Er zijn maar een paar dingen die ik echt niet lust, vis en zuurkool. Veder ben ik totaal geen moeilijke eter. Ik ben zelfs zo opgevoed dat ik netjes eet wat de pot schaft als ik ergens kom en het bordje me net niet zo lekker ligt als thuis. Nu ik in een land ben vol tropische gerechten, kan ik natuurlijk niet anders dan van alles en nog wat proberen. Gelukkig ben ik hier samen met dare devil Marijke, en besloten we deze week voor dezelfde challenge te gaan: nieuwe dingen proberen. Ik neem je in deze blog mee in een klein deel van de wondere wereld van de Indonesische keuken!
Afgelopen week was het natuurlijk Sinterklaas en ook op Bali werd er pakjesavond gevierd door Marijke en mij. In mijn blog van vrijdag kun je lezen hoe we dit vierden (het was de beste sinterklaas ever trouwens). Marijke en ik hadden op zondag beide vijf cadeautjes voor elkaar gekocht die we op de beruchte vijf december zouden uitwisselen met gedicht. Maar Marijke had een cadeautje gekocht dat absoluut niet kon wachten tot de vrijdag. Het was een Durian.
Deze stekelige vrucht heeft een vreselijke geur! Het is niet eens te beschrijven hoe deze vrucht ruikt, maar het is een nogal eigenaardige lucht. Als je er ooit eentje hebt geroken, zul je de geur altijd blijven herkennen (van meters ver zelfs). De Balinezen vertelden ons echter ‘smells like hell, tastes like heaven en dus moest deze vrucht absoluut geproefd worden. Dankzij de geur dus niet op vrijdagavond, maar direct op de zondag. Één ding was absoluut gelogen: deze vrucht rook niet alleen, maar smaakte ook like hell. Er mag een dingtje toegevoegd worden aan het lijstje met dingen die ik niet lust… Nooit meer durian voor ons!
Dat fijne liedje waarmee we allemaal zijn opgegroeid, zit al de hele week in ons hoofd. Het zal komen doordat we hier leven als goden in Frankrijk (nou ja, Indonesië) en letterlijk uit de kokosnoot drinken (maar dan niet met onze billen bloot). Al het eten is zo vers en smaakvol hier en zelfs tussen de rijstvelden bij de simpelste tentjes, kun je hier de meest uitgebreide en lekkere maaltijden krijgen. Later in de week deden we zo’n cafeetje aan. Mocht je ooit naar Bali gaan, maak dan zeker even een tussenstop bij Yeh Pulu Café en bestel, terwijl je geniet van het fantastische uitzicht, een verse kokosnoot en de black rise pudding. Gegarandeerd genieten!
Wie aan Indonesische drank denkt, roept waarschijnlijk direct Bin Tang bier. Natuurlijk drinken wij ook de nodige Bin Tangetjes, maar we hebben inmiddels ook de Rijstwijn en Arak ontdekt, waarmee alle lokale cocktails worden gemaakt. Nou moet ik zeggen dat ik Arak wat te heftig vond. Een glaasje van dat spul, deed meer met me dan twee large Bin Tang. Maar die rijstwijn, dat is lekker spul in de mix joh! wanneer we het bier even zat zijn, is zo’n mierzoete cocktail een prima vervanger!
Ik heb deze week te veel gerechten geprobeerd om op te noemen. Iedere dag probeerden we iets nieuws uit. Van speciale nasi en Bami tot soep of een complete eend. Ik sta werkelijk van niets meer te kijken. Maar het maakt niet uit wat je eet, alles is verrukkelijk! Ik heb zelfs wat verse vis gegeten hier en ook dat smaakte me goed. Dat wilden we natuurijk ook wel zelf leren! En dus deden we een kookcursus!
We leerden het geheim van iedere smaakvolle maaltijd hier. In ieder gerecht wordt een kruidenprutje gebruikt dat ze vers maken. Het is zo smaakvol, dat je zelfs van een simpel bouillonnetje nog een wereldsoep kunt maken. Ik ben benieuwd of het me thuis straks net zo goed lukt als dat het hier in de Indonesische keuken deed, maar daar kunnen we maar op een manier achterkomen… door ook in Nederland mijn kookschort voor te binden en al mijn liefde in het eten te stoppen.