Ik zeg het niet – dat huiseigenaars betere burgers zijn dan huurders – ik zou het wel uit mijn hoofd laten. Nee, dit is een enquête die het online platform ‘Vastgoed’ voorlegt aan zijn lezers: speculanten en makelaars.
Eerlijk gezegd valt het mij nog mee dat 39% van de abonnees het fatsoen heeft om te melden dat ze hier anders over denkt. Dan weet u meteen hoe ik over deze bedrijfstak denk.
Huurders zijn tuig – tenzij ze minimaal 1500 euro per maand willen schokken – als je het over 020 hebt. Anders moeten ze opzouten naar Almere of de Bijlmer. Ziedaar in het kort de filosofie van de vastgoedhandel. En voor die €1500,- p/m kunt u uw kont nog niet eens keren in het centrum van Amsterdam.
Ik weet hoe het gegaan is, op de burelen waar ‘Vastgoed‘ in elkaar wordt gehoest.
Redacteur in opleiding Ernst-Jan moest een enquête bedenken, na lang nadenken had hij een idee. We laten de lezers oordelen over de stelling ‘huiseigenaars zijn betere mensen dan huurders’. Wat hem betreft leed dat geen twijfel, maar de eindredacteur voelde nattigheid, en besloot dat ‘burgers’ beter klonk dan ‘mensen’. Alsof dat verschil maakt, zei Ernst-Jan, ieder mens is een burger. De redacteur hield vol, het zou tóch lastiger zijn om er kritiek op te hebben.
Wat zouden ze verontwaardigd zijn, dit duo, als je ze onder de neus zou wrijven dat deze enquête van het niveau is ‘blanken witten zijn slimmer dan negers’. Het enige verschil is dat geen antidiscriminatie-club aan zal slaan op de enquête van ‘Vastgoed’.
Maar laten we wel wezen: politieagenten, verpleegsters, onderwijzers, ziekenverzorgers, en ga maar door, die veelal niet genoeg verdienen om te kopen, zijn ‘mindere burgers’ dan een drugshandelaar of een andere crimineel die wel huiseigenaar is.
Dat staat er.
En ook die shady Chinezen of Russen, waarvan er nogal wat huiseigenaar zijn in Amsterdam, al wonen ze er meestal niet: allemaal betere ‘burgers’ dan de brandweerman die uw vuurtje komt blussen. En de speculanten dan, die de huizen juist buiten bereik houden van genoemde groepen: ook betere ‘burgers’.
Ok lezer, er staan wel gekkere dingen op de internets. Maar zoals u wellicht weet, verblijf ik grotendeels in Frankrijk. Daarvoor woonde ik altijd in Amsterdam, ik ben er geboren en getogen. Ich bin ein Amsterdammer.
Jarenlang heb ik gadegeslagen hoe de huizenprijzen explodeerden en de stad daardoor veranderde –stom, stom, ik heb mijn eigen huis aan de gracht te vroeg verkocht.
U kunt het zich misschien niet voorstellen, maar nog geen dertig jaar geleden stond de grachtengordel bekend om zijn gemeleerde en super-relaxte bevolking. De doorsneeburger woonde liever ergens anders, niet tussen de hippies en de kunstenaars, ergens waar de huizen nieuwer waren en de verwarming beter werkte.
Wie rijk werd, ging juist de stad uit.
Nu is dat al lang voorbij. Mijn vriendin woont nog aan de gracht, in een appartement onder de huurgrens. Daar ben ik als ik niet in Frankrijk zit. Alles om haar heen is verkocht en opeenvolgende huiseigenaren – zonder uitzondering speculanten, geen mensen zoals u en ik – zijn door roeien en ruiten gegaan om van haar af te komen. Op dit moment loopt de zoveelste rechtszaak tegen haar, zonder dat ze ooit iets verkeerd heeft gedaan, behalve op deze plek wonen.
Gelukkig is de huurder goed beschermd, voor zolang dat nog duurt.
Als ik hier ben, herken ik mijn stad niet meer. Ja, ja, dat gezeur kennen we, denkt u wellicht. Ik leg het uit.
Een pand aan de overkant van de gracht wordt bewoond door een stel dat wanhopig probeert zijn geld op te krijgen, zou je denken. De man heeft verschillende auto’s, allemaal peperduur, van ‘s ochtends vroeg tot ‘s avonds laat staan bestelwagens voor de deur om goederen af te leveren Soms vraag ik me af waar hij het allemaal laat. Maar goed, ze hebben een heel pand met z’n tweeën, ruimte genoeg. De gevel is al vijf keer in een andere kleur geschilderd, ze gaan bijna ieder weekend op reis met een duidelijk op internet gekochte set van zes dezelfde enorme koffers, niet met de Porsche maar met de BMW terreinwagen. Arme stakkers, vijf jaar terug voor 2,5 miljoen dat huis gekocht, en het geld wil nog steeds maar niet op.
Ik kijk op ze uit, maar ken ze niet. Zulke leuke mensen lijken het me ook niet.
Ernaast woonde ooit Ramses Shaffy. Die stond als de café’s ‘s nachts dicht waren nog wel eens te zingen op de stoep voor zijn huis. Over de eenzaamheid van het bestaan en de onmacht van de mens. Prachtig.
Een paar huizen van hier woont zo’n speculant. Hij was de vorige huiseigenaar van mijn vriendin, nog een van de minst kwaaie. De man rookt niet, drinkt niet, hij leest geen boeken en zijn eigen vrouw moet hem niet. Tenminste, zolang ik me kan herinneren hebben we ze alleen apart en nooit samen gezien. Hij koopt ieder half jaar een nieuwe Landrover van een formaat waar een modaal gezin makkelijk mee kan verhuizen, en tegelijkertijd staat onder zijn emails: denk aan het milieu als u deze mail uitprint.
De grachten zijn enorm afgetakeld. Er wordt overal aan één stuk door verbouwd, omdat de huizenprijzen niet meer in verhouding staan tot wat een verbouwing kost. Als je geld hebt om hier iets te kopen, kijk je niet op een tonnetje of wat voor een andere badkamer en een nieuwe indeling van je huis. Niemand kent elkaar nog, de helft van de huizen is in bezit van mensen die elders wonen, en wat niet leeg staat, wordt op dag- of maandbasis verhuurd aan expats en toeristen. De enige normale mensen zijn de huurders, een bijna uitgestorven soort.
Dankzij de markt en meer in het bijzonder dankzij de vastgoedsector.
Mag ik u tot slot de volgende enquête voorleggen:
[polldaddy poll=9928851]