Christopher Hitchens stierf in 2011. Hij heeft eindelijk zijn bewijs gevonden van de onvoorwaardelijke eindigheid van het leven. Het koelkastlampje dat niet meer brandt als de deur voorgoed dichtvalt. Voor Hitchens, ook al hoorde hij bij de intelligentsten, was het leven simpel. Met scepsis – als antoniem voor argeloosheid, waar geloof misschien wel de absolute definitie van is – als hoogst naleefbare principe om ons zinloze bestaan met menselijk intellect te verrijken en de wereld om ons heen te verklaren. Vragen stellen in plaats van blind geloven, wetenschap vóór religie, facts before faith. Hij ging er altijd vanuit dat het bestaan eindigt met koude grond of een warm fornuis, en was, gewapend met alle mogelijke argumentatie die een mens in 62 jaar tot zich had kunnen nemen, voorvechter van die simpele waarheid. Nu weet hij het zeker.
Geloof is vertrouwen leggen in zaken waar geen greintje bewijs voor is. Daar kon hij zich, met de beste wil van de wereld en met alle ratio en logica aan zijn zijde, niet toe zetten. Voor zijn aandeel in het debat zal hij dan ook node gemist worden.
Schrijnende hypocrisie
De paus vroeg God vorig jaar voor kerst om een einde aan de onderdrukking. Hij deed het echt. De leider van een achterhaald en verdorven instituut dat eeuwenlang onder de vlag van zieke uitbreidingsdrang plundert, rooft en moordt op mondiale schaal en zich anno nu nog altijd schuldig maakt aan massaal kindermisbruik binnen een vereniging die, was het iedere andere geweest, al jaren geleden was opgeheven of in ieder geval onderwerp geweest van strafrechtelijk onderzoek, die het lef heeft zijn eigen fabuleuze opperwezen daarvoor verantwoordelijk te houden. Schrijnende hypocrisie waar religie zeker geen monopolie op heeft, maar waar het doorgaans als geen ander mee weg blijft komen. Dat anno nu absoluut onverklaarbare beschermlaagje heeft Hitchens altijd danig tegen de borst gestuit, maar hij heeft zijn missie om godsdienst naar eenzelfde verantwoord(bar)e niveau als alle andere hobbies te halen niet kunnen volbrengen.
Dit jaar vroeg de beste man in zijn Urbi et Orbi om een einde aan de vercommercialisering van de feestdagen. Los van de niet te onderschatten positieve inbreng die de internationale kerstshoppers hebben op een omvangrijke financiële crisis die zijn Armageddon (een) volgend kalenderjaar nog wel zal krijgen, is dat zo ongeveer het laatste waar we ons druk om moeten maken in een wereld die van Afganistan tot Somalië in brand staat en waar religie doorgaans de stichter danwel de olie op het vuur is. Hij sprak daarnaast de hoop uit dat er snel en geweldloos een einde komt aan het bloedvergieten in Syrië, en besteedde kort aandacht aan die fijne situatie in Israël en Palestina, waar steeds opnieuw blijkt dat de Zionisten misschien nog wel het minste van de Holocaust geleerd hebben. Over de religieuze aanslagen van Moslimgroeperingen in Nigeria zweeg hij. Zwijgen gaat de kerk goed af.
Belemmering van vooruitgang
Als volgelingen van religie in het algemeen en de kerk in het bijzonder eens half zoveel aandacht besteedden aan zelfkritiek en passend handelen als dat zij de afgelopen eeuwen schonken aan het beperken van het zelfstandige, het verspreiden van het onlogische en het opdringen van het irrationele, dan was het misschien wat makkelijker nog een lans te breken voor sprookjes en fabeltjes en om een gedachtegoed dat zijn tijd gehad heeft te gedogen, omwille van het handjevol positieve elementen waar geloofsovertuigingen ook voor kunnen zorgen: vertrouwen en geborgenheid voor velen, zij het beiden fictief en gebaseerd op het absurde. Maar zolang oorlog, macht, corruptie, hypocrisie en een stelselmatige belemmering van vooruitgang in de breedste zin van het woord synoniemen zijn van religie, hebben dergelijke overtuigingen geen plaats. Nergens.
Misschien dat we in 2012 eens kunnen beginnen religie weg te zetten waar de jehova’s het bij u ook altijd proberen te krijgen: achter de voordeur. Zodat de mateloos gedateerde en onevenredig beschermde machtspositie van godsdienst vrijheid van dergelijke opvattingen niet langer in de weg staat. “I don’t want to deprive religious zealots of their toys. I just don’t want to be forced to play with them.” Van religieuze onderdrukking heeft Hitchens geen last meer. Nu wij nog.
“Faith is the surrender of the mind; it’s the surrender of reason, it’s the surrender of the only thing that makes us different from other mammals. It’s our need to believe, and to surrender our skepticism and our reason, our yearning to discard that and put all our trust or faith in someone or something. Of all the supposed virtues, faith must be the most overrated.”
– Christopher Hitchens.