Lars van Trier zorgde bij zijn terugkeer op het filmfestival in Cannes meteen weer voor de nodige controverse. Ongeveer honderd mensen liepen tijdens de voorstelling van zijn nieuwe film The House that Jack Built de zaal uit. De mensen die de film wel uitkeken trakteerden de Deense regisseur op hun beurt dan weer op een zes minuten lange ovatie.
De reden dat zoveel mensen wegliepen moet volgens The Hollywood Reporter worden gezocht in de soms gruwelijke verminkingsscènes die in de thriller voorkomen. De film gaat over een seriemoordenaar (gespeeld door Matt Dillon) die iedere moord beschouwt als een kunstwerk. Een van de mensen die wegliep twitterde: “Bruut. Aanmatigend. Om te kotsen. Mishandelend. Zielig”.
Het was voor het eerst sinds zeven jaar dat Van Trier weer lijfelijk in Cannes aanwezig was. De regisseur was jarenlang persona non grata omdat hij in 2011 zijn sympathie voor Adolf Hitler uitsprak. De Deense regisseur zei toen tijdens een persconferentie over zijn film Melancholia begrip te hebben voor de nazi-leider, “ook al deed hij enkele verkeerde dingen”.
The House That Jack Built wordt buiten competitie vertoond. Dat betekent dat de film, waarin naast Dillon ook Bruno Ganz en Uma Thurman meespelen, niet meedingt naar de Gouden Palm.
Wanneer de film in de Nederlandse bioscopen verschijnt, is nog niet bekend.
Het is ook nog niet bekend of massaal zal worden opgeroepen tot het censureren van deze film, wat in de 21ste eeuw in de ‘vrije’ en ‘open’ democratieën van West Europa als het gaat om kunst steeds gebruikelijker is. Wel kunnen we woedende ‘recensies’ verwachten in The Guardian en andere kwaliteits-fop-media waarin wordt uitgelegd dat deze film eigenlijk fascisme is en, hee kijk, moet worden gecensureerd.
Anp/TPO
