Het ontkennen van het lijden van dieren in de veehouderij is vele malen erger dan het maken van een onjuiste vergelijking met de Holocaust. Het historisch speciesistisch revisionisme van wetenschappers, publicisten en burgers is net zo verwerpelijk als de slavernij goedpraten of de Holocaust ontkennen. De discussie wordt nog steeds in enge zin gevoerd. Wetenschappers of activisten die de veehouderij of het gebruik van dieren in het algemeen met de Holocaust vergelijken krijgen niet alleen tegenspraak maar ook spot en insinuaties te verduren. Dat laatste is al kwalijk, echter nog kwalijker zijn de motieven en onderliggende antropocentrische theorieën waarom volgens deze moralisten dierenleed nooit met genocides mogen worden vergeleken.
“Er is echt maar één Holocaust”. Historicus Melching beweert in de Volkskrant dat het gebruik van de term Holocaust voor een niet andere genocide dan die op de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog piraterij is. Hij is niet de enige die zich blijkbaar stoort aan het ophoesten van de Holocaustvergelijking in het debat. Waarom deze ongekende felheid en zelfs karaktermoord op degenen die overeenkomsten zien?
Wetenschapsjournalist Simon Rozendaal vindt het krankzinnig om slachten van dieren met de Holocaust te vergelijken (Elsevier) en komt met zijn waslijst aan redenen. Natuurlijk het gaat ook bij hem om mensen. Frits Barend gaat verder en stelt dat iemand die de vergelijking maakt kwaadaardig is en een beschavingsprobleem heeft. Bij geen normaal denkend mens zou het ook maar mogen opkomen om varkensstallen te vergelijken met concentratiekampen, beweert Barend (het Parool)
Voor kritiek op de onjuiste vergelijking is veel te zeggen. Geen sociale beweging hoeft de analogie met deze massamoord te gebruiken om zijn punt te maken in een discussie. Er zijn voldoende andere argumenten die geldig en juist zijn. Ook vertroebelt het de roep om welzijnshervormingen en het erkennen van rechten van anderen. Ja, de Holocaust is een unieke zwarte bladzijde uit de geschiedenis. Het gaat om het uitroeien van een ras, gebaseerd op een leer, met als doel inderdaad brute vernietiging. De definitieve oplossing van het ‘probleem’ van de Nazi’s was de Endlösung, geformuleerd op de Wannsee-conferentie door vijftien kopstukken in minder dan twee uur.
Bij zowel het vraagstuk van racisme als van het speciesisme, discriminatie van levende wezens op basis van hun soort, gaat het niet een herhaling van de Holocaust. Deze is uniek, net zoals de Armeense genocide, die in Rwanda of die van Guatemala met de Maya’s als slachtoffers. Deze laatste wordt trouwens de stille Holocaust genoemd. Dat mag blijkbaar wel.
Het is aantoonbaar onjuist om de slavernij van Afro-Americans, hedendaags racisme of het afmaken van 150 miljard dieren per jaar in de voedingsindustrie met de Holocaust of Holodomor, de uitroeiing door honger van Oekraïners door Stalin, te vergelijken. Al zijn analogieën altijd mogelijk om licht te werpen op de aard, omvang en ernst van misdaden. Om vervolgens echter het grote lijden van anderen, in dit geval dieren, te bespotten en weg te wuiven is wetenschappers en de humane denkende mens onwaardig. Daar bereiken de historisch speciesistische revisionisten een moreel dieptepunt. Zij vinden het smakeloos dat dierenrechtenactivisten een Holocaust-vergelijking maken maar maken zich wel tegelijk schuldig aan de ontkenning van extreme uitbuiting en vernietiging van dieren en diersoorten.
Er zijn namelijk meer zwarte bladzijden. Voor leed mensen aangedaan en voor leed dieren aangedaan. Of wordt het onmenselijk lijden van dieren door de moraalridders gewoonweg weggeveegd uit de geschiedenis van het grote lijden?
Historicus Willem Melching zegt stoer zonder blikken of blozen (en zonder veel kennis van zaken over dierenleed die ook bij anderen blijkt te missen) dat er niets mis is met de productie van “een stukje smakelijk en gezond voedsel op je bord.” Hij bagatelliseert zo niet alleen het probleem, maar gebruikt goedkope propagandamiddelen om zijn gelijk te willen halen zonder op de inhoud in te gaan. Over de gekwelde dieren zegt hij: “Het lijkt wel of er steeds meer van komen.” Dit lijkt veel op spotprenten uit heel foute tijden. Helemaal bont maakt hij het door suggestief aan het eind op te merken dat dierenbescherming in hoog aanzien stond bij antisemieten. Frits Barend schrijft ook dat hij wel uitkijkt om een hoogleraar die de vergelijking met de Holocaust maakt een antisemiet te noemen. De truc van het beweren door er even niet voor te zeggen.
