AMSTERDAM – Hoewel steeds meer collega’s zich de afgelopen jaren aan een oudejaarsconference waagden, is Dolf Jansen de enige cabaretier die de jaarlijkse traditie al ruim een kwart eeuw consequent volhoudt. Hij toert tot en met 31 december nog door het land met De Nieuwsjager. Zes vragen aan Jansen.
Was het een goed jaar om grappen over te maken?
“Als je netto kijkt naar wat er allemaal is gebeurd natuurlijk niet. Er zijn verschrikkelijke dingen gebeurd, met als dieptepunt voor Nederland de vliegtuigcrash in Oekraïne. Maar ik probeer er voor mijzelf altijd een paar thema’s uit te halen en gebeurtenissen die ik zelf interessant vind. En daar maak ik dan een verhaal van. Ik wil mensen toch met een hoopvol gevoel naar huis sturen.”
Dat lijkt me lastig als je toch iets moet zeggen over MH17.
“Natuurlijk komt het wel even langs, maar ik heb het nauwelijks over de aanslag zelf. Ik begin in het eerste kwartier met het opnoemen van een batterij aan positieve gebeurtenissen: in de grote wereld, in mijn leven, in de stad waarin ik speel. Dan zet je meteen een andere toon. Maar je hebt gelijk: ik kan natuurlijk niet beweren dat dit een goed jaar was, met zo’n ramp in het midden.”
Jouw oudejaarsconference wordt niet op televisie uitgezonden dit jaar. Vind je dat jammer?
“Nee hoor, daar is het leven echt te kort voor. De VARA heeft Youp dit jaar gevraagd, en hij heeft al vaker bewezen het heel goed te doen op die plek. Bij de commerciëlen voel ik mij niet thuis, dus dat is geen optie. Maar ik denk er serieus over na de voorstelling vlak voor oudejaarsavond online aan te gaan bieden. Ik vind het zonde als het helemaal verdwijnt, zeker als mensen die niet naar het theater konden komen er nog plezier aan kunnen beleven. Ik heb dat laatst ook twee keer gedaan met speciale verkiezingsprogramma’s, daar was best een hoop animo voor.”
Je hebt jarenlang met Lebbis op het podium gestaan. Hij was een tijdje ziek, maar is nu weer terug. Kriebelt het nooit toch weer iets samen te gaan doen?
“Ik ben vooral heel blij dat het weer goed met hem gaat, en dat hij langzaam uitvindt wat hij weer kan doen. We gaan zeker geen tour meer doen zoals we dat vroeger deden: het hele jaar elke avond in een andere zaal staan. Maar verder ligt alles open. Ik sluit niet uit dat we in de toekomst toch weer samen iets gaan oppikken. Al is het absoluut nog geen vast omlijnd plan.”
Je hebt wel de komende jaren weer eigen tournees op de agenda staan. Kan jij niet zonder spelen?
“Ik moet spelen, ja. Ik las Freek daar laatst in een interview iets heel zinnigs over zeggen. Ik ben Freek niet, en andersom ook zeker niet. Maar hij had het ook over die drive die hij bleef hebben om dingen te vertellen. Dat herkende ik wel heel erg. Natuurlijk is het geweldig als je volle zalen trekt en applaus krijgt. Maar dat staat verder los van die drive. Ik speel even enthousiast voor een zaal van 200 man als voor een zaal van 900 man.”
Heb je moeite volle zalen te trekken?
“De stampvol uitverkochte zalen uit de hoogtijdagen van Lebbis & Jansen heb ik niet meer, nee. Maar dat geldt tegenwoordig voor weinig collega’s meer. Ik mag helemaal niet klagen: vaak zit het heel goed vol. Op de één of andere manier ben ik iemand bij wie het publiek qua leeftijd heel gemêleerd blijft: er zitten ook nog steeds studenten in de zaal, en ouders nemen hun kinderen ook naar mij mee. Daar ben ik wel blij mee, omdat dat zeker geen vanzelfsprekendheid is voor cabaretiers van mijn generatie. Dat betekent in elk geval dat ik nog wel even door kan gaan.”