In 2004 scoort de Puerto Ricaanse zanger en muzikant Gabriel Rios (1978) een hit met het nummer Broad Daylight. Na vijf albums is het sinds 2011 wat rustig rondom de zanger. Hij besluit zijn woonplaats Gent tijdelijk te verruilen voor New York om zijn zesde album te schrijven en op te nemen. Afgelopen week verscheen This Marauders Midnight.
Hij is een middagje in Nederland. “We zijn met de Thalys gegaan, dan ben je hier binnen twee uur!” De zanger woont inmiddels weer in Gent en is vandaag in het nieuwe hotel De Hallen, naast de foodhallen in Amsterdam West om te vertellen over zijn nieuwe album, zijn tijd in New York en zijn verborgen kant als beeldende kunstenaar.
“Doordeweeks ben ik gaan schrijven en in het weekend probeerde ik mijn muziek uit in Rock With Music Hall, een podium vlakbij Chintown, waar ik woonde,” vertelt de zanger. “Ik ontmoette daar twee fantastische Nederlandse muzikanten, bassist Ruben Samama en celliste Amber Docters van Leeuwen. Met z’n drieën speelden twee een of twee keer per maand.”
Rios woont in eerste instantie een tijdje bij zijn zus in Harlem, maar gaat op zoek naar een eigen appartement. De huur, vertelt hij, is in je eentje niet te betalen in New York. “Ik reageerde op een advertentie voor een huis in Chinatown. Toen ik ging kijken, was het in de straat waar ik zes jaar eerder foto’s had gemaakt voor een Belgisch interview. Ik riep toen heel hard dat ik nóóit in New York zou kunnen wonen omdat het zo’n drukke stad is. En precies daar waar ik dit dat had gezegd, ben ik uiteindelijk gaan wonen. Het was fantastisch, overdag is het enorm druk, maar ’s avonds gaan alle Chinese mensen naar Queens of ergens anders. Ze wonen daar niet.”
“Na zes uur verandert de wijk in een soort spookstad. Ergens weet je dat je deze mensen uit hun buurt verjaagt, de huur stijgt omdat de buurt hip wordt. Ik ben ook één van die mensen. We gaan er wonen omdat wij een bepaalde ervaring willen, niet omdat we arm zijn. Dat was de reden voor de oorspronkelijke bewoners. Het is best een ongemakkelijk gevoel. Daar gaat het nummer City Song ook over.”
Het antwoord op de vraag waarom hij ondanks zijn weerstand tegen New York als woonplaats toch in de stad is gaan wonen, is simpel: “Dat kwam door het verlangen weer in een Engelstalig land te wonen. Ik ben zowel Spaans als Engels opgevoed, maar na zestien jaar in Gent was ik zo lang weg van Engelstalig publiek. Het maakt een enorm verschil of je voor mensen zingt in hun eigen taal of niet. Je wordt veel bewuster van je teksten, ze luisteren naar elk woord dat je zegt en zingt. Niet omdat het zo belangrijk voor ze is, maar omdat het hun moedertaal is.”
“Daarnaast is New York een stad van live muziek, totaal niet vergelijkbaar met Nederland of België. Het zijn meer kleine plekken waar mensen spelen. Hier zijn het meer clubs. Wanneer je in New York aankomt, kun je praktisch gezien meteen gaan spelen. Het zijn nooit veel mensen met wie je speelt, maar het is heel intiem. Je ziet iedereens gezicht. Telkens weer nieuwe gezichten, mensen komen gewoon binnenwandelen.”
“Ik wist dat als ik naar een Engelstalig land zou gaan, dat mijn muziek zou veranderen. Ik wist niet in welke zin, wel dat ze hoe dan ook anders zouden worden. Ergens ook een soort experiment. Dat verandert je nummers, samen met al die nieuwe gezichten, de intieme sessies en de reacties van je publiek. Alles heeft een effect op je muziek. Mijn muziek werd steeds naakter. Spelen met de stilte. Steeds minder elementen rondom de vocalen. Je laat het nummer voor zichzelf spelen.”
Voor This Marauders Midnight, schrijft Rios een kort verhaal dat in de booklet van het album te lezen is. Getiteld: This Marauders Midnight. “Ik had het verhaal in mijn hoofd, daar komt ook de titel van het album vandaan. Ik dacht ‘shit, ik moet mensen eigenlijk vertellen waar die titel vandaan komt’, ik wist alleen niet hoe ik het verhaal moest vertellen. Een kort verhaal leek me het makkelijkst om te doen. Leek, schrijven is alles behalve makkelijk.”
“Het album in zijn huidige, fysieke vorm staat op uitsterven. Het lijkt me goed om iets te doen om het uniek te maken. Het was een kans mensen iets extra’s te geven, anders downloaden ze het gewoon. Nu zit er een boek bij. Een vriend van me heeft het geillustreerd, Tinus Vermeersch. Thematisch gezien heeft het denk ik niks te maken met de nummers op het album. Wel met de titel.”
De reden dat Rios zestien jaar geleden naar België komt, is om beeldende kunst te studeren aan de Gentse kunstacademie. Ondanks dat muziek hetgeen is waar hij ooit mee begon. “Bewijzen dat ik dingen kan maken, dat was het belangrijkste toen ik op mijn tiende begon met gitaar spelen. Ik wilde me een zanger voelen, het idee was belangrijker dan het liedje an sich. Langzamerhand ben ik mijn eigen muziek gaan maken. Ik hou van beeldende kunst en ik wilde studeren. En ik had een studentenvisum nodig om naar België te gaan. Toen ben ik daar beeldende kunst gaan studeren.”
Toch leidt alles terug naar de muziek. “In mijn laatste jaar aan de kunstacademie, moest ik beslissen of ik een album wilde maken of verder wilde in de beeldende kunst. Ik geloof niet dat je beide kunt doen. Het kan wel, maar één van beide wordt dan een hobby. In muziek maken steek ik ál mijn energie. Schilderen of beeldhouden zóu al mijn energie moeten gebruiken. Het is niet iets dat je even doet. Je doet het als je eet, als je slaapt, je bent er altijd mee bezig. Op het moment dat ik die keuze moest maken, ontmoette ik de producer die mijn eerste album heeft gedaan. Sindsdien ben ik altijd bij de muziek gebleven.”
“Wat ik leuk vind is dingen maken. Het gevoel wat je krijgt als iets ontstaat uit het onbewuste. Een verhaal, muziek, kunst. Het verhaal bij het album is een verlenging van het schrijven van het album. Het is lastig om een verhaal van a tot z in een nummer te vertellen, liedjes zijn kort. Hier kon dat wel.”
Zijn eigen albumhoezen ontwerpt hij ondanks zijn achtergrond niet. “Ik vind het heerlijk om met mensen te werken die visueel zijn ingesteld, om ze dingen te vragen. Ze vertellen wat ik wil. Ik weet wanneer het goed is of niet, wanneer het me aanspreekt. Maar ik mis de beeldende kunst wel. Het is een hele solitaire bezigheid, je bent er alleen mee bezig. Muziek maak je altijd voor mensen. Beeldende kunst maak je en laat je gaan. Het is interessant, maar ik denk niet dat ik de tijd heb het echt te doen.”
Beeld: Michael Sewandono