Het CDA stelt dat het integratiebeleid van minister Asscher (Sociale Zaken) faalt, nu van zijn aanvankelijk stoere woorden richting Turkse organisaties in Nederland nog maar bar weinig over is. Dit tekent De Telegraaf op uit de mond van CDA-Kamerlid Heerma.
Eerder zei Asscher dat hij de clubs zou gaan ’monitoren’, maar inmiddels lijkt de minister meer voor een goed gesprek te voelen. Daarmee valt diens hele integratiepolitiek in duigen, aldus de christendemocraten. Vandaag spreekt de Tweede Kamer met Asscher over diens begroting en ook het integratiebeleid komt aan bod.
Onlangs kwam het tot een harde botsing met de toen nog PvdA-Kamerleden Kuzu en Öztürk over de integratiekoers. Zij vonden die veel te hard. Asscher zou Turkse organisaties in Nederland gaan monitoren. “Na heftige reacties vanuit die Turkse organisaties en uit eigen gelederen kiest hij een andere toon”, constateert Heerma. “Niet meer ’monitoren’, maar samen goede gesprekken voeren lijkt de nieuwe lijn.”
Ook een brief die Asscher over integratie naar de Kamer heeft gestuurd, bevat niets concreets, zo vindt Heerma. “Ik voer gesprekken met Turkse religieuze organisaties over onderwerpen als transparantie (…), het toekomstbeeld van de Turkse jongeren in Nederland, informeel onderwijs en de verbintenis met Turkije”, schrijft Asscher onder meer. Verder wordt met geen woord gerept over het in de gaten houden van de clubs. “Minister Asscher staat met het terugtrekken van zijn stoere woorden nu met lege handen”, zegt Heerma.
Ook D66 constateert dat Asscher zijn aanvankelijk stoere taal heeft ingetrokken. De partij vindt dat echter niet onverstandig. “Ons gaat het om meedoen. Turkse organisaties die zich niet aan de wet houden uiteraard moeten worden aangepakt als daar aanwijzingen voor zijn”, stelt D66-Kamerlid Van Weyenberg.
Een woordvoerder van Asscher meldt dat zijn woorden verkeerd zijn begrepen. “Het werd opgevat alsof bij wijze van spreken iemand van de veiligheidsdienst met een krant met twee gaten erin die clubs in de gaten zou gaan houden. Maar dat is nooit de bedoeling geweest. De minister wil gewoon intensief in contact blijven met die Turkse organisaties”.