Dus de moraal van het verhaal is dat niemand overeenkomsten van de slachting van 150 miljard dieren per jaar met de Holocaust of welke genocide dan ook mag zien. Maar dat er wel gelijk op degene wordt gedoken met spot, insinuaties, kwaadaardige opmerkingen en grove insinuaties. Niet alleen waren er nazi’s in de jaren 30 en 40, maar de vleeseters zijn nazi’s en de activisten die de Holocaustvergelijking maken zijn antisemieten, dus ook weer nazi’s. Zo hebben we allemaal alles altijd al geweten en is de mens per definitie een nazi. Misschien kan er net als bij monopoly een strafbank komen: ‘Ga direct uw mond spoelen als u weer iemand voor een Hitler of een nazi uitmaakt.’ Of beter: ‘Ga niet langs start, volg wel een cursus argumenteren voor beginners.’
Zijn die aanvallen op de persoon die de vergelijking van de dierenindustrie maakt abject, nog verwerpelijker zijn de onderliggende emotionele motieven. Het doet denken aan het goedpraten van regimes die honderdduizenden of miljoenen mensen hebben uitgeroeid of anderszins gepijnigd. Het valt wel mee, slaven hadden het goed, vrouwen zijn geen mannen, Joden geen mensen, moslims zijn terroristen en hoe kan het ook anders: dieren zijn natuurlijk nooit mensen.
Want dat is wat de ontkenners van het lijden van andere rassen, seksen of soorten altijd beweren. Het gaat niet over (hun) mensen, of niet over mannen of niet eens over blanken (witten). En zo wordt iedere discussie doodgeslagen. De ideologieën van de heersers die gaan over leven en dood. Het vereren van de hiërarchie die de onderdrukking in stand houdt en het goedpraten van geweld, in dit geval tegen dieren. Het ontkennen van iedere genocide is misdadig. Of het nou de Holocaust, de Armeense of jazeker, de moord op 150 miljard dieren per jaar in werkkampen is.
Dat neem ik de historisch revisionisten in iedere uitbuiting binnen hun tijd kwalijk. De verlichte geesten sluiten hun ogen en leven binnen de eigen blinde morele gemeenschap. De normen, waarden en wetten gelden alleen voor degenen die deel uitmaken van de heersende macht, met hun identiteit, normen, waarden en waarheden. Zwarten waren geen mensen, vrouwen waren (zijn?) er voor de man, indianen geen christenen en dieren zijn vanzelfsprekend helemaal geen mensen maar slechts objecten, goederen voor productie. Wie de jaarlijkse slachting van 150 miljard dieren kwistig grappig met dedain nietszeggend vindt in het licht van de geschiedenis kijkt subjectief en is geen goed voorbeeld van een waardenvrije wetenschap en journalistiek.
De massamoord op de dieren is geen Holocaust, misschien niet altijd eens genocide in enge zin, maar het is wel het grootschalig systematisch onnodig wreed doden van levende wezens, gepaard gaande met onbeschrijfelijke pijn, stress en angst. Waarbij volledig voorbij wordt gegaan aan de eigen waarde van dieren en respect voor en de erkenning (ze kunnen niet vaak genoeg worden genoemd) de vijf vrijheden die voor ieder wezen zou moeten gelden:
Het ontkennen van de Holocaust is erger dan een vergelijking maken met de Holocaust, het ontkennen van het lijden van dieren is even erg als de ontkenning van de Shoah.
Misschien hebben ieder genocide en massamoord toch wel bepaalde overeenkomsten: onderdrukking door een dictatoriaal regime, geen rechten voor iedereen, ontkennen van lijden, propaganda en moord-oplossingen of optimalisatie van het misbruik van anderen.
Frits Barend schreeuwt het: “Mijn grootouders zijn geen varkens”. Neen, inderdaad, maar varkens, kippen, koeien, lammeren en al die andere dieren zijn wel levende wezens die pijn ervaren en gewoon ook recht hebben op een goed leven zonder een fascistische onderdrukker die uitgaat van een soortenleer met de übermensch en het untertier.
De intensieve veehouderij is lijden. Laten we geen leed vergelijken maar het ook niet goedpraten. Zes miljoen Joden vermoord is verschrikkelijk, 150 miljard dieren per jaar afmaken eveneens. Laten wetenschappers, activisten en burgers in het debat minder vergelijkingen maken die aanvechtbaar zijn, maar laten zij tevens genocides of andere vormen van massamoord ook niet goedpraten.
Er zijn meerdere vormen van grove uitbuitingen, de moord op 150 miljard dieren per jaar is een brandoffer voor de mens die denkt een plaatsvervangende God of duivel te zijn en over leven en dood kan beschikken. Laat niemand daar lacherig over doen of het ontkennen.