De gedachte dat mensen die zorg nodig hebben deze zoveel mogelijk thuis krijgen, die steunen wij. Dat mensen meer te zeggen moeten krijgen over hoe hun zorg is ingericht en dat naasten beter betrokken worden, daar moet inderdaad meer ruimte voor komen. Gemeenten kunnen die omslag maken, omdat zij dichter bij de mensen staan en de zorg meer in de buurt kunnen regelen. Met decentralisatie zelf is niets mis.
Maar de manier waarop dit kabinet die decentralisatie via de WMO, Participatiewet en Jeugdwet invult, is onverantwoord. Door de enorme bezuinigingen van het kabinet en de flinke tijdsdruk waarmee de veranderingen worden doorgevoerd, is het voor gemeenten bijna niet te doen om de zorg en ondersteuning te bieden die kwetsbare mensen nodig hebben.
Niet alleen is er voor de zorg en ondersteuning voor deze mensen minder geld beschikbaar, gemeenten zijn ook veel te laat op de hoogte gesteld van de budgetten voor de zorg in de wijk en voor werk voor mensen met en beperking. Gemeenten weten zelfs nog steeds niet in alle gevallen voor wie zij die zorg moeten gaan regelen. Het gevolg is dat de mensen om wie het gaat in grote onzekerheid zitten over hun zorg. Uit onderzoek van TNS NIPO bleek dat slechts 10 procent van de mensen van wie de zorg mogelijk overgaat naar gemeente zich goed geïnformeerd voelt over de veranderingen in hun zorg. Zij vrezen het ergste.
En niet zonder reden. Na 1 januari dreigen er schrijnende gevallen te ontstaan. Mensen die door het verliezen van hun zorg in grote financiële of fysieke problemen komen. Staatssecretaris Van Rijn weigert voor deze mensen een oplossing te vinden en verwijst hen vanaf 1 januari terug naar de gemeente of verzekeraar van wie zij de zorg zouden moeten krijgen. Als mensen het oneens zijn, dan staat de gang naar de rechter vrij, blijft Van Rijn steeds herhalen.
Helaas staan dus voor het kabinet niet de mensen, maar het systeem en de cijfers centraal. De wetten die de overgang regelen, zijn stuk voor stuk met stoom en kokend water door de Kamer gedrukt. De laatste wet met betrekking tot de hervorming van de zorg wordt zo’n vijf weken voor hij in werking moet treden nog behandeld in de Eerste Kamer. Het kabinet wil te veel, wil te snel en geeft gemeenten te weinig financiële ruimte om nieuwe taken op het gebied van zorg en participatie goed op te pakken.
Wel belooft de staatssecretaris een ‘overgangsrecht’ aan de mensen van wie de zorg overgaat naar gemeenten, waardoor zij in 2015 gegarandeerd zijn van zorg. Gemeenten moeten garant staan voor dit overgangsrecht, maar krijgen daarvoor amper budget. Waardoor het voor hen moeilijker wordt om de zorg en ondersteuning voor anderen goed te regelen.
Over een paar weken worden de gemeenten verantwoordelijk voor de extra taken, maar op het budget dat via het gemeentefonds beschikbaar is voor zorg en participatie, wordt alleen al volgend jaar zo’n 600 miljoen bezuinigd. Het efficiënter en dichterbij organiseren van zorg kan op de langere termijn ook in financiële zin verstandig zijn, maar om deze megahervorming te doen slagen zijn in de beginperiode juist investeringen nodig, in plaats van kortingen.
Het stelt gemeenten voor bijna onmogelijke keuzes. In de gemeente Amsterdam is besloten extra geld vrij te maken in een noodfonds. Maar dat heeft niet kunnen voorkomen dat nu al dagbestedingsinstellingen de deuren moeten sluiten, dat er zorgen zijn over groeiende wachtlijsten in de jeugdzorg en dat het budget om mensen met een beperking aan het werk te helpen bij lange na niet toereikend is.
Gemeenten kunnen verantwoordelijkheid voor de zorg en ondersteuning van kwetsbare mensen goed dragen, maar alleen met goede overgang en voldoende budget. Hoe gewenst de decentralisaties ook kunnen zijn, met deze bezuinigingen leg je gemeenten een taak op die zij moeilijk waar kunnen maken. Zij kunnen met de beste inzet en intentie, en alle kwaliteiten die zij in huis hebben deze nieuwe taken zo niet waarmaken. Met deze bezuinigingen op het fonds neemt dit kabinet grote risico’s met de gezondheid en het welbevinden van mensen. Daarom stemt GroenLinks vandaag tegen de begroting voor het gemeentefonds.
Corinne Ellemeet, Tweede Kamerlid GroenLinks
Ruard Ganzevoort, Eerste Kamerlid GroenLinks
Femke Roosma, Gemeenteraadslid Amsterdam