Amsterdammertjes dateren uit het begin van de achttiende eeuw. Ze waren bedoeld om huizen te beschermen tegen roekeloze paard-en-wagens die soms huizen zijdelings raakten. Vanaf de jaren ’50 kregen de kenmerkende paaltjes een nieuwe functie. Ze moesten voorkomen dat mensen hun auto op de stoep parkeerden. Inmiddels is het autogebruik flink gedaald en zijn Amsterdammers heel groen aan het fietsen geslagen. Daar zit de gemeente niet op te wachten en daarom voert ze al een tijd oorlog tegen haar fietsende burgers. Amsterdam heeft dus al een lange geschiedenis van burgerdisciplinering. Stilletjes is daar een nieuwe tactiek bijgekomen: het getekende fietsvak.
Het begon bij het Centraal Station, waar een plaatselijke verordening bepaalt dat fietsen maar twee weken in het rek mogen staan. Fietsen naast het rek, aan een paal, aan een brug of anderszins ‘ongewenst’ geparkeerd worden dagelijks verwijderd door uiterst ijverige handhavers. Dit beleid is uitgebreid naar andere gebieden, zoals het Heinekenplein en Station Zuid. Daar geldt soms een kortere plaatsingsduur: bij het Leidseplein mag een fiets bijvoorbeeld maar zeven dagen in een rek staan.
Amsterdam ‘verkoopt’ deze maatregelen onder het onzinnige mom van veiligheid. Waarom een fiets in een rek die zou bedreigen legt de gemeente niet uit (zie: Stadsdeel Centrum haat fietsende burgers). Het AD meldde gisteren dat in 2013 in Nederland 26 procent meer fietsen zijn verwijderd dan in het jaar ervoor. In Amsterdam wordt één op elf fietsen geruimd. De Fietsersbond verzet zich hier tegen en noemt het in het AD “pure diefstal”.
Hoewel de gemeente Amsterdam erkent dat ze is achtergebleven met het zorgen voor voldoende fietsvoorzieningen, wordt er geen aanstalten gemaakt om fietsenrekken en nietjes bij te plaatsen. Overal in de stad verdwijnen zelfs voorzieningen. In de plaats komen getekende vakken. Zo zijn onlangs de nietjes bij de Albert Heijn op het Koningsplein verdwenen. Eerder gebeurde dat op het Binnengasthuisterrein. Daar doken wel fietscoaches op, die de studenten uitlegden dat fietsen voortaan binnen de lijntjes moeten staan.
Het is niet makkelijk te achterhalen waarom dit is ingevoerd. GroenLinks-gemeenteraadslid Zeeger Ernsting DMde me dat het gaat om “efficiënter ruimtegebruik en [het] beter bedienen van kortparkeerders. Nietjes slippen vaak dicht met achtergelaten fietsen”. Dat klinkt mooi, maar het slaat nergens op.
In een getekend vak is er geen mogelijkheid om je fiets vast te zetten. Iedere Amsterdamse fietser, of hij nou kort of lang parkeert, wil dat wel. Diefstalpreventie is een vorm van veiligheid, maar voor de gemeente is dat blijkbaar geen afweging. Bovendien is onder de fietsterreur je fiets los in een vak zetten een extra risico. Iemand kan namelijk makkelijk je fiets verzetten, en buiten de lijn wordt hij geruimd. Een kortparkeerder zonder standaard heeft gewoon pech als er geen rek of nietje is. Je kunt je fiets dan wel tegen een paal zetten, maar ja, dan wordt hij weggeknipt. Zo’n rij met fietsen in een getekend vak is trouwens hilarisch als het waait. Dat je fiets daardoor schade oploopt is dan jouw probleem.
De opmerking over achtergelaten fietsen wekt de suggestie dat de nietjes verdwijnen om het werk van handhavers makkelijker te maken. Ze hoeven een fiets dan niet los te knippen. Misschien is het getekende fietsvak daarom wel een bezuinigingsmaatregel: een lijntje trekken is minder duur dan een rek plaatsen en de gemeente hoeft geen sloten te vergoeden van onterecht geknipte fietsen. Deze verklaring is niet erg waarschijnlijk: de gemeente heeft immers wel geld om vervolgens fietscoaches neer te zetten. Het zou daarmee uiteraard nog wel een verkapte werkverschaffingsmaatregel kunnen zijn.
Ik denk dat er iets anders aan de hand is. De getekende fietsvakken zijn een vorm van disciplinering. Niet alleen dwing je burgers om binnen de lijntjes te leven, maar fietsers zijn nu ook genoodzaakt een kapotte standaard direct te vervangen. Een kapotte lamp of ontbrekend achterrek zijn sowieso voor de gemeente voldoende reden om je fiets direct af te pakken. Zo’n fiets is dan namelijk een fietswrak. “Onderhoud is een goede preventieve mogelijkheid” schrijft Amsterdam. Wie niet luisteren wil, moet voelen. En voelen betekent afreizen naar Oceanië. In 2017 worden de administratiekosten daar verhoogd tot 30 euro. Duurder dan een junkenfiets.
Als je fiets, je beurs en/of je tijd je lief zijn, gehoorzaam je dus. Ik zie daarom weinig in een oproep tot verzet. Het blijkt lastig om uit te vinden wie voor dit beleid verantwoordelijk is. Gemeente verwijst naar stadsdeel. Raadsleden verwijzen naar de Bestuursdienst. Maar die raadsleden horen de baas te zijn, namens jou. Laten we daarom massaal onze afgevaardigden aanspreken.
Bij deze: SP-Raadslid Peter Kwint, geef om mijn rijwiel, bescherm mij tegen handhavers en verlos mij van de fietsterreur!