan, met eigen ogen aanschouwen hoe doorsnee moslims die ganse kwestie bejegenen. Het blame the victim-principe, sowieso een klassieker binnen de mohammedaanse leer, wordt geheid bovengehaald. Daarnaast laten muzelmannen het niet na om de hemelse godvrucht hunner ingepakte dames in de verf te zetten, daarmee meteen nog eens wijzend op de voordelen en geneugten van een hoofddoek.
‘Teaching of islam could prevent Hollywood sex scandals’, kopte de Britse krant The Independent onlangs. Niet meer wetend van welk hout pijlen te maken, kiezen de media de kant van de nieuwe meesters. Wegens gebrek aan eigen gefundeerde idealen en zingeving, pikken de losgeslagen projectielen die ‘westerlingen’ heten, hun wagonnetjes aan aan de trein des doods.
En dus zien we her en der de vier ruiters van de apocalyps verschijnen. Niet in hun krijgshaftige, bijbelse gedaante. Wel in de vorm van onder meer feminislamitisch activisme. Mensen die hun ogen eens te lezen leggen op verschillende media, komen al snel uit bij feminislamitische lectuur. En daarvoor hoef je heus niet naar obscure islamitische websites surfen. Je kan feminislamitische artikels tot je nemen via “gerespecteerde” magazines met een zekere standing.
‘Muslims are The True Feminists’, luidt een artikel in de Huffington Post (5/10/2016), ‘Islam and feminism aren’t mutually exclusive, and faith can be an important liberator’, leert ons een artikel in The Conversation (10/5/2017). En als toemaatje mag bekeerlinge Theresa Corbin ons verblijden met een stukje in The Lily (onderdeel van The Washington Post), getiteld: ‘I’m a feminist convert to islam’ (22/6/2017).
Moderne feministen die op de derde golf en de waan van de dag surfen, sluiten pacten met de duivel. Te lomp om te helpen donderen en te blind om het zonlicht in hun ogen te zien, ‘pikken ze wat interessants mee’ uit de leer van van een zevende-eeuwse krijger. Alsof de koran een shopping mall is, sociaalconstrueren de sirenen van het feminisme een sprookje waarvan de houdbaarheidsdatum zeer beperkt is. Zich verliezend in de zouteloze praatjes van welgebekte moslims, vegeteren de pseudo-feministen terwijl ze er zelf bijstaan.
En dat allemaal gebeurt, omdat het Westen geen verhaal meer heeft. Verloren gelopen in het labyrinth van de postmoderniteit vindt de westerse mens zijn eigen hoofd zelfs niet meer terug. Opgeslorpt door hedonisme, snel plezier en reclameslogans, ziet de avondlander niet dat de nacht intreedt.