Op de Zuidpool is een groep van maar liefst 1,5 miljoen pinguïns ontdekt. Die waren tot nu toe altijd over het hoofd gezien. De poolvogels wonen op een afgelegen en moeilijk toegankelijke groep eilanden, de Danger Islands.
Wetenschappers van de Amerikaanse Stony Brook University kwamen de pinguïns pas op het spoor toen ze op satellietbeelden van de eilanden guanovlekken (gedroogde poep) zagen. Daarop besloten ze zelf een kijkje te nemen op de eilanden. Ook lieten de wetenschappers een drone over het gebied vliegen. Die zag honderdduizenden paartjes. Een computer sloeg nauwkeurig aan het rekenen en telde 751.527 koppeltjes.
De wetenschappers keken ook naar oude satellietbeelden van de eilanden. Ze concluderen dat de groep pinguïns al zeker zestig jaar stabiel is.
Het gaat om Adeliepinguïns. Die zijn vrij klein, ze worden hooguit 60 centimeter hoog. Deskundigen dachten dat Adeliepinguïns het op sommige plekken op de Zuidpool erg moeilijk hadden, mogelijk door klimaatverandering of overbevissing, maar het lijkt beter met de dieren te gaan dan verwacht.
(ANP)
Foto is niet van de pinguïns in kwestie