Binnenland

PVV bijna alleen met verzet tegen Grapperhaus

25-10-2017 10:49

DEN HAAG (ANP) – De PVV staat vrijwel alleen in haar pogingen een stokje te steken voor de benoeming van CDA'er Ferdinand Grapperhaus tot minister van Justitie en Veiligheid. Alleen Forum voor Democratie wil net als de partij van Geert Wilders de kandidatuur van Grapperhaus bespreken nog voor deze donderdag met de andere nieuwe bewindslieden wordt beëdigd. De andere partijen vinden dat Wilders volgende week in het debat met het nieuwe kabinet al genoeg gelegenheid heeft om zijn kritiek op de nieuwe minister uit te spreken.

Wilders vindt Grapperhaus ongeschikt omdat die eerder in zijn persoonlijke blog heeft geschreven dat ,,je jihadisten niet hun staatsburgerschap moet ontnemen. Integendeel, je moet ze laten terugkomen.'' Wilders vindt Grapperhaus daarmee ,,eerder een gevaar voor de nationale veiligheid dan een minister van Justitie'', zegt hij tegen het ANP.

De PVV-leider wilde daarom woensdagavond nog een debat over het verslag van formateur Mark Rutte. Dan moet de Kamer ook meteen stemmen over de aanstelling van Grapperhaus, vindt Wilders. Dat vindt hij ,,netter'' dan na het aantreden van de nieuwe minister onmiddellijk een motie van wantrouwen in te dienen. De PVV-voorman sluit niet uit dat hij later op de dag nog eens probeert de Kamer bijeen te roepen om de kandidatuur van Grapperhaus te bespreken.

Opmaat

De poging van Wilders lijkt wel de opmaat voor de vragen die Grapperhaus straks als minister later kan verwachten van de grootste oppositiepartij. Wilders zegt dat eerdere uitspraken van Grapperhaus over de PVV-leider geen reden zijn om de CDA'er te willen weren. Het gaat hem naar eigen zeggen alleen om de mening van Grapperhaus om jihadisten niet hun nationaliteit af te pakken.

In zijn blog schreef Grapperhaus over jihadisten dat hij wil dat ze terugkomen zodat ze verantwoording kunnen afleggen. De beoogd minister zei maandag over zijn eerdere uitspraken dat hij als bewindspersoon een andere rol heeft dan als privépersoon en dat iedereen zijn privémeningen mag kennen.